Kort en bondig · Bijzonder

De inhoud van dit nummer van ons partijorgaan wordt in tioge mate bepaald door een bijzonder thema in een bijzondere omstandigheid. Ons Hoofdbestuur is na uiterst zorgvuldige afweging met voorstellen gekomen die de lijn van het verleden ongewijzigd door trekken waar het gaat om onze visie op het regeerambt, maar ook de betrokkenheid van vrouwen bij onze partij opnieuw vorm geven. Aan deze voorstellen ligt de lang verwachte en fundamentele nota ten grondslag welke de bijbelse kaders in vervolg op de nota's "In haar waarde" I en II verwoordt. Deze nota heet "Man en vrouw schiep Hij hen", met als ondertitel "Politieke participatie in bijbels perspectief".

Iedereen die de geschiedenis van onze partij kent en volgt, zal beseffen dat het om een bijzonder thema gaat. Niet dat het een thema is waar onze partij mee staat of valt, hoezeer anderen dat er steeds van maken. Nee, het hart van het profiel van onze partij is het in de politiek uitdragen dat God gehoorzaamheid vraagt van overheid én onderdaan, dat Hij recht daarop heeft. Dat getuigenis met daaraan verbonden een constructief meedenken over de vraagstukken van de tijd waarin wij leven en waar onze samenleving onder gebukt gaat, daar gaat het om. Het is voor ons de laatste jaren pijnlijk geweest en verdrietig stemmend dat deze houding bij herhaling en indringend wordt geschoffeerd door wat is gaan heten ons "vrouwenstandpunt". Men vindt dat nu eenmaal volstrekt achterhaald, in strijd met wetten en verdragen en eigenlijk verwijtbaar.We zijn niet behept met de misvatting dat wanneer wij ons standpunt in dezen zouden gewijzigd hebben, we ineens voor iedereen een acceptabele partij zouden zijn; we - om zo te zeggen - door iedereen zouden worden toegejuicht. Daar moeten we ook helemaal niet op uit zijn en er ook maar niet op rekenen. Deze omgeving waarin we opereren, dwingt ons wel tot bezinning op wat behoort tot ons beginsel en wat niet, en wat daarvan wél en wat daarvan niet de onontkoombare consequenties zijn.

Met die bezinning was de partij al geruime tijd bezig, al vóór het vonnis van de rechter ons trof. Wél heeft dit vervelende feit het proces geïntensiveerd. Dat zal ook iedereen begrijpen, en het is goed dat het Hoofdbestuur op dit punt haar verantwoordelijkheid heeft begrepen en genomen. Onder de gewraakte omstandigheden kun je nu eenmaal niet met de armen over elkaar blijven zitten. Iets anders is nog om meteen maar toe te geven aan de druk van buiten de partij en van binnen uit. Het gaat om een verantwoorde en dus weldoordachte houding.

Eerlijk en waardig

De voorstellen zullen bij velen gemengde gevoelens oproepen. Dat is alleszins te begrijpen. Daar moeten we ook eerlijk en waardig mee om gaan. Wel vraag ik uitdrukkelijk om de bereidheid met elkaar in gesprek te gaan over de voorstellen en niet op voorhand een afwerende houding aan te nemen. Het gaat uiteindelijk om de toekomst en het voortbestaan van onze partij. Die toekomst ligt in Gods hand. Maar dat ontslaat ons niet van de plicht om onder de bede om Zijn leiding en wijsheid onze roeping te verstaan en onze verantwoordelijkheid te nemen. Met besluiten die de partij zonder meer zouden aanpassen aan de eisen van onze "verlichte" tijd - iets wat absoluut niet aan de orde is - zouden we aan het gevaar bloot komen te staan Gods gunst en zegen te verliezen. Het luistert inderdaad nauw. Maar dat betekent toch niet dat bepaalde dingen die in het verleden als normaal werden beschouwd, nooit mogen worden veranderd? Althans, als daar goede redenen voor zijn. De ouderen onder ons weten wel dat er al zo veel is veranderd binnen onze gezinnen, kerken en scholen, als je bijvoorbeeld let op de positie van jongens en vooral ook meisjes.Veranderde beroepskeuzen, verdergaande opleidingen en dergelijke. Hoewel je jezelf kunt afvragen of van al die ontwikkelingen de vruchten zuur zijn of zoet, in twee werelden leven is ook niet lang vol te houden. Rondom de SGP zie je 'onder ons' allerlei ontwikkelingen die al of niet terecht gewoon en geruisloos geaccepteerd worden, terwijl onze partij de lakmoesproef aangelegd krijgt over de vraag of er nog wel altijd sprake is van beginselvastheid. Dat laatste moet altijd kunnen lijden, maar er mag niet met twee maten worden gemeten. Dat zou niet eerlijk zijn.

In dit licht heeft het Hoofdbestuur zich gerealiseerd dat het partijgebeuren zich in hoge mate op het private terrein voltrekt.Terwijl de kern van waar het de SGP steeds om ging bij de discussie over de roeping en verantwoordelijkheid van onze vrouwen naast en tegenover die van onze mannen, zich richt op het regeerambt op het publieke terrein. Het maakt ook een groot verschil of je verantwoording moet afleggen over onze visie op het regeerambt met daarbij de rechtstreekse verwijzing naar de Heilige Schrift, dan wel of je verdedigen moet waarom vrouwen geen lid mogen zijn van onze partij, een stelling waarbij die directe verwijzing naar de Bijbel niet goed mogelijk is. Aan deze visie worden gevolgen voor onze partijorganisatie verbonden.

De voorstellen zijn het waard om een eerlijke kans te krijgen. Ik roep alle partijleden dan ook op om op een onbevangen, en dus niet bevooroordeelde wijze de voorstellen van het Hoofdbestuur eerlijk en waardig te bespreken. Van ganser harte hoop ik dat we in onderlinge verbondenheid deze discussie kunnen voeren.Velen letten op ons! Laat er van onze discussie een goed getuigenis mogen uit gaan.Van hoe wij met elkaar in moeilijke kwesties omgaan en elkaar omwille van ons beginsel vasthouden. Daar heb ik overigens, menselijkerwijze gesproken, alle vertrouwen in.

12 april 2006

Van der Vlies

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen