Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zonder twijfel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zonder twijfel

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tijdens de zendtijd voor politieke partijen moest ik soms stil zijn van m’n Vader. Niet als de SGP aan het woord was, want dat gebeurde nooit; die kwam niet op de radio. Ook niet als Den Uyl aan het woord was. Daar mocht ik rustig doorheen praten - graag zelfs. En óók niet als er een van de pré-CDA’ers, zoals Biesheuvel (ARP) of Udink (CHU) door de ether kwamen; die zeiden ons niet zo veel. Koekoek van de Boerenpartij was altijd leuk om even naar te luisteren, al was het maar vanwege z’n Drentse accent. Maar bij één persoon moest ik altijd zwijgen. Dat was bij Jongeling, de voorman van het GPV.

Uit mijn eigen ervaring blijkt dat GPV’er Jongeling een potje kon breken bij SGPers. Met gereformeerd-vrijgemaakten hadden bevindelijk gereformeerden nooit zo veel, maar met Jongeling nu net weer wel. Hoe vrijgemaakt hij ook was - en dat was hij, tot ver achter de komma -, hij wist door zijn optreden in de Kamer en in het land (radio!) ook een snaar te raken bij staatkundig gereformeerden. Dat kwam niet alleen omdat GPV en SGP in de belangrijkste politieke kwesties eensgeestes waren, daar kwam nog bij dat de buitengewoon innemende fractievoorzitter van het Gereformeerd Politiek Verbond de taal van ‘het gewone volk’ sprak. Hij sprak ook ‘onze mensen’ aan.

Levensschets
Over Jongeling verscheen eerder dit jaar een biografie. Al wil de schrijver, de historicus en aan het Nederlands Dagblad verbonden journalist Herman Veenhof het niet zo noemen (“niet meer dan een journalistieke levensschets”), het is wel degelijk een boek dat voldoet aan de belangrijkste kenmerken van een biografie: een systematische, gedocumenteerde beschrijving van iemands leven in allerlei facetten. Als Veenhof op Jongeling door wil gaan, iets wat hij min of meer aankondigt, moet hij dat zeker doen. Maar het boek dat er nu ligt, is af. Af in de letterlijke en in de figuurlijke betekenis van het woord.

De titel van het boek spreekt voor zich: Zonder twijfel. toepasselijk voor de groep gelovigen en hun vertegenwoordigers die alles precies op een rijtje hadden. De ondertitel vergt wél nadere toelichting. Die luidt: Pieter Jongeling (1909-1985). Journalist, politicus en Prins. Deze drieslag slaat op de drie terreinen waarop Jongeling uitmuntte: hij was dé man van het Nederlands Dagblad, hij was hét gezicht van de politieke tak van de vrijgemaakten, en hij was, onder het pseudoniem Piet Prins, een veelgelezen auteur van kinderboeken (o.a. de beroemde Snuf-serie). Veenhofs boek is dan ook in drieën gedeeld: Jongeling de journalist, Jongeling de politicus en Jongeling de jeugdschrijver; zij het dat de onder het kopje Prins behandelde thema’s niet allemaal ‘passen’, maar dat heb je met indelingen.

Veenhof heeft zich consciëntieus van zijn taak gekweten. De bronnen waaruit hij heeft geput zijn mondelinge getuigenissen van personen die Jongeling van nabij gekend hebben (waaronder naaste familieleden) én stukken uit persoonlijke, politieke en kerkelijke archieven. De vlot schrijvende biograaf kent de vrijgemaakte wereld van binnenuit. Die innerlijke binding kan natuurlijk een gevaar zijn, door óf het verleden op te hemelen, óf het verleden meewarig en/of rancuneus af te doen, zeker nu het vrijgemaakte bastion (lange tijd het logo van het GPV) rap afbrokkelt. Veenhof is niet in die kuil gevallen. Hij heeft recht willen doen aan personen en gebeurtenissen die nu in een ander daglicht zijn komen te staan.

Zelf schrijft de auteur daar dit over: “De grote vraag is of wat nu gemakkelijk wordt gezien als fanatisme en verblinding - het konijn van de ware kerk in de koplampen van de synodocratische moloch - misschien oprechte angst en bezorgdheid waren. Zouden er in alle polemiek, voorspelde verdoemenis en spot over en weer, in het elkaar vereten, misschien ook sentimenten van liefde en trouw kunnen schuilen? De pijn van de verbroken liefde die woede genereert en kapotmaakt wat ze juist wil behouden? Die notie is belangrijk, nu de harde schijf van de Vrijmaking gewist dreigt te worden of weggespoeld in een vergetelheid die de grijze zone vormt tussen hagiografie en ontluistering.” Prachtig gezegd, en een les ook voor andere biografen die schrijven over personen uit de nog onvoltooid verleden tijd.

Winschoten
Blijkens Zonder twijfel is Veenhof er ten volle in geslaagd om Pieter Jongeling en zijn wereld recht te doen. Distantie en betrokkenheid houden elkaar in evenwicht. Jongeling wordt niet beschreven als een heilige, en evenmin als een man over wie je achteraf woedend en/of neerbuigend het hoofd moet schudden. Het levensverhaal van Piet Prins begint in Winschoten, Oost-Groningen. Afkomstig uit een typische ARP-familie van ‘kleine luyden’ werkte Pieter zich op van de kwekerij via de kweekschool naar de krant, eerst de Nieuwe Provinciale Groninger Courant, later het Gereformeerd Gezinsblad en het Nederlands Dagblad.

De jonge Jongeling beschikte over een aantal vaardigheden en eigenschappen die hem al betrekkelijk snel boven het maaiveld deden uitsteken. Pieter, meer gevoelsmens dan verstandsmens, bleek een geboren verteller, had gevoel voor humor en taal en was tegelijkertijd een man-van-stavast die als het moest ‘zijn’ mensen en bevolkingsgroep scherp, bij tijd en wijle polemisch verdedigde. Aanvankelijk waren dat de Kuyperianen, maar door de Vrijmaking in 1944 werden dat de ‘artikel 31-ers’. Jongeling speelde bij die Vrijmaking zelf geen prominente rol, maar toen de keus eenmaal gemaakt moest worden, was die zeer beslist. Geen twijfel mogelijk! Met volle overtuiging kozen Pieter en Klazina Jongeling (de vrouw met wie hij in alles een ideale twee-eenheid vormde) de kant van degenen die de beginselverzaking en verwatering in de Gereformeerde Kerken en de ARP hekelden.

Sachsenhausen
Vier hoofdstukken in de biografie gaan over Jongeling en de tweede Wereldoorlog. Hij werd opgepakt wegens illegaal werk voor de ARP, en belandde daardoor via verschillende huizen van bewaring en kampen in het concentratiekamp Sachsenhausen. Deze hoofdstukken van het boek zijn, begrijpelijk, het meest aangrijpend. Met name het hoofdstuk over de dodenmars van de gevangenen vlak voor het eind van de oorlog, gebaseerd op Jongelings eigen aantekeningen nadat hij veilig terugkeerde uit Duitsland, is bijzonder indrukwekkend. Dat hij de oorlog overleefde, was middellijkerwijs te danken aan zijn ‘thuisfront’, ook dat van boven. Zelf gaven Pieter en Klazina God publiekelijk de eer die Hem toekomt.

Vlekjes
Veenhof beschrijft daarna min en meer uitvoerig de carrière van Jongeling als krantenman en politicus, met af en toe doorkijkjes naar de hoofdpersoon als man, vader, collega, chef, Kamerlid, partijleider. Vlekjes die er ook zijn worden niet weggepoetst, maar er wordt ook niet in gewreven.

Het politieke deel van de biografie is geen dwarsdoorsnede van al het Kamerwerk dat Jongeling lange tijd in z’n eentje moest verrichten, maar meer een schets waarin een aantal aspecten van zijn werk in de tweede Kamer de revue passeren. Zo lezen we uitvoerig over de inzet van de fractievoorzitter van het GPV op thema’s als abortus provocatus, de Papoea’s en de Zuid-Molukkers, de Drie (oorlogsmisdadigers) van Breda en de kiesdrempel. Zó uitvoerig zelfs, dat het er bijna op lijkt alsof alle debatten over de genoemde thema’s om Jongeling draaiden, iets wat - uiteraard - niet het geval was.

Veenhof signaleert dat Jongeling, die aanvankelijk wat afstandelijk was tegenover de SGP, gaandeweg meer waardering kreeg voor de staatkundig gereformeerde collega’s. De verschillen in stijl en presentatie bleven (zeker onder SGP-voormannen als ‘de oude Van Dis’ en ds. Abma), maar de wederzijdse herkenning groeide. Geen wonder, in een volksvertegenwoordiging waarin GPV en SGP met hun inbreng op de meest wezenlijke zaken uiteindelijk dikwijls alleen stonden tegenover ‘de rest’. Hoezeer Jongeling ook het lievelingetje was van de media en de Haagse kaasstolpbewoners, als het er écht op aankwam stond ook hij alleen – naast de SGP. De emmers met sympathie en vaten vol waardering resulteerden bij de stembusgang in slechts een geringe aanwas voor het GPV – een ervaring waar een van Jongelings opvolgers, Gert Schutte, over mee kan praten.

En de (huidige) SGP ook.


N.a.v. Zonder twijfel. Pieter Jongeling (1909- 1985). Journalist, politicus en Prins Herman Veenhof
Uitgeverij De Vuurbaak
Prijs: € 24,90

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 september 2009

De Banier | 24 Pagina's

Zonder twijfel

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 september 2009

De Banier | 24 Pagina's