Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De taak van de overheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De taak van de overheid

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Veel wordt in het 500e geboortejaar van Calvijn over hem en zijn opvattingen geschreven. Hoe dacht Calvijn over de taak van de overheid, vooral ten aanzien van de kerk? Zonder de pretentie te hebben volledig te zijn, wil ik enkele dingen doorgeven uit het gedachtegoed van Calvijn en daarnaast enkele zaken uit de toelichting van ons Program van Beginselen, om zo een bescheiden aanzet te geven tot doordenking, oordeelvorming en standpuntbepaling, ook in onze tijd.

Calvijn
In Jesaja 49:23a staat: “en koningen zullen uw voedsterheren zijn, hun vorstinnen uw zoogvrouwen; zij zullen zich voor u buigen met het aangezicht ter aarde en zij zullen het stof uwer voeten lekken.” In zijn commentaar schrijft Calvijn dat de Heere koningen en koninginnen vergelijkt met opvoeders en voedsters, omdat zij alles zullen laten aanrukken wat voor de voeding en de opvoeding van het kroost der Kerk nodig zal zijn. Machtige koningen hebben hun rijkdom (aan geld, goed en machtsmiddelen) aangewend voor de Kerk, om haar weer op te richten en te begunstigen. “en op die manier traden ze als het ware op als haar ‘patronen’ of ‘beschermheren’. Daaruit moeten we opmaken, dat hier van de vorsten behalve een openbare belijdenis van hun geloof ook nog iets bijzonders wordt gevraagd, aangezien de Heere hen had bekleed met macht en gezag tot bescherming van de Kerk en ter bevordering van Zijn eer. O zeker, het is de plicht van iedereen zich daartoe te benaarstigen. Maar koningen moeten – naarmate ze meer macht hebben – daartoe zich te meer inspannen. Ze behoren des te ijveriger in dezen bezig te zijn. Ziedaar de reden, waarom David hen met name toespreekt en waarschuwt om toch verstandig te zijn, de Heere te dienen en de Zoon te kussen (Psalm 2:10).” Calvijn spreekt van een schitterende erepositie die de Heere aan koningen geeft van “verzorging en bescherming der Kerk”. Verder schrijft Calvijn: “Nee, het gaat hier over het wegdoen van bijgelovige praktijken; over het uitroeien van alle verfoeilijke afgoderij. Anders gezegd: Het gaat hier over de bevordering van het rijk van Christus en het zuiver bewaren van de leer (des evangelies); over het wegnemen van de struikelblokken (ergernissen) en over het reinigen van al het vuil, dat de godsdienst bederft en Gods Majesteit verdonkert.” De overheid heeft ook een taak in het zorgen voor de herders en de dienaren des Woords, in de zorg voor de armen, in het oprichten van scholen en betalen van de onderwijzers en leraars en zelfs het kostgeld voor studenten. “Ze bouwen dan armen-huizen en ziekenhuizen, en doen verder alles, wat betrekking heeft op de bescherming en bewaking van de Kerk.” Kanttekening 100 bij Jesaja 49:23 tekent bij het woord ‘koningen’ aan: “De zin is, dat de koningen niet alleen zich tot de gemeente van Christus zullen vervoegen, maar zij zullen ook hun macht en autoriteit gebruiken tot aanwas en bescherming derzelve.” Calvijn bepleit geen neutrale staat, want hij schrijft duidelijk dat de overheid haar invloed heeft aan te wenden tot het beschermen en verzorgen van de Kerk, het bevorderen van het rijk van Christus en het zuiver bewaren van de leer en het bestrijden van de valse leer in overeenstemming met de inhoud van art. 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.

SGP
In dezelfde lijn spreekt de toelichting van ons Program van Beginselen. We lezen op blz. 17 het volgende: “De verhouding van kerk en staat is volgens artikel 36 NGB een theocratische. De theocratie staat wat uitgangspunt en richtsnoer betreft tegenover die van de neutrale staat, die de kerk in haar wezen niet erkent.” In art. 2 staat dat de SGP zich ten doel stelt de beginselen van Gods Woord op staatkundig terrein tot meerdere erkenning te brengen in den lande. Art. 4 zegt: “Wetgeving en bestuur mogen de prediking van het evangelie niet hinderen, maar moeten deze bevorderen. De Kerk van Christus dient wel onderscheiden te worden van elke vereniging en moet naar eigen rechten beschermd worden. Dientengevolge behoren ongeloofspropaganda, valse religies en antichristelijke ideologieën door de overheid uit het openbare leven te worden geweerd.” In de verklaring van dit artikel wordt verwezen naar de verklaring van Calvijn van Jesaja 49:23. De vorm van de theocratie is wel anders dan ten tijde van het Oude testament, maar de norm is hetzelfde gebleven. We lezen op blz. 27: “De overheid moet alle uitingen via pers, radio en televisie die tegen God en Zijn geboden ingaan, verbieden.” Ook in de tijd van Calvijn dwong men niet tot geloof. Het doden van ketters vond alleen in zeer bijzondere gevallen plaats. De overheid kan niet heersen over het geweten van onderdanen. er is gewetensvrijheid, maar die heeft wel grenzen. “De overheid mag niet toestaan dat haar burgers zich bijvoorbeeld van het leven laten beroven, laten cremeren, of de bloedwraak uitvoeren.” Kortom: geen neutrale overheid. De SGP handhaaft in de lijn van Calvijn onverkort art. 36 NGB.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 april 2009

De Banier | 24 Pagina's

De taak van de overheid

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 april 2009

De Banier | 24 Pagina's