Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tweede Kamer · Ridderzaal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tweede Kamer · Ridderzaal

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over ruim twee weken houdt de gouden koets weer halt voor deRidderzaal.Koningin Beatrix spreekt er dan de jaarlijksetroonredeuit. Op eenuitgelezenplek, want de Ridderzaalis bij uitstek geschikt voor het voorlezen van detroonrede. Niet alleen vanwege de ruimte die de Ridderzaalbiedt, maar ookomdat in die zaal aardig wat voetsporen staan van ettelijkevoorvaderenvande huidige vorstin, en bovendien omdat de Ridderzaalvanoudsbeschouwdwordt als hét symbool van de in Den Haag gevestigde'macht'.

Roomskoning

De bewogen geschiedenis van de Ridderzaal begint bij niemand minder dan de bekende graaf Floris de Vijfde, 'der keerlen God'. Floris was de zoon van Willem il, een Hollandse graaf die in 1248 door de aartsbisschop van Mainz tot'Koning van het Heilige Romeinse Rijk der Duitse staten' was gekroond. Om zijn nieuwe stand hoog te houden had deze zichzelf'Roomskoning' noemende Willem (een verguld standbeeldje van hem prijkt op de fontein op het Binnenhof) het achter de duinen verscholen Hof van Holland al behoorlijk uitgebouwd, maar Floris ging verder Hij gaf zijn trouwe "raad en vriend" Gerard van Leyden opdracht een representatieve zaal te bouwen die bij zowel bevriende als vijandige ridders en edelen respect zou moeten afdwingen.

De eerste versie van de Ridderzaal was gereed in 1280: een indrukwekkend bouvw/erk van ruim 38 meter lang, bijna 18 meter breed, meer dan 25 meter hoog, meer dan één meter dikke muren en een overweldigende eikenhouten bekapping. De eerste jaren werd 'de Groote Zaal' voornamelijk gebruikt voor luisterrijke feesten en vorstelijke ontvangsten, alles tot meerdere eer en glorie van de invloedrijke graaf van Holland. Daardoor ontwikkelde 'die Haghe' (zoals Den Haag toen nog werd genoemd) zich gaandeweg tot het regeringscentrum van de Lage Landen bij de zee. Ook al kozen de vorsten na Willem en Floris hun domicilie later vaak elders, hun vervangers (de stadhouders) resideerden bijna zonder uitzonderingin het geografisch gunstig gelegen's-Gravenhage.

Desondanks ging het met de door Floris gebouwde zaal achteruit.Weliswaar was de Grote Zaal in de vijftiende eeuw nog in een zodanig goede staat dat zij tot twee keer toe onderdak kon bieden aan de befaamde ridders van het Gulden Vlies, de tekenen van verval werden na verloop van tijd duidelijk zichtbaar. De zaal kreeg steeds meer 'puisten' als gevolg van talloze aanbouwsels en andere optrekjes die als het ware tegen de buitenmuren werden aangeplakt; ramen werden dichtgemetseld en op andere plaatsen weer uitgehouwen. Binnenin, waar allerlei kooplui hun handelswaar aan de in- en uitlopende man probeerden te brengen, was het beeld evenmin florissant.

Hispanje

Toch bleef de 'Groote Zaal' het decor van belangrijke samenkomsten en grote gebeurtenissen. Bijvoorbeeld in 1581. Nadat de zaal wat was opgeknapt, verzamelden zich daar op 26 juli afgevaardigden uit de Zeven Provinciën voor een van de meest dramatische episoden uit de vaderlandse geschiedenis: de afzwering van 'de koning van Hispanje', Philips II. De beraadslagingen werden afgerond met de conclusie "dat de onderdanen niet van God geschapen zijn tot behoef van den Prins, om hem in alles wat hij beveelt -recht of onrechtonderdanig te zijn en als slaven te dienen; maar veeleer de Prins de onderda-

nen, zonder welke hij geen Prins is, met recht en reden te regeren en voor te staan en lief te hebben, als een vader zijn kinderen."

In deze jaren van strijd om de onafhankelijkheid betraden de Oranje's voor het eerst het Binnenhof. Niet Willem de Zwijger zelf, maar wel twee van zijn zonen namen hun vaste intrek op het Binnenhof: Maurits en Frederik Hendrik.Vooral Frederik Hendrik maakte dankbaar gebruik van de Ridderzaal. De door hem georganiseerde diners, feesten en bals werden berucht, zozeer zelfs dat enkele Haagse predikanten op een gegeven moment een gesprek met de 'Stedendwinger' aanvroegen teneinde hem op zijn (huns inziens) wat al te royale levenswijze te wijzen. Zonder succes....

Op 16 januari 1651 was de Ridderzaal opnieuw het toneel van een historische gebeurtenis. De hoogbejaarde raadpensionaris Jacob Cats opende die dag de zogenaamde 'Groote Vergadering'. Die was nodig geworden omdat het niet meer goed boterde tussen de Oranjestadhouder enerzijds en de regenten van met name Holland anderzijds. De deputation uit alle gewesten debatteerden maar liefst ruim een half jaar lang over de vraag hoe deze competentiestrijd beslecht zou kunnen worden. De Ridderzaal was voor deze gelegenheid versierd met talrijke op de vijand veroverde vlaggen, vaandels en banieren, terwijl de tafels, banken en stoelen met een 'deftig' groen laken waren bekleed.

Loterijzaal

Voor Oranje liep de'Groote Vergadering' slecht af: Hij moest een niet onaanzienlijk deel van zijn (voor)rechten afstaan aan de Staten der provincies. Met de zaal ging het nu ook snel bergafwaarts.Twee donkere eeuwen braken aan voor het eertijds zo imposante gebouw. Zo fungeerde de Ridderzaal een tijd lang als Loterijzaal, waar eens in de zoveel tijd een geblinddoekt weesjongetje onder het toezicht van enkele bepruikte regenten nummers uit een grote pot mocht trekken. Een dichter sprak er schande van: "De geest voor al wat goed en groot is, het slijk doorwroetend om een handvol goud, misbruikt ook u, vorstelijke zaal, ten offerdienst aan dat gevloekt metaal."

Ook de Fransen, die in 1795 de Nederlanden binnenrukten, hadden weinig eerbied voor graaf Floris' schepping. Ze verbouwden de zaal tot een soort kazerne annex exercitieruimte. In 1813 volgde er weliswaar een opknapbeurt, maar die bracht de zaal van de regen in de drup. LetterlijkTijdens hevige regen- buien liep het water onder de voordeuren door het Binnenhof op. Is het daarom verwonderlijk dat een kamerlid later smalend sprak over "een hoop stenen van 600 jaar oud..."

Oude luister?

Aan deze onhoudbare situatie kwam een eind in I860. Op de begroting voor dat jaar had de regering, op aandrang van enkele bezorgde kamerleden, 75 duizend guldens uitgetrokken voor reparatiewerkzaamheden. Maar daarmee creëerde het toenmalige kabinet een nieuwe bron van ellende: restaureren prima, maar hóe? Hóe kon de historische, grafelijke zaal weer in oude luister worden hersteld? Het plan van RijksbouwmeesterW.N. Rose leidde tot stormen van protest uit het hele land.

Rose's aanpak was dan ook wel héél drastisch. Zijn plannen voorzagen in een vervanging van de eikenhouten kap door een dakconstructie van gietijzer, rustend op eveneens gietijzeren pilaren. Van de ruime zaal zou in de plannen van de Rijksbouwmeester een soort driebeukig kerkje overblijven. Op de vraag hoe dit te rijmen was met de historie, antwoordde Rose: "Het vlugge, ligte en sterke, geheel in den geest der dertiende eeuw in plaats van de gebrekkige lijnen der oude eiken kap, zwart bruin en zelfs somber zwart van kleur..."

Het scherpste protest kwam van de schrijver AlberdingkThijm: "Laat liever het gebouw instorten dan het met de ijzeren kap en de 200 ellen licht die men ons belooft, op te schikken; het zal een ware zotskap zijn op het hoofd der grijze majesteit." Een andere tegenstander schreef bitter: "Het zij hier geconstateerd, dat een Nederlands minister in het jaar der beschaving I860, trots alle grieven, aan de vernietiging heeft blootgegeven een unicum uit 's lands kunstschatten." Na een uiterst scherpe pennenstrijd onder architecten, kunstenaars en historici, en nadat ook kamerleden hevige woordenwisselingen aan het plan hadden gewijd, nam de Tweede Kamer met 24 stemmen voor en 23 tegen, de motie-Van Heukelom aan om dit onzalige plan niet door te zetten.

Verfristhers

Effect had de Kameruitspraak evenwel niet. De minister, die nota bene zélf had gezegd geen verstand van architectuur te hebben, beriep zich erop dat de werkzaamheden al in een te vergevorderd stadium waren. Hij wilde en kon het plan niet meer terugdraaien. Zodat de Ridderzaal inderdaad in de geest van de 'verfrischers' werd hersteld - niet in die van de 'na-apers'.Veel plezier hebben Rose en zijn aanhangers overigens niet aan hun moderne manier van restaureren beleefd. Het resultaat viel dik tegen. In plaats van "het Walhalla der Nederlandse historie", resteerde "feitelijk weinig meer dan een rommelmagazijn." Omdat voor de zaal geen passende bestemming gevonden kon worden, beschikte de minister van Binnenlandse Zaken om de Ridderzaal dan maar te gebruiken als archiefruimte...

Het was Rijksbouwmeester Peters (de opvolger van Rose) die de oude grafelijke zaal uiteindelijk weer nieuw leven in­ blies. In 1895 nam hij het initiatief "om de aloude Zaal weder in eere te doen herstellen." Ook toenmalig minister Sam van Houten wilde wel een steentje (duizend gulden) bijdragen, maar het was uiteindelijk de doortastende en vakbekwame minister Cornells Lely van Waterstaat, Handel en Nijverheid (de man van de succesvolle Zuiderzeewerken) die het resultaat van veel commissie- en studiearbeid in een alomvattend plan goot: de oude zaal zou weer zoveel mogelijk in de oorspronkelijke glorie moeten worden hersteld. Dat karwei was precies negen jaar later geklaard. Op de derde dinsdag van september 1904 stopte de gouden koets voor 't eerst voor de trappen van wat toen weer en sindsdien met recht en reden een Ridderzaal genoemd kan worden.

Menno de Bruyne

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 2006

De Banier | 24 Pagina's

Tweede Kamer · Ridderzaal

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 2006

De Banier | 24 Pagina's