Gebed voor de overheid

De farao van Egypte
Toen Jakob en zijn nakomelingen vanwege de hongersnood in egypte waren gekomen, stelde Jozef zijn oude vader Jakob voor de farao. Dan lezen we dat Jakob de farao zegende. Dit was meer dan een uiting van beleefdheid. Volgens de kanttekening dankte Jakob de farao voor alle eer en vriendschap hem bewezen. Ook wenste Jakob hem allerlei welvaren van God toe. Calvijn schrijft het volgende over het zegenen van de farao door Jakob: “Als verhaald wordt, dat hij farao heeft gezegend, bedoelt Mozes met die uitdrukking geen gewone en onheilige groetenis, maar een vrome en heilige zegenbede van de knecht Gods. Immers, de kinderen dezer eeuw begroeten koningen en vorsten eershalve, maar zij klimmen daarbij volstrekt niet op tot God. Jakob handelt geheel anders, want aan het burgerlijk eerbetoon knoopt hij die godvruchtige taak vast, om het heil des konings Gode aan te bevelen.” Het zegenen door Jakob hield dus ook het bidden voor de farao in. Jakob bad voor de farao die de afgoden diende.

De koning van Babel
Eeuwen later is het volk weggevoerd in de ballingschap. Ook voor de regering in Babel diende gebeden te worden. We lezen in Jeremia 29 vers 7: “en zoekt den vrede der stad waarheen Ik u gevankelijk heb doen wegvoeren, en bidt voor haar tot den HEERE; want in haar vrede zult gij vrede hebben.” Dus er diende ook voor de goddeloze regering in Babel gebeden te worden door de weggevoerde Israëlieten. Dit schreef Jeremia in opdracht van de Heere in een brief aan de weggevoerden die te Babel verbleven. Er diende gewillige onderwerping te zijn aan de koning van Babel en er diende gebed voor hem opgezonden te worden. Er moest gebeden worden voor de welvaart van Babel. We willen in dit verband doorgeven wat we lezen in de verklaring van Calvijn over het bidden voor Babel: “Dus bidden voor de meest verwoede vijanden kon toen absurd en volstrekt onbestaanbaar lijken. Maar de profeet verzacht die bitterheid, wanneer hij zegt dat het voor hen nuttig zal zijn, als zij voor een gelukkige toestand van Babel bidden, omdat ze delen in hetzelfde lot.” De voorspoed van Babel zal ook de weggevoerden ten goede komen.

De keizer van Rome
Ook voor goddeloze keizers diende gebeden te worden. We lezen in 1 timotheüs 2 vers 1 en 2: “Ik vermaan dan vóór alle dingen, dat gedaan worden smekingen, gebeden, voorbiddingen, dankzeggingen voor alle mensen; voor koningen en allen die in hoogheid zijn, opdat wij een gerust en stil leven leiden mogen in alle godzaligheid en eerbaarheid.” Calvijn schrijft dat het goed te begrijpen zou zijn dat de christenen de toenmalige overheden zouden haten. “Want zovele overheden als te dien tijde waren, zovelen waren daar gezworen vijanden van Christus. Zo hadden zij dan mogen denken, dat men niet voor die moest bidden, die al hun kracht en macht gebruikten om het rijk van Christus te bestrijden, welks verbreiding meest was te wensen. Maar Paulus komt ze hierin tegen en gebiedt duidelijk voor hen te bidden.” Calvijn schrijft ook dat er voor goddeloze overheden gebeden dient te worden dat God hen goed make. Hij schrijft: “Want wij moeten altijd deze grondreden behouden: Dat de overheden van God verordend zijn om de religie in gemene gerustigheid en eerbaarheid te bewaren, niet anders dan gelijk de aarde verordend is om voedsel voort te brengen.” Calvijn wijst er ook op dat de overheden moeten arbeiden om de religie te bevorderen en door eerlijke discipline de zeden te schikken: “Want het is niet zonder oorzaak, dat David ze vermaant de Zoon te kussen, en dat Jesaja zegt, dat zij voedsterheren der gemeente zullen wezen. Daarom hebben zij zichzelf niet te flatteren, zo zij vergeten te helpen de dienst Gods te beschermen.”

De regering van Nederland
De bovenstaande voorbeelden tonen duidelijk aan dat er ook voor onze nieuwe regering gebeden dient te worden. Gebed is nodig om kracht, wijsheid en Gods zegen. Dit klonk ook door in de woorden die Van der Staaij sprak bij het aantreden van de nieuwe regering: “Van harte Gods zegen en wijsheid toegewenst. Misschien staat u er nauwelijks bij stil, maar ik wil u er graag op wijzen dat velen in het land voor u bidden. Of ze het wel of niet met u eens zijn, een voorkeur hebben voor deze coalitie of voor een andere; in veel plaatsen, in talloze kerken in heel ons land wordt elke week opnieuw voor u om wijsheid gebeden.” Wijsheid en zegen wil ik namens het hoofdbestuur ook toewensen aan Van der Staaij zelf, die onlangs 12½ jaar lid van de Tweede Kamer mocht zijn. De Heere gedenke hem. Er zij gebed voor allen die over ons gesteld zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen