Ontwikkeling in Europa?!

EUROPA BLIJFT BOEIEN. BEGIN JANUARI ORGANISEERDE DE WERKGROEP EUROPA VAN DE NATIONALE JEUGDRAAD (NJR) EEN TWEEDAAGS WERKBEZOEK NAAR BRUSSEL. HOE ZIET DE EUROPESE UNIE (EU) ERUIT? EN HOE ZIT HET EURO­ PESE ONTWIKKELINGSBELEID IN ELKAAR?

BIJ DEZE EXCURSIE WAS OOK EEN VERTEGENWOORDIGER VAN DE COMMISSIE IN­ TERNATIONAAL VAN DE SGP-JONGEREN AANWEZIG. ONDANKS HET NEUTRALE KARAKTER VAN DE EXCURSIE HEBBEN DE SGP-JONGEREN HUN STANDPUNTEN OVER ONTWIKKELINGSSAMENWERKING GOED UITEEN KUNNEN ZETTEN.

Programma

De excursie had als hoofdthema het functioneren van de EU. Naast een bezoek aan het Europees Parlement gingen we ook langs een niet gouvernementele organisatie (ngo). Deze ngo, Ecre, lobbyt voor verbetering van de rechten van vluchtelingen.

Het is wonderlijk om te zien dat er in Brussel zoveel lobbyisten rondlopen. Deze lobbyisten (schattingen lopen uiteen van 12.000 tot 15.000 mensen!) proberen stuk voor stuk invloed uit te oefenen op het beleid, wat dan ook regelmatig lukt. Naast deze lobbyisten zijn er in Brussel nog een aantal checks and balances aanwezig, in de vorm van onafhankelijke adviescommissies. Een tweetal commissies, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité voor de Regio's, werd bezocht. Deze comités geven gevraagd en ongevraagd advies aan de Europese Commissie en het Europees Parlement.

Europees ontwikkelingsbeleid

Naast de standaardonderdelen van een bezoek aan Brussel (zoals het EP en de EC) brachten we ook een bezoek aan het directoraat-generaal EuropeAid. Dit departement houdt zich bezig met ontwikkelingssamenwerking. Bij de twee presentaties die door ambtenaren van het directoraat-generaal gegeven werden, stond het Europees ontwikkelingsbeleid centraal.

De huidige eurocommissaris voor Ontwikkeling en Humanitaire Hulp, de heer Louis Michel, heeft in 2005 een verklaring naar buiten gebracht met zijn visie op ontwikkelingssamenwerking. Dit document is in juni 2005 goedgekeurd en ondertekend door de Europese Com­ missie, het Europees Parlement en de Raad van Europa, wat aangeeft dat het beleid brede steun heeft in alle lagen van de Europese Unie.

De kernpunten van dit Europese beleid zijn de bestrijding van armoede en honger, het realiseren van de Millennium Development Goals (MDG's) en het verstrekken van meer en betere hulp. In 2007 zijn deze doelstellingen opnieuw vastgelegd.

Armoede wordt door het directoraatgeneraal gezien als bron van veel ellende. Door armoede te tackelen zullen zaken als onderwijs, veiligheid, werk, gezondheid, etc. bereikbaar worden voor de armen. Om dit te bereiken heeft het beleid een sterke nadruk op het realiseren van MDG's.Armoede loopt immers als een rode draad door de MDG's heen.

Laatste kernpunt is het verstrekken van meer en betere hulp. In 2005 heeft de Raad van Europa bepaald dat de lidstaten stapsgewijs hun bijdrage aan ontwikkelingssamenwerking moeten gaan vergroten. In 2015 moeten alle lidstaten 0, 7% van hun BNP besteden aan ontwikkelingshulp.

Er wordt niet alleen meer geld in het beleid gepompt. Er is ook aandacht voor verbetering van de hulp. In het beleid ligt een zeer sterke nadruk op duurzame ontwikkeling en op de coherentie (samenhang) van het beleid van de 27 lidstaten.

Visie

Aan het einde van de twee lezingen was er ruimte voor een discussie. Want wat is de visie van de SGP-jongeren op dit beleid? De hoofdlijnen, zoals die in deze verklaring zijn uitgezet, zijn goed. Het geven van meer ontwikkelingshulp juichen wij altijd toe, evenals het verbeteren van deze hulp. Ontwikkelingshulp is immers ook een bijbelse opdracht: zorg dragen voor de naaste. Ook de focus op de duurzame ontwikkeling is goed. Het volgen van ontwikkelingen en het meten van de resultaten van de hulp zijn juiste keuzes om ontwikkelingssamenwerking te verbeteren. Wel zetten wij vraagtekens bij het kiezen van de MDG's als hoofdpunt van het beleid. Deze doelen, die in 2000 door de VN zijn afgesproken, zijn erg gericht op het behalen van kwantitatieve resultaten. Maar problemen zijn niet altijd te vangen in cijfers en statistieken. Er is dus een kans dat hulpverleners zich gaan richten op de aantallen. Gevolg hiervan zou kunnen zijn dat eerst de gebieden geholpen worden, waar makkelijk resultaten te boeken zijn. Bij het uitvoeren van het beleid moet er aandacht zijn voor deze mogelijke negatieve gevolgen van de MDG's.Tegelijkertijd beseffen de SGP-jongeren ook dat deze doelen ook kansen bieden: maar liefst 189 staten hebben deze doelen onderschreven. Door dit enorme 'commitment' willen wij dit beleid niet afwijzen, maar een kritische noot is op zijn plaats. Helaas hadden we niet de kans om dhr. Michel zelf te bevragen over zijn beleid...

Alles Europa!

Tijdens het laatste onderdeel van de excursie, een bezoek aan de Permanente Vertegenwoordiging (PV, de 'ambassade' van Nederland bij de EU), drukte de woordvoerder van de PV het ons nog eens op het hart: alles heeft een Europese dimensie. En dat is zo: wij kunnen niet meer om Brussel heen. Daarom staan de SGP-jongeren positief kritisch ten opzichte van de EU. Juist omdat Brussel veel beleidsterreinen bereikt, moeten wij alert blijven en Brussel in de gaten blijven houden.

Anthony van der Wulp

Lid commissie Internationaal

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen