Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Praktische beginselen (33)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Praktische beginselen (33)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

“De straf volgt op de zonde”. De uitspraak lijkt eenvoudig. Achter die kennelijke eenvoud gaat een wereld van meningsverschillen schuil. Wat is een straf? Wie mag of moet straffen? Wat is rechtvaardig te noemen? Hoe moet omgegaan worden met de doodstraf? In welke mate moeten slachtoffers van misdrijven vallen onder de zorg van de overheid?

Oud, maar niet verouderd
Artikel 13 van het Program van Beginselen is terug te vinden in artikel 6 van het eerste Program der Staatkundig-Gereformeerde Partij. Het oude program benoemt apart dat de rechtspraak moet plaatsvinden naar de beginselen die gebouwd zijn op het geopenbaarde recht des Heeren. Vervolgens is bijna woordelijk het huidige artikel 13 overgenomen. De SGP staat dus vanaf haar oprichting voor een rechtstaat waarin de overheid optreedt om het kwaad te straffen.

Roeping van de overheid
Gods Woord leert dat de overheid door God is aangewezen het kwade te straffen. De bekende woorden van Paulus (Rom. 13:4) geven dat nadrukkelijk aan: “Want zij is Gods dienares, u ten goede. Maar indien gij kwaad doet, zo vrees; want zij draagt het zwaard niet tevergeefs; want zij is Gods dienares, een wreekster tot straf dengene die kwaad doet”. Niemand mag het recht in eigen hand nemen Het is de roeping van de overheid. De overheid die het kwaad niet straft, verzaakt haar roeping.

Geschonden recht
Tegenwoordig zijn er veel rechten waarop mensen zich beroepen: het recht op vrijheid en veiligheid, de rechten van de mens, het internationale recht. Rechten te over! Wie zonder rechtsgrond de vrijheid van anderen beneemt, schendt het recht op vrijheid. Dan spreken we over het geschonden recht. In dit artikel gaat het echter om, wat zo treffend in het oude artikel staat, ‘het geopenbaarde recht des Heeren’. God heeft Zijn wil geopenbaard in Zijn Woord en Wet. Wie een moord of diefstal pleegt, schendt het recht van God. Dat geldt niet alleen voor genoemde misdrijven, maar voor alle handelingen die tegen Gods Woord in gaan. De overheid dient de rechten van God te beschermen, want daarin ligt ook de bescherming van haar onderdanen.

Straffen
De overheid heeft de roeping het kwade te straffen. Het doel daarvan is dat het geschonden recht hersteld wordt. Wat is een straf? In het Woordenboek der Nederlandsche Taal staat een kernachtige omschrijving: “een maatregel of bejegening ter vergelding van een ongeoorloofde daad of van een verzuim, gewoonlijk met de bedoeling de bedrijver van herhaling of anderen van soortgelijke daden of nalatigheden af te schrikken”. Daders kunnen in onze maatschappij rekenen op een contextuele benadering van hun daad. Zijn ze wel toerekeningsvatbaar? Was hun jeugdervaring niet debet aan de daad? Het tij lijkt enigszins te keren. Het woord ‘straf’ had decennia lang een negatieve klank. Straffen heeft iets van mensen plagen, omdat ze toevalligerwijs in de fout zijn gegaan. Dat is niet menselijk. Ons SGP-beginsel houdt allereerst rekening met het recht Gods. Dat geschonden recht eist vergelding en dat is genoegdoening, voldoening en herstel. Vervolgens heeft een straf tot doel herhaling te voorkomen en mensen weer op het rechte spoor te brengen.

Rechtvaardig en rechtmatig
Gods recht eist rechtvaardige vergelding. Aan twee criteria moeten de straffen voldoen. Zij moeten rechtvaardig en rechtmatig zijn. Rechtvaardig betekent dat zij overeenkomstig de overtreding moeten zijn. en de strafmaat moet in verhouding staan tot de overtreding: rechtvaardig. De straf kan niet willekeurig door de overheid worden opgelegd. Wetgeving moet ten grondslag liggen aan de toekenning van een straf. Dat is rechtmatig. Willekeur leidt tot onrechtmatige handelingen.

Doodstraf
Tot de rechtvaardige en rechtmatige straffen rekent de SGP de doodstraf. In onze maatschappij klinkt dat welhaast als een standpunt uit de Middeleeuwen. Het is echter geen standpunt uit lang vervlogen tijden. Het is een standpunt dat God in Zijn Woord ons voorhoudt. ‘Wie des mensen bloed vergiet, zijn bloed zal door den mens vergoten worden’ (Genesis 9:6); ‘Wie iemand slaat, dat hij sterft, die zal zekerlijk gedood worden’ (exodus 21:12). Iemand zijn leven ontnemen, is een daad tegen het leven dat God gegeven heeft! Als het bloed van een onschuldige vergoten wordt, dan is in het land een bloedschuld. een land dat het bloedvergieten niet straft, laadt bloedschulden op zich. Bloedschulden raken dan aan bloedschulden (Hoséa 4:2). De voltrekking van een doodvonnis is onherroepelijk. Daarom moet de juridische procedure met alle mogelijke zorgvuldigheden omgeven zijn. Rechterlijke dwalingen moeten voor honderd procent uitgebannen zijn. En het is de overheid die geroepen is tot uitvoering.

Aandacht voor de slachtoffers
Daders van misdrijven moet de overheid straffen. Voor slachtoffers van misdrijven zal de overheid zorg moeten dragen. Wie ervaring heeft met een misdrijf, weet welke diepe sporen dat kan trekken in het leven. Natuurlijk heeft de directe omgeving (familie en vrienden) een taak in dezen. De overheid mag zich niet beperken tot de rol van de afstandelijke toeschouwer.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juni 2010

De Banier | 24 Pagina's

Praktische beginselen (33)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juni 2010

De Banier | 24 Pagina's