Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Verdrag van Lissabon

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Verdrag van Lissabon

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

ERWijL DE TWEEDE KAMER ZICH BINNENKORT HOOPT TE BUIGEN OVER DE RA- IFICATIE VAN HET VERDRAG VAN LiSSABON, IS HET EuROPEES PARLEMENT (EP) EEDS BEZIG MET EEN RAPPORT OVER DE GEVOLGEN VAN DE INWERKINGTREDING RVAN. DIT RAPPORT, DAT GESCHREVEN WORDT DOOR DE BELGISCHE OUD-PREMIER EAN-LUC DEHAENE, RICHT ZICH VOORAL OP DE GEVOLGEN VAN HET VERDRAG AN LISSABON VOOR HET INSTITUTIONELE EVENWICHT VAN DE EUROPESE UNIE U). DIT WIL ZOVEEL ZEGGEN ALS EEN GRONDIGE ANALYSE VAN VERHOUDINGEN USSEN RAAD, COMMISSIE EN PARLEMENT ONDER HET NIEUWE VERDRAG.

Complex

)p dinsdag 1 april jl. vond het eerste deat plaats tussen Dehaene en de andere eden van de commissie Constitutionele Zaken van het ER In dit debat vielen verchillende zaken op. In de eerste plaats is 'e verhouding tussen de instellingen van se EU, vooral tussen Raad, Europese "ommissie (EC) en Parlement, in het Verdrag van Lissabon danig gecompileerd. De Europese Raad, waarin de Euopese staats- en regeringsleiders bijeenomen, wordt als aparte instelling na- •rukkelijker onderscheiden van de Raad an Ministers. In de Raad van Ministers omen de vakministers van de lidstaten, jvoorbeeld de ministers van Milieu, transport of Financiën, bij elkaar.

Dit onderscheid wordt vooral veroorzaakt door de introductie van een vaste voorzitter van de Europese Raad in het Verdrag van Lissabon. Om de institutioele gevolgen hiervan te kunnen analyse- • en, moet eerst gekeken worden naar de •luidige krachtsverhoudingen. In het van -racht zijnde verdrag kent de EU een : '.esmaandelijks roulerend voorzitterschap. Het land dat de voorzittershamer hanteert, zit niet alleen de Raad van Ministers voor, maar ook de Europese Raad.

In het Verdrag van Lissabon behoudt de Raad van Ministers een roulerend voorzitterschap, zij het dat drie landen gedurende achttien maanden leiding geven. De Europese Raad krijgt daarentegen een vaste voorzitter voor de periode van tweeënhalf jaar; een termijn die daarna nog éénmaal kan worden verlengd.

Voorbeeld

Deze complexe situatie, en de interinstitutionele gevolgen ervan, laten zich het best uitleggen aan de hand van een voorbeeld. Stel dat Nederland deel uitmaakt van een trio lidstaten dat het roulerend voorzitterschap bekleedt. Stel eveneens dat de Britse oud-premier Blair, zijn naam wordt in de wandelgangen genoemd als kandidaat, de vaste voorzitter is van de Europese Raad. De situatie die dan ontstaat, is de volgende: De Nederlandse vakministers reizen af en aan naar Brussel om leiding te geven aan de Raad van Ministers. De premier zit ondertussen 'gewoon' in Den Haag. Hij heeft op dat moment geen Europese rol, zoals in het huidige verdrag wel het geval zou zijn, omdat Blair de vergaderingen van de Europese Raad voorzit. Dit betekent dat de afstemming tussen de Europese Raad en de Raad van Ministers een ander karakter zal krijgen en beide instellingen de facto onafhankelijker van elkaar zullen opereren. De premier kan niet langer als spilfiguur fungeren door als voorzitter van de Europese Raad via zijn eigen vakministers in de Raad van Ministers bepaalde dossiers van een nieuwe impuls voorzien. Een tweede punt van zorg met betrekking tot het evenwicht tussen de instellingen is de bemensing van de nieuwe functies die het verdrag herbergt. Er moet niet alleen een vaste voorzitter van de Europese Raad benoemd worden, maar ook een voorzitter van de EC en een Hoge Vertegenwoordiger voor het Buitenlands- en Veiligheidsbeleid. Deze laatste functionaris zorgt eveneens voor verdere complicaties tussen de instellingen, omdat hij zowel vice-voorzitter van de EC wordt als voorzitter van de Raad van Ministers voor Externe Betrekkingen.

Zorg

De Eurofractie ChristenUnie-SGP deelt de zorgen van de leden van de Constitutionele Commissie. Al deze functies zullen de betrekkingen tussen de instellingen niet alleen compliceren, maar evenzeer bemoeilijken. Eén van de belangrijkste redenen voor deze zorg is de vage taakomschrijving in combinatie met de gedeeltelijke overlap van deze functies. Zo moeten zowel de vaste voorzitter als de Hoge Vertegenwoordiger de EU in het buitenland vertegenwoordigen, maar wie dat op welk moment moet doen, blijft onduidelijk. Zo debatteerde de EP-leden over de vraag welke functionaris de EU zou moeten vertegenwoordigen op een NAVOtop of de vergaderingen van de G8.

De zorg wordt nog eens geïntensiveerd door het feit dat vooral oud-premiers en oud-ministers voor deze functies in aanmerking komen. Een kenmerk van deze personen is dat zij over het algemeen geen genoegen nemen met het spelen van de tweede viool. De Constitutionele Commissie was vooral bezorgd over de rol van de EC en, meer specifiek, over de concurrentie die de nieuwe Commissievoorzitter zal ondervinden van de vaste voorzitter van de Europese Raad.

Het is in ieder geval duidelijk dat de rapporteur van het EP, de heer Dehaene, de komende maanden veel werk zal hebben aan het in kaart brengen van alle institutionele kwesties die met de eventuele inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon gepaard gaan. Belangrijker nog is dat hij met werkbare oplossingen komt, waarmee het goede functioneren van de EU werkelijk gediend is.

De Eurofractie ChristenUnie-SGP kiest er bewust voor het ratificatieproces bij de lidstaten te laten liggen. De nationale parlementen, waaronder de Tweede Kamer, zijn nu aan zet. Dit neemt evenwel niet weg dat het goede functioneren van de Unie, ook na een eventuele ratificatie van dit verdrag, een belangrijke prioriteit blijft. De Eurofractie zal er, ook in het kader van het rapport Dehaene, alles aan doen om de in het verdrag voorkomende vaagheid en onduidelijkheid weg te nemen.

Dick Jan Diepenbroek

beleidsmedewerker Eurofractie Christen­ Unie-SGP

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 2008

De Banier | 24 Pagina's

Het Verdrag van Lissabon

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 2008

De Banier | 24 Pagina's