Europees Parlement · Asielbeleid
Er zijn in Europa maar zes tanden die in liun wetten een norm iiebben opgenomen voor de behandeling van asielzoekers. Dat werd eind vorig jaar duidelijk. Dit is schrikbarend. De Europese Landen roepen immers om het hardst dat asielzoekers waardig behandeld moeten worden. Maar als het erop aan komt, voeren ze de Europese regels niet uit. Hoe moet dat verder nu er ook in de praktijk samengewerkt moet worden?
De Europese Raad vergaderde hierover in januari te Dresden. Ze v/aren het erover eens dat het illegale immigratieprobleem een Europees probleem is, dat vraagt om een gezamenlijke aanpak. Tegelijkertijd moet er ruimte blijven voor een humaan en toegankelijk asielstelsel. Er is geen pasklare oplossing voor de problemen rond immigratie en asiel. Maar het is iedereen helder dat Europees beleid noodzakelijk is.
Voor het asielbeleid v^il de Commissie de praktische samenwerking in het asielbeleid tussen de lidstaten verbeteren en intensiveren. Daarnaast wil ze meer geld beschikbaar stellen voor de bestrijding van illegale immigratie. Frontex, verantwoordelijk voor de grensbewaking van de Europese Unie (EU), moet daarom meer middelen tot zijn beschikking krijgen. Europees beleid hierover is belangrijk.Aan de ene kant moeten er maatregelen genomen worden om illegale immigratie tegen te gaan. Aan de andere kant moet er ruimte zijn voor echte vluchtelingen. Dit is niet gemakkelijk omdat zowel vluchtelingen als immigranten vaak langs dezelfde weg de EU bereiken.
Begin 2006 is de Commissie gekomen met een mededeling om door middel van praktische samenwerking een stap verder te komen in het gemeenschappelijke asielstelsel. Er zijn daarbij drie doelstellingen. 1. De uitwerking van één enkele asielprocedure voor de gehele EU. 2. Het gezamenlijk vergaderen en hanteren van informatie over de landen van herkomst. 3. De verbetering van de samenwerkingbij bijzondere omstandigheden. De erkenning dat er een gemeenschappelijk asielstelsel nodig is in de EU betekent echter niet dat er geen praktische problemen zijn bij die samenwerking. Het verwezenlijken van de drie doelstellingen levert namelijk binnen de lidstaten heel concrete vragen en problemen op. Die willen we hieronder belichten.
Eén asielprocedure
Om tot een één enkele asielprocedure te komen voor de hele EU, moet elke lidstaat zijn procedures wijzigen.Tot nu toe hebben slechts zes van de 25 lidstaten de EU-procedures voor behandeling van een asielverzoek in hun eigen wetgeving ingevoerd.Toch hebben al die lidstaten zich verplicht tot uitvoering van de Europese regels. De consequentie is dat sommige lidstaten strengere regels hebben dan andere en er dus concurrentie is in het asielbeleid. Ook een consequent terugkeerbeleid is noodzakelijk voor een geloofwaardig asielbeleid. De praktische samenwerking zal dus in acht moeten nemen dat ook de terugkeer, hoe politiek omstreden ook, in het gemeenschappelijk stelsel besloten ligt.
Landen van herkomst
Het tweede probleem van de praktische samenwerking betreft de informatievoorziening over de landen van herkomst. Om te kunnen beoordelen of een vluchteling een status krijgt, moet de lidstaat eerst weten hoe de situatie is in het desbetreffende land. Nu wil de Commissie gemeenschappelijke criteria vaststellen over het verkrijgen van informatie over de landen van herkomst. Ook moet er een database komen voor de lidstaten zodat ze toegang hebben tot dezelfde informatie. Het vertalen van informatie naar beleid moet vervolgens gesynchroniseerd worden. In een dictatuur is het niet altijd mogelijk objectieve en juiste informatie te krijgen over de mensenrechten. Het is dan moeilijk uit de beschikbare informatie te beoordelen of een land veilig is of niet. Het gaat dus niet alleen om het verzamelen van informatie, maar ook om deze op een gelijke manier te beoordelen. Juist hierin ligt het grootste struikelblok. In Nederland is er discussie over de betrouwbaarheid van de informatie en van de bronnen. Mogen bronnen bekend gemaakt worden? Dat is niet vanzelfsprekend bij landen van herkomst waar de mensenrechten problematisch zijn. Het is de bedoeling dat lidstaten een gezamenlijke lijst van veilige landen krijgen, zodat mensen uit landen op die lijst geen toegang hebben tot de asielprocedure. Het opstellen van een veilige lijst ligt echter politiek gevoelig. De Europese lijst kan haaks staan op de bilaterale betrekkingen van lidstaten met derde landen. Het vergaren van informatie over landen van herkomst met het oog op beleidsbesluiten betekent tevens dat de EU zich op buitenlands beleid begeeft.
Toch is een dergelijk lijst nodig. Zonder informatie over het land van herkomst is het beoordelen van een asielverzoek onmogelijk. Gemeenschappelijk beleid dat enkel gebaseerd is op beschikbare informatie zonder deze informatie te wegen, zal leiden tot willekeur.
Lastenverdeling
Met het verbeteren van de samenwerking, de derde doelstelling, wil de Commissie de lasten verdelen.Telkens blijkt dat het immigratieprobleem zich verplaatst. Immigranten vinden een nieuwe route en komen massaal naar een land dat hier niet op berekend is. Als de lasten beter verdeeld worden, is er ook ruimte en politieke bereidwilligheid om het beschermingsniveau van asielzoekers te verbeteren en niet alleen een minimumharmonisatie na te streven. Het belang van de vluchteling is in het geding. De concurrentie die tussen lidstaten ontstaat, dreigt ertoe te leiden dat het niveau van vluchtelingenopvang onder dat van het EVRM komt, het Europese hof voor de mensenrechten. Dit mag niet gebeuren in het welvarende Europa.
Lange termijnoplossing
Over de noodzaak van harmonisatie van het asielrecht zijn de lidstaten het wel eens. Over de concrete aanpak daarvan verschillen de lidstaten echter nog van mening. Het uitbreiden van Frontex is slechts een kortetermijnoplossing. Frontex kan professionele hulp geven in situaties waar de eigen grensbewaking van de lidstaten ontoereikend is. Daarnaast zal het bureau de verplaatsing van de migratiestroom moeten signaleren om tijdig actie te laten ondernemen.
Voor de langere termijn is een gemeenschappelijke aanpak van illegale immigranten nodig. Ook in samenwerking met de landen van herkomst. De lidstaten moeten voldoen aan de 0.7 procent BBP als bijdrage voor de ontwikkelingshulp. Daarnaast zal met spoed gewerkt moeten worden aan de terugkeerrichtlijn. Diplomatieke betrekkingen met de landen van herkomst kunnen dan de daadwerkelijke terugkeer van illegale migranten bespoedigen.
Jan IHarm Boiten
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 2007
De Banier | 24 Pagina's