Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De geestelijke vrijheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De geestelijke vrijheid

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE ORDENING VAN DE SAMENLEVING IS EEN ZAAK DIE EEN CHRISTEN NA AAN HET HART MOET LIGGEN. GEEN SAMENLEVING KAN ZONDER NORMEN EN WAAR­ DEN. EEN CHRISTEN ZAL DE BIJBELSE NORMEN EN WAARDEN TOT UITGANGSPUNT VAN HET ORDENEN VAN DE SAMENLEVING NEMEN. IN HET CHRISTELIJKE EUROPA IS EEN VRAAG GEWEEST WELKE PLAATS DE OVERHEID MOET HEBBEN MET BETREK­ KING TOT DE CHRISTELIJKE GODSDIENST. IN DE GEREFORMEERDE THEOLOGIE IS HET ANTWOORD GEGEVEN DAT DE OVERHEID HIER EEN TAAK HEEFT.

Wie bijbels denkt zal daarbij onderstrepen dat die taak nooit tot dwang mag leiden met betrekking tot andere godsdienstige gezindheden. Belangrijk is te beseffen dat de overheidstaak ook beperkt is. Zij beperkt zich tot het publieke domein. Alleen een overheid die zich van de grenzen van haar verantwoordelijkheid bewust is zal de geestelijke vrijheid respecteren.

Grondrechten

Vanaf de Verlichting is de erkenning van de zogenoemde klassieke grondrechten van vrijheid van godsdienst, meningsuiting en drukpers kenmerkend voor de westerse beschaving geworden. Deze grondrechten maken voor een christen duidelijk dat hij, zich bewust zijnde van de beperkte taak van de overheid, in een meerderheidspositie geen dwang zal willen gebruiken om het christelijke geloof aan anderen op te dringen.Voor de christelijke kerk zelf scheppen deze klassieke grondrechten de ruimte om de christelijke geloofsovertuiging gestalte te geven. Theologisch denk ik dan aan het feit dat er geen zaligheid is buiten de Heere Jezus Christus en ethisch aan de tien geboden als regel van dankbaarheid. Binnen de westerse samenleving bleef ook na de Verlichting het normbesef sterk gestempeld door het christelijke verleden.Ten aanzien van huwelijk en seksualiteit was er geen breuk tussen de christelijke kerk en delen van de samenleving die zich daaraan onttrokken hadden.Vooral na de Tweede Wereldoorlog komt een ontwikkeling op gang waarbij het afscheid van de bijbelse openbaring gevolgd wordt door afscheid van bijbelse normen en waarden die direct relevant zijn voor de ordening van de samenleving. Dan denk ik met name aan de scheppingsordeningen van rustdag en huwelijk. Van belang is dat aan de klassieke grondrechten in de gehele westerse samenleving dat van niet-discriminatie is toegevoegd. Het is niet geoorloofd onderscheid te maken op grond van godsdienst, ras, geslacht of seksuele geaardheid.Voor een christen is echter de positie van man en vrouw niet in alle opzichten gelijk. Man en vrouw hebben zeker als zij gehuwd zijn binnen het gezin niet dezelfde taak. Dat heeft ook maatschappelijke consequenties. De Bijbel wijst seksuele relaties buiten het huwelijk tussen één man en één vrouw af.

Normen en waarden

In onze samenleving wordt de vraag steeds dringender of het bijbelse geluid ten aanzien van huwelijk, seksualiteit, gezin en de verhouding van man en vrouw nog wei gehoord mag worden. Ik denk dan met name aan het onderwijs. Het christelijke onderwijs is in het leven geroepen om onderwijs te geven gestempeld door het bijbels getuigenis. De klassieke grondrechten vormen een paraplu die het goed recht daarvan garanderen. Uit de nota Lesbisch- en homo-emancipatiebeleid 2008-2011 'gewoon homo zijn' moet helaas worden geconstateerd dat de notie van geestelijke vrijheid bij het huidige kabinet niet veilig is. In de bewuste nota worden onder andere orthodoxe christenen expliciet als probleemgroep genoemd. Het kabinet wil een seculier-liberale visie op huwelijk en seksualiteit aan de gehele samenleving opdringen. Een dergelijke doorvoering staat op gespannen voet met de vrijheid van godsdienst en van meningsuiting. Wanneer het kabinet het gebruik van geweld tegen homoseksueel geaarde burgers wil bestrijden, mag zij op de steun van christenen rekenen. Anders wordt het als het kabinet het kwalijk acht dat christenen homoseksueel gedrag zondig noemen. De grote vraag is of de overheid ook in de toekomst bewaker wil zijn van de geestelijke vrijheid.Wil zij de rechten van minderheden in de samenleving respecteren of wil zij de ideologische visie van de meerderheid van de samenleving die inmiddels steeds sterker de wetgeving doortrekt aan minderheden die deze ideologie niet aanhangen, opdringen? Eén van de achterliggende vragen is hoe de vrijheid van godsdienst en meningsuiting zich verhoudt tot andere normen en waarden en wel met name die van seculier-liberale visie van antidiscriminatie en gelijkheid. Onjuist is de suggestie dat de opvattingen van orthodoxe christenen levensbeschouwelijk bepaald is en die van de meerderheid van de samenleving niet. Meer dan eens wordt door politici die gedachte gewekt als zij er blijk van geven moeite te hebben dat christenen een beroep doen op de Bijbel. De Bijbel is immers een gezagsbron die niet voor ieder evident is. Men vergeet dan dat dit evenzeer geldt voor het gezag dat het aan het autonomie- en gelijkheidsdenken wordt toegekend. Dat er op geen enkele wijze onderscheid mag worden gemaakt in positie tussen man en vrouw (en in verbanc daarmee de notie van kostwinner in de belastingwetgeving geen plaats mag hebben), dat het huwelijk tussen één man en vrouw maatschappelijk van hetzelfde gehalte is als een homoseksuele relatie is allesbehalve puur uit de feiten af te leiden. Deze visie kan slechts verdedigd worden als men op zeer bepaald levensbeschouwelijk gekleurde wijze naar de feiten kijkt. Dat de meerderheid van de West-Europese samenleving zo inderdaad naar de feiten kijkt, doet aan het levensbeschouwelijk karakter ervan niets af.

Waken

In onze samenleving is één van de eerste zo niet de allereerste taak van christenpolitici te waken voor de geestelijke vrijheid. Zij mogen vragen dat de ideologie (godsdienst) van de meerderheid van de samenleving niet aan minderheden waaronder de christelijke kerk wordt opge- legd. In Nederland komt daar gezien de in de wet vastgelegde vrijheid van onderv\^ijs bij dat minderheden het recht houden aan hun kinderen onderv^'ijs te laten geven dat bij hun levensbeschouwing aansluit.Voor de christelijke kerk denken we dan aan onderwijs dat uitgaat van het feit dat er slechts zaligheid door Christus is, dat de tien geboden maat van het menselijk handelen behoren te zijn, dat deze werkelijkheid Gods schepping is, dat de Bijbel het Woord van God is. Op de vraag of vrijheid van godsdienst 3n onderwijs dan onbegrensd moet zijn, mag en kan geantwoord worden dat ook christenen een grens willen trekken waar deze vrijheden worden gebruikt om ze v'an binnenuit te ondergraven. Heel con- : reet denk ik dan aan godsdienstigeechtvaardiging van het gebruik van ge- -veld jegens andersdenkenden. De overleid behoeft zich op dit punt over christelijke kerken en scholen (en trouwens Dok synagogen en joodse scholen) geenorgen te maken. Het getuigt niet van ongegronde wantrouwen als men hierbij ; en aanzien van moskeeën en islamitische cholen niet bij voorbaat overtuigd is. De neerderheid van de Nederlandse mosms geeft aan afwijzend te staan ten opichte van geweld. Dat neemt niet weg at juist moslims wereldwijd geweld geruiken dat godsdienstig gemotiveerd is. )ok in Nederland voelen

x-moslims en bijvooreeld ook christenen uit liet Midden-Oosten zich 'iet altijd veilig.Van moseeën en islamitische cholen mag een overheid "agen dat zij de koran zo tieggen dat geweldstek- : en niet van toepassing p deze tijd worden gecht en dat men zich disintieert van de in alle ormen van sharia beaande regel dat op afval in de islam de doodstraf vel de meest vergaande vorm van geweld) staat. De overheid mag niet meer, maar behoeft ook Kiet minder van godsdienstige gezindheden te vraj, 3n dan dat zij de geestei ke vrijheid die de wort ; l is van de klassieke g'"ondrechten ten volle willen respecteren.Voor de christelijke godsdienst die vanuit haar eigen bronnen geen geweld naar andersdenkenden toestaat, is dit een vraag die zonder bezwaar kan worden ingewilligd. Rechtvaardigen religieuze bronnen geweld dan wordt dat moeilijker. De overheid die vrijheid van godsdienst heeft te respecteren, doet er goed aan zich te realiseren dat niet alle godsdiensten gelijk zijn. Nog afgezien van de verhouding tot God blijkt dat al op maatschappelijk terrein. De ene godsdienst gaat uit van het monogame huwelijk, de ander acht polygamie geoorloofd, de ene wil de eerste dag van de week als rustdag de ander de laatste, de ene acht religieus geweld onder bepaalde omstandigheden geoorloofd, de ander wijst alle religieus geweld af.

Godsdiensten zijn niet gelijk

Juist als de overheid zich realiseert dat godsdiensten ongelijk zijn, kan zij aan de klassieke grondrecht van vrijheid van godsdienst werkelijk recht doen. Zij mag grenzen trekken waar vanuit een godsdienst de geestelijke vrijheid metterdaad wordt bedreigd. Nog veel minder dan alle politieke overtuigingen gelijk zijn, zijn alle godsdiensten gelijk. Dat blijkt in het ene geval meer en in het andere geval minder als het gaat om de maatschappelijke consequenties van godsdienstige overtuigingen. Als wij ook de liberaal-seculiere gezindheid als godsdienst typeren wordt de ongelijkheid van godsdiensten ook in maatschappelijk opzicht des te duidelijker.We mogen van de overheid vragen dat zij de geestelijke vrijheid niet ondergeschikt maar aan het liberaal-seculiere meerderheidsgeloof. Veelzeggend is overigens dat de enige geloofsvervolging die in Nederland na de Verlichting plaatsvond, gedragen werd door de negentiende-eeuwse vorm van liberalisme. De ongelijkheid van godsdienst blijkt nog meer als de eeuwigheiddimensie erbij wordt betrokken.Wie weet dat de Bijbel het Woord van God is en er slechts door de opgestane Heere Jezus Christus als God Die mens werd en stierf ter verzoening van de zonde, toegang tot God is, weet dat alle andere godsdiensten dan de klassieke christelijke daarin een andere weg wijzen. Slechts daarin zijn andere godsdiensten dan de christelijk gelijk dat zij niet leiden naar het nieuwe Jeruzalem. Mensen ertoe bewegen op reis te gaan naar het nieuwe Jeruzalem is geen taak van de overheid, maar van de kerk. De christelijke kerk vraagt van de overheid en bidt voor de overheid dat zij daartoe alle ruimte ontvangt.

ds. P.de Vries, Waarder

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 maart 2008

De Banier | 24 Pagina's

De geestelijke vrijheid

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 maart 2008

De Banier | 24 Pagina's