Kort en bondig · Vertrouwen

Vertrouwen I

De partijdag ligt weer achter ons. We mogen terug zien op een goed verlopen dag. Het doet je altijd weer wat n^et zo velen - jongeren en ouderen - bijeen te zijn in onderlinge verbondenheid. Dat lean zo gemakke///k anders zijn. Het heeft nnij ook bijzonder goed gedaan dat de aanwijzing van de lijsttreklier voor D.V. de verkiezingen volgend jaar zo eensgezind mocht verlopen. Daar had ik eerlijk gezegd na alle stormen van het achter ons liggende najaar niet echt op gerekend. Het stemt tot dankbaarheid dat er een groot vertrouwen uit spreekt. Ik wil daar de partij, u allen dus, hartelijk voor bedanken. Het is onze wens en bede dat de Heere er Zijn onmisbare zegen over zal willen geven.

De beslissing me opnieuw beschil< baar te stellen was minder vanzelfsprekend dan de vorige keren. Hoewel, echt vanzelfsprekend is het nooit geweest. Dat in verband met de grote verantwoordelijkheid die er aan is verbonden. Maar goed, naarmate je ouder wordt, moet het extra worden overwogen. Ik voel mij ook verre van onmisbaar. De verjonging moet ook door mij serieus worden genomen. Je wordt dan ook heen en weer geschud. Belangrijkste vraag is of het in de gunst van God zou

mogen zijn. Er werd vanuit het hoofdbestuur een dringend beroep op mij gedaan, mede tegen het licht van alle stormen die in het najaar, toen daarover moest worden beslist, over onze partij gierden. Laten we hopen een goede tijd met elkaar te mogen hebben, in onderling vertrouwen, een vertrouwen dat ik niet hoop te beschamen. Mogen we vragen ons, de fractie (parlementariërs en medewerkers) in het gebed te gedenken?

Vertrouwen II

De vacature van ds.J.H. van Daalen, die zich helaas genoodzaakt zag het hoofdbestuur te verlaten, is vervuld door zijn collega in Nijkerk ds. H. van den Belt. We zijn er erkentelijk voor dat opnieuw een predikant tijd beschikbaar stelt voor onze partij. De aanwezigheid van predikanten in ons hoofdbestuur - een situatie die er vanaf het allereerste moment is geweest - wordt nu en dan ter discussie gesteld. Kun je dat wel vragen van predikanten die hun eerste roeping toch in de kerkelijke gemeente hebben liggen, meestal overbezet zijn en doorgaans van de praktische politiek

toch geen kaas hebben gegeten, uitzonderingen daargelaten. Dat ter discussie stellen gebeurt dan vanuit een wens om ervaren bestuurders in het hoofdbestuur te hebben. Daaris op zichzelf niets mis mee. Soms echter, gebeurt dat wat onbesuisd. Zo ook in het achterliggende najaar

In het recente verleden is bij herhaling, niet in het minst door de predikanten zelf, aan de orde gesteld of vacatures van predikantsplaatsen in het hoofdbestuur nog wel door predikanten moeten worden vervuld. Steeds is door het hele hoofdbestuur gesteld dat dit voor de partij een goede traditie is.Vooral tegen het licht van

het bijzondere karakter van onze, overigens voluit politieke partij. Een partij die, om zo te zeggen, politiek wil bedrijven bij een opengeslagen Bijbel. Herkenbaarheid en het vertrouwen van "de achterban" spelen daarbij ook een rol. Uit eigen waarneming kan ik overzien dat de predikanten er de schouders beslist onder zetten. Natuurlijk kunnen er zich plotselinge situaties voordoen in hun gemeente waarin het ambtelijke werk voorgaat. Er is de laatste tijd ook uitzonderlijk vaak extra vergaderd in verband met het tegen de SGP gevoerde proces. Een en ander vraagt veel tijd en inspanning, een betere zaak waardig.

Het is dan niet fijn als je plaats in het bestuur (op niet persoonlijke gronden overigens!) betwist wordt. Ik had beloofd dit toch eens in De Banier te schrijven.

Het is dan niet fijn als je plaats in het bestuur (op niet persoonlijke gronden overigens!) betwist wordt. Ik had beloofd dit toch eens in De Banier te schrijven.

Vertrouwen III

Er wordt door enkele burgerlijke gemeenten gesold met de Winkeltijdenwet. Gemeentebesturen mogen voor ten hoogste twaalf zondagen per jaar toestemming geven dat de winkels op zondag open zijn. Dat zijn er dus twaalf te veel. Daarover heeft de SGP nooit misverstand laten bestaan. Bovendien mag een uitzondering worden gemaakt voor zogeheten toeristische gebieden. Daar mogen de winkels vaker open zijn. Zo heeft de wetgever het bepaald, met onze tegenstem. Het is deze bepaling die door enkele gemeentebesturen heel erg wordt opgerekt.Voorbeelden zijn Leiden en Almere, waarover wij vragen hebben gesteld. De antwoorden van de regering zijn erg onbevredigend. Daarom hebben we een initiatief voorbereid om hier iets aan te doen, in het geval de regering het bij de evaluatie van de werking van de wet, die voor de komende maanden op de rol staat, zou laten afweten. Het gevaar is immers groot dat anders de wet Verrommelt'. Op zijn minst zou de bepaling over de toeristische gebieden veel strenger moeten zijn.

Toen ons voornemen naar buiten kwam, was er per omgaande een - overigens vriendelijke - reactie. Zo in de trant van: hoe heb ik het nu met mijn SGP Minder zondagen open dan men ter plaatse wil? Die winkels horen toch allemaal en altijd op zondag dicht? Zo is dat! Ik begrijp die reactie volstrekt. Onze principiële lijn is inderdaad: winkels dicht op zondag. Dat is dan ook onze eerste optie! Maar we leven wel in een tijd dat daarvoor helaas geen meerderheid is. Zelfs bij lange na niet. Mogen we ons dan vervolgens niet inzetten om een verder uitdijen van het kwaad in te dammen? Wij denken van wel.Wij hopen het vertrouwen te houden dat we in ernst bezig zijn met onze roeping te doen wat onze hand vindt om te doen, om onze samenleving zo veel mogelijk te behoeden voor verder afglijden van de Bijbelse waarden en normen. Daarvoor steun te krijgen binnen de partij en daarbuiten!

/ april 2006

Van der Vlies

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen