Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Doelwit · Campings:graag of lielemaal niet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Doelwit · Campings:graag of lielemaal niet

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Wet op de Openluchtrecreatie (WOR) is met ingarig van I november 2005 in fases ingetrokken en vervalt in zijn geheel per I januari 2008. Diverse gemeenten zijn inmiddels bezig met het opstellen van kampeerbeleid.Waar moetje op letten bij het opstellen van kampeerbeleid? In de volgende paragrafen worden de belangrijkste punten genoemd. Omdat kamperen een directe relatie heeft met de openbare ruimte is het van belang dat de gemeenteraad in een vroegtijdig stadium betrokken wordt bij het opstellen van kaders.

1. Vervallen oude regelgeving

Alle beleidskaders, dus ook de gemeentelijke Verordening op de Openluchtrecreatie, vervallen per I januari 2008 door de volledige intrekking van de Wet op de Openluchtrecreatie (WOR). Dit stelt gemeenten in staat om zich in de periode tot I januari 2008 voor te bereiden op de situatie dat er geen landelijke kampeerregelgeving meer bestaat. Door de nieuv/e situatie kunnen gemeenten nu zelf hun beleid ontwikkelen en prioriteiten stellen.

2. Kamperen reguleren?

Om uitwassen en ongewenste ontwikkelingen te voorkomen is het noodzakelijk om het kamperen binnen de eigen gemeentegrenzen te reguleren. Op zichzelf behoeft er geen totaal nieuw instrumentarium ontwikkeld te worden. De bestemmingsplannen en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) bieden voldoende basis om daarop verder te 'borduren' en plaatselijk beleid met betrekking tot kamperen te regelen en vast te stellen. Wat betreft de toepassing van de APV, deze is in dit kader (kamperen) eigenlijk alleen toepasbaar bij eenmalige 'evenementen' zoals een

overnachting bij een evenement. Meer permanente vormen van kamperen (campings, kamperen bij de boer) moeten dus planologisch (bestemmingsplan) geregeld worden.

3. Huidige situatie

Wanneer de ruimtelijke regelgeving in uw gemeente vrij actueel is - waaronder bijgewerkte bestemmingsplannen - zullen bijna alle kampeerterreinen een plaatsje hebben gekregen in een bestemmingsplan. Het enige wat waarschijnlijk niet in een bestemmingsplan geregeld is, is het kamperen bij de boer Kamperen bij de boer is nu vaak via een ontheffing op basis van de WOR en de Verordening op de Openluchtrecreatie geregeld. In deze persoonsgebonden ontheffingen is bepaald waar, wanneer en hoeveel kampeermiddelen zijn toegestaan.

4. Vormen van kamperen

Kamperen en kamperen is niet hetzelfde. Er is onderscheid te maken in diverse vormen van kamperen:

1. kampeerterreinen: de reguliere, ensoms grootschalige, campings 2. kleinschalig kamperen: kamperen bijde boer, kamperen op het platteland. In principe mogen er maximaal 10 tot 15 kampeermiddelen aanwezig zijn. 3. natuurcampings: exploitatie veelaldoor natuurorganisaties op natuurkampeerterreinen. Gemeenten die geen (grootschalige) natuurgebieden hebben zullen deze vorm van kamperen niet binnen hun grenzen hebben. 4. vrij kamperen: kamperen buiten dedaarvoor geëxploiteerde terreinen, bijvoorbeeld enkele plaatsen voor een camper bij iemand achter het huis of bij een bedrijf 5. tijdelijk kamperen: deze vorm isveelal gekoppeld aan evenementen of festiviteiten. Kan naast vrijstellingsbevoegdheid in bestemmingsplan ook eventueel via APV geregeld worden.

Deze verschillende vormen van kamperen vragen een verschillende benadering en verschillende uitwerking in beleid en uiteindelijke verwerking in de bestemmingsplannen. Het is daarom raadzaam om al deze varianten, eventueel onder andere naam, te benoemen en uit te werken in de gemeentelijke kampeernota.

5. Nieuw beleid op stellen, maar hoe?

Met het vervallen van de Wet op de Openluchtrecreatie (WOR) moet gemeentelijk beleid worden vastgesteld. Voorgesteld wordt de volgende volgorde aan te houden:

1. Inventarisatie huidige situatie en bespreking wensen met plaatselijke ondernemers (§5.1) 2. Opstellen conceptbeleid, vaststelling door college en bespreking in commissie Openbare Ruimte (§5.2) 3. Inspraakprocedure: ter inzage legging, bespreking met direct betrokkenen (§5.3) 4. Vaststellen beleid via commissie engemeenteraad (§5.4) 5. Verwerking beleid in bestemmingsplannen (§5.5)

In de volgende alinea's worden deze 'stappen' nader uitgewerkt en toegelicht.

5.1 Eerst onderzoek, dan nieuw beleid

Voordat er nieuw gemeentelijk beleid wordt opgesteld, is het goed dat de gemeente inventariseert hoeveel campings (reguliere en kamperen bij de boer) er zijn en welke omvang zij hebben. Om een beeld te krijgen van de plaatselijke behoefte is het goed om eerst met de betrokkenen aan tafel te zitten en te vernemen waar behoefte aan is. Wanneer de markt ter plaatse 'verzadigd' is dan moet je, ter bescherming van de huidige ondernemers en de kwaliteitvan de leefomgeving, geen schaalvergroting toestaan.Wanneer er aantoonbaar behoefte is aan meer kampeerplaatsen kan overwogen worden meer campings toe te laten en per camping meer oppervlakte toe te staan. Eén en ander is uiteraard geheel afhankelijk van uw gemeente. Bij de inventarisatie kan eveneens besproken worden op welke wijze campings de ruimtelijke kwaliteit (aanzicht, inrichting, landschappelijke inpassing) zelf kunnen versterken en eventueel illegaal gebruik (permanente bewoning) tegen willen gaan.

Overigens is een inventarisatie 'in het veld' aan te bevelen. Hoe zien de huidige campings er nu uit? Hoewel veruit de meeste campings netjes werken en zich aan de regelgeving zullen houden, is de kans toch reëel dat je uitwassen tegenkomt (groter dan vergund, illegale bewoning stacaravans e.d.). Met deze inventarisatie en het opstellen van nieuw beleid kan het gemeentebestuur kiezen voor legaliseren (alsnog vergunnen) of handhavend optreden.

5.2 Opstellen conceptbeleid

De informatie die uit de inventarisatie is verzameld, kan verwerkt worden in het nieuwe kampeerbeleid. Het is van belang de diverse vormen van kamperen te benoemen en per variant (zie §4) beleidskeuzes te maken. De volgende beleidskeuzes zijn, hoewel ze qua invulling per gemeente zullen verschillen, belangrijk:

• Regel het aantal kannpeermiddelen of de omvang van het terrein.Veelal v^ordt geadviseerd de omvang van het terrein/bouv/vlak (opgenomen op plankaart bestemmingplan) te bepalen. Leg deze maximum oppervlakte vast in het kampeerbeleid, maar vervolgens ook in de herziene bestemmingsplannen. Bepaal daarbij dat'alles', dus het recreëren, kamperen, parkeren en dergelijke binnen dit bestemmingsvlak plaatsvindt. Dit voorkomt eventuele uitwassen of onduidelijkheden. Laat de inrichting, bijvoorbeeld aantal kampeerplaatsen, over aan de camping. Een camping die voor een hoge kwaliteit gaat, zal bijvoorbeeld voor grote 'percelen' zorgen, een camping die het van de grote hoeveelheid wil hebben zal hier mogelijk iets minder nauwkeurig mee omgaan: Dit is geheel aan de ondernemer zelf. Er ontstaan vaak pas conflicten met de overheid als er geen duidelijke afspraken over de omvang zijn.

• Bij het huidige kamperen bij de boer mogen er vaak slechts tien tot maximaal vijftien kampeermiddelen aanwezig zijn.Vanuit de brancheorganisaties wordt geadviseerd om dit aantal uit te breiden naar bijvoorbeeld vijfentwintig. Mits de landschappelijke inpassing (zie verderop in dit artikel) is veiliggesteld kan aan deze wens tegemoet worden gekomen.Voor veel agrariërs is een vorm van niet-agrarische nevenactiviteiten noodzakelijk om de gehele bedrijfsvoering rendabel te houden.

• Definieer duidelijk en per categorie (zie §4) welke kampeermiddelen toegestaan zijn. Let daarbij op de handhaafbaarheid van deze regels.

• Brandveiligheid. Bepaal de minimale onderlinge afstand tussen kampeermiddelen en de paden. Dit vanwege het beperken van brandoverslag tus­ sen de kampeermiddelen en bereikbaarheid van hulpdiensten. De Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) heeft een goede handreiking opgesteld (januari 2007).

• De omvang van de bebouwing moet worden geregeld in het beleid. Beperk een ondernemer daarin niet al te veel. Een voorziening als een sanitairunit is natuurlijk wel een absoluut minimum.

• Hooiberghutten (kamperen bij de boer) of trekkershutten (kleinschalig kamperen) zijn erg populair Er lopen diverse projecten om het aantal daarvan uit te breiden. Wanneer een gemeente medewerking wil verlenen is het wel noodzakelijk het aantal (per camping of voor hele gemeente) te regelen.

• Landschappelijke inpassing.Voor de kwaliteit van de openbare ruimte is het noodzakelijk om via het kampeerbeleid, maar vervolgens ook in de bestemmingsplannen, de landschappelijke inpassing veilig te stellen (let op handhaafbaarheid en afdwingbaarheid). Betrek bijvoorbeeld een landschapscoördinator bij het opstellen van het beleid of de concrete uitwerking van deze landschappelijke inpassing. Regel de beleidsnota, maar ook via bestemmingsplannen, de landschappelijke inpassing.

• Via de Wet op de Openluchtrecreatie en de plaatselijke verordening op de openluchtrecreatie, was over het algemeen het kampeerseizoen geregeld en wel van 15 maart tot I november Gemeenten zijn nu vrij om dit te blijven hanteren, een andere periode te bepalen of het geheel vrij te geven. Zorg in ieder geval voor een eenduidige en handhaafbare situatie.Wees u ervan bewust dat wanneer er geen kampeerseizoen wordt bepaald dat dit mogelijk permanente bewoning in de hand werkt.

• Wellicht is niet iedere'hoek' van uw gemeente geschikt voor kamperen. Er zijn bijvoorbeeld gemeenten met heel smalle maar lange wegen in het buitengebied. Meer dan twee tot vier campings kunnen dan, ook al gaat het dan om kleinschalig kamperen, niet verantwoord zijn.

• Ander aandachtspunt is de relatie tot naburige percelen. Let er op dat een camping aangewezen wordt als niet stankgevoelig object (dit vanwege een eventuele agrarische buur).

• Overgangsrecht. In de praktijk blijken er nogal wat situaties te zijn die voor veel gemeenten niet wenselijk zijn: denk aan permanente bewoning van stacaravans (buiten het kampeerseizoen blijven de (sta)caravans gewoon op het terrein staan).Vaak is dat een gevolg van diverse 'toezeggingen' of regelingen uit het verleden. In een 'ver verleden' (jaren '60 en '70) gaven bijvoorbeeld ook provincies bepaalde ontheffingen voor kampeerterreinen. Toen deze terreinen 'overgingen' naar gemeenten bleek dat de gemeente een ander beleid had dan de provincie. Kortom, het nieuwe kampeerbeleid is ook een mooi moment om, via een overgangsregeling, eenduidigheid in de gemeente te brengen. En eenduidigheid betekent dat gelijke gevallen gelijk behandeld kunnen worden en dat, waar er sprake is van uitwassen, er handhavend opgetreden kan worden.

5.3 Inspraakprocedure

Bij het opstellen van beleid moet de wettelijke inspraakprocedures uit de Algemene wet bestuursrecht en/of de inspraakverordening gevolgd worden. Gebruik deze periode om nog reacties van bijvoorbeeld de LTO, de SVR en de betrokken campinghouders te krijgen. Het is van belang dat deze inspraakreacties zorgvuldig verwerkt worden.

5.4 Vaststellingsprocedure

Het nieuwe kampeerbeleid zal, voor wat betreft kamperen, de basis vormen voor planologische vrijstellingsprocedures en het opstellen van nieuwe bestemmingsplannen. Het is daarom noodzakelijk (verplicht) om dit (concept) beleid vast te stellen door college en gemeenteraad.

5.5 Verwerking in het bestemmingsplan

Zorg ervoor dat bij het opstellen van nieuwe bestemmingsplannen het kampeerbeleid goed en volledig wordt verwerkt. Niet volledige verwerking betekent problemen in de (nabije) toekomst.

mr. C.P.W. (Peter) van den Berg

Gemeenteraadslid in Waddinxveen namens deProtestantse Combinatie Waddinxveen (PCW: SGPICU/HKV).Als handhavingsjurist werkzaam bij een gemeente en betrokken bij het opstellen van eengemeentelijke nota kampeerbeleid.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 september 2007

De Banier | 24 Pagina's

Doelwit · Campings:graag of lielemaal niet

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 september 2007

De Banier | 24 Pagina's