Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De knie niet gebogen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De knie niet gebogen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Ook heb Ik in Israel doen overblijven zeven duizend, alle knieën, die zich niet gebogen hebben voor Baäl en alle mond, die hem niet gekust heeft”. 1 Koningen 19:18

Het was donker in Israel in de tijd van de profeet Elia. Israël had de Heere verlaten en boog zich voor de heidense afgoden. Er werd alles aan gedaan om de naam en dienst van de Heere te weren uit de samenleving. Het was een bange tijd voor Gods kinderen.

Er is veel overeenkomst met onze tijd. We zien toch dat het goede kwaad en het kwade goed genoemd wordt. We zien daarbij dat de intolerantie toeneemt. te denken valt aan wat zich onlangs in ‘s-Hertogenbosch voordeed. Men rust niet voordat er gebogen wordt voor machtige lobby’s. Te vrezen is dat dit nog maar het begin is.

Strijder voor de ere Gods
In deze tijd lezen we van de profeet Elia, de strijder voor de ere Gods. Onverschrokken wijst hij koning en volk op de ernst van de zonde en het verlaten van de Heere. En de Heere geeft getuigenis, denk maar aan het vuur van de hemel op de Karmel in 1 Koningen 18. In het verband van onze tekst vinden we Elia bij de berg Horeb in moedeloosheid. Want het volk wil niet buigen voor de Heere en Zijn wet. Elia stort zijn moedeloze klacht uit voor de Heere. Elia heeft zeer geijverd voor de Heere. Want de ere Gods was hem op het hart gebonden. Hij zegt: “de kinderen Israëls, hebben Uw verbond verlaten en Uw altaren afgebroken en Uw profeten gedood”. Een ontzettende aanklacht tegen Israel, dat zoveel beter wist met alle zorg en liefde, die de Heere aan Israël heeft betoond. Schaamteloos dienen zij de afgoden van de wereld en leven zo oppervlakkig. Is de klacht van Elia ook niet de klacht van onze tijd? En is het ook een aanklacht tegen ons? Hoe ver gaan wij mee, in huis en hart met de afgoden van deze wereld? Is er bij ons ook een dergelijk oppervlakkig denken over de dienst van de Heere? De Heere wat en de wereld wat? Maar, dat kan toch niet? We weten toch nog wel dat er een wonder van genade moet gebeuren, wil het wel met ons zijn? Weten wij bevindelijk van het plaatsmakend werk van de Heilige Geest? U dan die gelooft, is Hij dierbaar. Maar weten we ook hoe en waarin Hij dierbaar wordt voor Zijn Kerk? De bruid wist het.

De Heere onderwijst Elia
In een stormwind, een aardbeving en vuur toont de Heere Zijn almacht. Nee, Hij stapt niet over de zonden heen, zoals het afgodische Israël dat ook zal ervaren. Laten wij toch niet licht over de zonde denken. Want vreselijk zal het zijn om buiten Christus te vallen in de handen van de levende God. Hij is een verterend vuur en een eeuwige gloed, bij Wie niemand wonen kan. De Heere komt tot elia in het suizen van een zachte stilte. Elia bedekt zijn aangezicht met zijn mantel vanwege de majesteit en heiligheid Gods. Wie zal Hem kunnen zien en leven? Wat wordt het voor Gods kinderen een onuitsprekelijk wonder wanneer Hij in Zijn gunst tot hen komt en de stormwind van Zijn toorn en het vuur van Zijn gramschap is geblust als vrucht van het werk van Christus. Hij droeg voor hen de volle last van de toorn Gods over de zonden en in Hem is de hitte van Gods gramschap geblust. Daarom mag het op Gods tijd ervaren worden en wat is dat groot, volk des Heeren, als dit waar mag worden in mijn leven: Gij vindt in gunst en niet in wraak Uw lust; de hitte van Uw gramschap is geblust. Want de schuld Uws volks hebt Gij uit Uw boek gedaan, ook ziet Gij geen van hunne zonden aan. Met een sterfelijk lichaam kan Elia de volle gunst des Heeren niet dragen. Maar als de Kerk aan het einde van de pelgrimsreis thuis komt dan zullen zij Hem zien gelijk Hij is. Daar zal God eeuwig hen Zijn volle gunst betonen.

De Heere bemoedigt Elia
Zijn werk, Zijn welbehagen gaat door. De Kerk op aarde is verhoudingsgewijs altijd een klein kuddeke geweest. In de tijd van elia was het wel heel donker in Israël. Vandaar de klacht van de profeet: ik ben alleen overgebleven. Maar is het in ons vaderland anders? Het licht van de Reformatie en de Nadere reformatie heeft hier zolang en zo helder geschenen. en nu, wat een afgoderij en goddeloosheid. De wereldgelijkvormigheid sluipt met al haar afgoden de kerk en de gezinnen binnen. Wat kan er een bange vrees in het hart zijn als we denken welke tijden onze (klein)kinderen nog zullen meemaken. Maar de Heere bemoedigt Elia:” Ook heb ik Mij doen overblijven zeven duizend, die de knie voor Baal niet gebogen hebben”. Geen eer kunnen bewijzen aan afgoden, niet meer met de zonden mee kunnen doen, omdat de Heere de hoogste plaats in het hart heeft ingenomen. De namen van deze zevenduizend waren niet bij elia, maar wel bij de Heere bekend. De Heere zegt: Ik heb doen overblijven. Het soevereine vrijmachtige genadewerk Gods gaat door. Christus heeft Zijn bruid gekregen van Zijn Vader op grond van recht en daarom er zal er niet één achterblijven. Zo is en blijft er de Kerk verspreid en verstrooid door de gehele wereld; nochtans samengevoegd en verenigd zijnde met hart en wil in éénzelfde Geest door de kracht des geloofs. De Heere geve ons en die ons lief zijn, in dat getal begrepen te mogen zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 april 2010

De Banier | 32 Pagina's

De knie niet gebogen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 april 2010

De Banier | 32 Pagina's