Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

SGP-kandidaten Europees Parlement

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SGP-kandidaten Europees Parlement

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op D.V. 4 juni worden er verkiezingen gehouden voor het Europees Parlement, waarbij de gecombineerde fractie van ChristenUnie en SGP opnieuw uitkomt met een gezamenlijke lijst. In deze en de volgende Banier maakt u kennis met drie SGP-kandidaten: de heren M. de Haas, J. Lock en B. Belder.

Meneer De Haas, kunt u om te beginnen iets over uzelf vertellen?
Ik ben 48 jaar geleden geboren in Den Haag, getrouwd met Edith en met onze kinderen Martijn en Esther woonachtig in Ede. Ik heb Ruslandkunde gestudeerd en ben landmachtofficier. Vanuit Defensie ben ik tewerkgesteld bij Instituut Clingendael in Den Haag. Kerkelijk behoren we tot de PKN (GB).

In uw studententijd maakte u andere politieke keuzes dan tegenwoordig: u was actief lid van de VVD. Hoe kwam u uiteindelijk bij de SGP terecht?
Toen ethische kwesties als abortus en euthanasie op de agenda kwamen, kon ik niet langer bij de VVD blijven en ben ik begin jaren tachtig vertrokken. Ik heb vervolgens wisselend GPV en SGP gestemd, maar voelde mij meer verwant aan de SGP. Wat defensie en buitenlands beleid betreft was de stap tussen VVD en SGP overigens niet groot, dat zie je nu ook dikwijls in gezamenlijke Kamermoties. Maar op het gebied van ethische kwesties wel. Geleidelijk aan is bij mij het besef gegroeid van het belang van politiek met Bijbelse uitgangspunten. Daartoe voel ik mij helemaal thuis bij de SGP.

Vanuit Defensie bent u werkzaam bij Clingendael, een politiek onafhankelijk kennisinstituut voor internationale betrekkingen. Wat houdt deze functie concreet in?
Ik ben militair onderzoeker met als specialisatie het veiligheidsbeleid van Nederland, de NAVO, de eU, Rusland en de andere landen van de voormalige Sovjetunie. Wat wij op Clingendael doen is met één woord: informatieverstrekking. Ik publiceer, verzorg lezingen en geef interviews, alles in binnen- en buitenland. De ene dag debatteer ik met studenten in Wolgograd over het conflict in Georgië en de andere dag schrijf ik met stagiairs op Clingendael stukken over de Nederlandse defensie; een afwisselend bestaan dus.

Uw CV geeft het beeld van een veelzijdig persoon: in het verleden gaf u als docent internationale betrekkingen les op de KMA en u schrijft regelmatig voor het Reformatorisch Dagblad. Daarnaast spreekt u een aantal talen: naast Engels, Duits en Frans bijvoorbeeld ook Russisch en Afrikaans. Wat zijn uw drijfveren voor dit alles?
Ik mag graag werken met jongeren, als docent, maar destijds op de KMA ook in de militaire sport en in de Bijbelkring daar. Ook vind ik het belangrijk om begrip te wekken bij Russische studenten voor ons veiligheidsbeleid, en dat kan uiteraard het beste in hun eigen taal. Daartoe probeer ik ook uitwisselingen op te zetten tussen Nederlandse en Russische jongeren, wat wederzijds wantrouwen doet verdwijnen. Dat weet ik uit de militaire praktijk als wapenbeheersingsinspecteur in (Wit-)Rusland. Als je bezig bent in de internationale politiek is het handig als je wat talen spreekt. en met die talenkennis kom je soms ook op geloofszaken uit, zo heb ik ervaren met Russische, Zuid-Afrikaanse en Israëlische militairen en jongeren.

Volgt u alle internationale ontwikkelingen?
De belangstelling voor internationale politiek heb ik altijd gehad, als twaalfjarige scholier volgde ik de Jom Kippoeroorlog al op de voet. Deze interesse voor Israël is altijd gebleven, heeft mij als dienstplichtig militair naar Libanon gebracht en mij ertoe aangezet om na afronding van de studie Ruslandkunde ook nog wat Modern Hebreeuws te leren. Doorgaans richt ik de aandacht vooral op mijn specialisatiegebieden, maar ik maak ook wel eens uitstapjes. Zo houd ik mij nu bijvoorbeeld ook bezig met China, in de samenwerking met Rusland en Centraal- Azië, en met energie als (Russisch) politiek machtsmiddel.

Op welke wijze bent u betrokken bij de SGP?
Ik adviseer de tweede Kamerfractie over thema’s op het gebied van defensie en buitenlands beleid. Daarnaast was ik voorzitter van de werkgroep van de Guido de Brès-Stichting over europees veiligheidsbeleid en draag ik bij aan verkiezingsprogramma’s.

U bent de derde SGP’er op de gezamenlijke kandidatenlijst voor het Europees Parlement. Welke verwachtingen hebt u aangaande de komende verkiezingen?
Voor mijzelf geen, ik sta op de gezamenlijke CU-SGP lijst op een onverkiesbare achtste plaats. Maar mijn wens is dat we ten minste de huidige twee zetels kunnen behouden, waaraan ik een goede bijdrage hoop te mogen leveren. Mijn persoonlijke speerpunten voor het EP zijn: steun aan Israël; EU, NAVO en Amerika samen als borg voor internationale veiligheid en gerechtigheid; één Europees energiefront tegenover Rusland; en opkomen voor vervolgde christenen! en uiteraard wil ik na de verkiezingen ook onze Eurofractie graag ten dienste zijn op het gebied van defensie en buitenlands beleid.

Meneer Lock, kunt u om te beginnen iets over uzelf vertellen?
53 jaar geleden werd ik geboren in ’s Gravenzande, in het Westland. Momenteel woon ik in Giessenburg, samen met mijn vrouw Riek, met wie ik al 29 jaar gelukkig getrouwd ben. Wij zijn lid van de Gereformeerde Gemeente in Gorinchem. Ik ben directeur van Woord en Daad en gedelegeerd bestuurder van Prisma, een vereniging van christelijke organisaties in ontwikkelingssamenwerking.

U hebt als directeur van een ontwikkelingsorganisatie een achtergrond op het gebied van land- en tuinbouw. Waarom bent u destijds aan de hogere tuinbouwschool gaan studeren?
Aanvankelijk was ik van plan tuinder te worden, maar ik moest van mijn vader naar de mavo. Hij vond dat ik mijn hersens moest gebruiken. Via de mavo ben ik op mijn zestiende op de hogere tuinbouwschool in Utrecht terechtgekomen. Daarna volgde de stap naar Wageningen. In die periode werd ik gegrepen door de ontwikkelingsproblematiek. De keuze voor tropische vakken lag dan ook voor de hand.

Tot 1994 was u werkzaam voor de Zending Gereformeerde Gemeenten. Wat hebt u geleerd van ruim tien jaar Irian Jaya? Voordat we naar Papoea vertrokken, volgden we een intern opleidingstraject van drie jaar. Vervolgens brak vanaf 1983 een periode aan van diaconaal zendingswerk. Het grootste deel van onze tijd in Papoea verbleven we als gezin op posten waar geen of slechts een beperkt aantal Nederlanders waren. Riek en ik leerden hierdoor dicht bij de lokale bevolking te leven en vanuit hun wereld te denken. Het was een heel belangrijke en verrijkende periode in ons leven. Vanwege oogproblemen van onze oudste zoon keerden we na ruim tien jaar terug. Vanaf dat moment heb ik me ingezet voor Woord en Daad.

Volgt u alle internationale ontwikkelingen?
Alle is erg veel, maar de ontwikkelingen op mijn vakgebied volg ik nauwgezet. Dat wordt ook gewaardeerd, gezien de zaken waarvoor ik vanuit het werkveld van internationale samenwerking en de Nederlandse overheid word gevraagd. Zo was ik vorig jaar lid van de stuurgroep beleidsdialoog, over de toekomst van ontwikkelingssamenwerking.

Sinds juni 2007 bent u fractievoorzitter van de eenmansfractie in de gemeente Giessenlanden. Wat is uw ervaring als enige SGP’er in een gemeenteraad van vijftien leden?
Tot mijn verbazing kreeg ik energie van de gemeentepolitiek. Dat betekent dus dat mijn ervaring positief is. Maar dat komt ook omdat de raad een collegiale houding heeft, waarin ieder vanuit zijn of haar overtuiging het beste voor de gemeente zoekt. In zo’n context voel ik me als SGP’er prima thuis. Als de bijdrage er inhoudelijk echt toe doet, merk ik dat er ook ruimte is voor het geluid dat we als SGP graag laten horen. Die combinatie kom ik trouwens vaker tegen.

Zendings- en ontwikkelingswerk enerzijds en politiek anderzijds lijken totaal verschillende werelden. Hoe ziet u de verhouding tussen die twee?
Mijn hart ligt bij wereldburgers die - waar en hoe dan ook - tussen wal en schip vallen als gevolg van machtsmisbruik, scheefgroei of ook wel eigen schuld. Juist omdat de factor macht daarin wel degelijk een rol speelt, valt de koppeling met politiek ook vrij gemakkelijk te maken. een van de dingen waarmee we ons bij Woord en Daad bezighouden is beleidsbeïnvloeding. Dat wordt gedaan door Evert-Jan Brouwer, die de overstap maakte van ondersteuning van de SGP-Tweede Kamerfractie naar ons. Je ziet dus dat de terreinen elkaar vanuit dat perspectief overlappen. en juist die overlap boeit me mateloos.

Is er binnen de SGP voldoende aandacht voor Europa, of überhaupt voor zaken buiten Nederland? Waarom moet de SGP eigenlijk meedoen aan de Europese politiek?
De SGP heeft een sterke traditie van nationaal denken. Europees denken zit er dus niet echt in. Vanuit historisch oogpunt is dit uiteraard goed te begrijpen. Bovendien gaat Europa vaak over abstractere zaken, waardoor het letterlijk en figuurlijk verder van de burger af staat. toch is buitenlandse politiek juist voor christenen erg belangrijk. Denk bijvoorbeeld aan Israël, ontwikkelingssamenwerking of de dynamiek van de interne Europese markt. Grenzen worden steeds relatiever en grensoverschrijdende thema’s bepalen steeds meer wat er binnen onze grenzen gebeurt. Omgekeerd heeft wat wij doen ook betekenis voor landen om ons heen. Daarom is het van belang om ook oog te krijgen voor internationale politiek. Als partij heb je een taak en roeping richting de achterban, ook wat dit element betreft. Het is naar mijn overtuiging onverstandig om de mogelijkheden te laten liggen om over de grenzen heen je eigen geluid te laten horen. Het is juist prachtig dat we samen met de Christen-Unie deze ruimte hebben!

U staat als tweede SGP-kandidaat op nummer 5 van de gecombineerde CU-SGP lijst. Welke verwachtingen hebt u van de komende verkiezingen voor het Europees Parlement?
Ik hoop van harte dat we minimaal twee en misschien wel drie zetels krijgen. Dat betekent dat de kans dat ik persoonlijk door deze verkiezingen in het EP kom menselijkerwijs gesproken nihil is. Maar ik voel me wel zo betrokken dat ik, als er na de verkiezingen om een of andere reden een beroep op me gedaan wordt om alsnog een plek in te nemen (bijvoorbeeld omdat iemand uit het parlement gaat), dan volmondig ja zal zeggen. Ik hoop van harte dat SGP’ers met overtuiging over de eigen grenzen heen denken en gaan stemmen. Dan krijgt ons denken over de EU ook een stem in het EP, het hart van Europa.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 mei 2009

De Banier | 24 Pagina's

SGP-kandidaten Europees Parlement

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 mei 2009

De Banier | 24 Pagina's