Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Impressie partijdag 2011 (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Impressie partijdag 2011 (II)

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op zaterdag 19 maart jl. is de algemene vergadering van de SGP gehouden, beter bekend als de partijdag. In deze Banier het tweede en laatste gedeelte van een globaal verslag daarvan.

Rondvraag

Na de behandeling van het voorstel over de nieuwbouw voor het SGP-bureau is het tijd voor de rondvraag. De kiesvereniging van Veen vraagt zich af hoe het Hoofdbestuur van de partij aankijkt tegen de lijstverbinding met de Christen- Unie, gezien de laatst gehouden Statenverkiezingen. Ter toelichting wordt vermeld dat de SGP veel vaker voor regeringsvoorstellen stemt dan de Christen- Unie en dat daarom de vraag gerechtvaardigd is of een lijstverbinding wel zo voor de hand ligt. Men zoekt toch vaak samen op te trekken met diegenen met wie men zich verwant voelt. Het lijkt er de laatste tijd immers veel op dat de SGP en de ChristenUnie eerder uit elkaar dan naar elkaar toe groeien. De principiële en inhoudelijke verschillen nemen alleen maar toe. Hoe hiermee om te gaan? De algemeen voorzitter antwoordt dat de vraag over samenwerking met andere partijen op lokaal en provinciaal niveau ligt bij resp. plaatselijke kiesverenigingen en provinciale verenigingen. Waarschijnlijk is deze vraag gericht op een horizontale lijstverbinding voor de Eerste Kamerverkiezingen. In het verleden werd keer op keer zo’n lijstverbinding aangegaan met CDA en ChristenUnie. Dergelijke horizontale lijstverbindingen mogen voor het eerst bij de aanstaande Eerste Kamerverkiezingen niet meer worden aangegaan volgens de Kieswet, dus dat is niet aan de orde. Allerlei speculaties in de pers over rekenkundige voorbeelden en de mogelijke gevolgen daarvan voor de uitslag van de Eerste Kamerverkiezingen – die desondanks toch altijd ongewis is en blijft – zijn niet even valide. Dit laat onverlet dat de drie genoemde partijen hierover wel met elkaar in gesprek zijn. Een exposé over alle facetten van samenwerking met welke partijen dan ook, valt ver buiten het bestek van een rondvraag.

De kiesverenigingen van Scherpenzeel en Leerbroek vragen hoe het Hoofdbestuur staat ten opzichte van de Herziene Statenvertaling, waarbij de kiesvereniging van Leerbroek vindt dat uitsluitend gebruik moet worden gemaakt van de laatste editie van de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS). De algemeen voorzitter antwoordt dat de rondvraag alleen maar is bedoeld voor het stellen van eenvoudige vragen waarvan verwacht kan worden dat die ter plaatse beantwoord kunnen worden. Dit wordt ook telkens zo in De Banier vermeld. Deze vragen voldoen daar zeker niet aan. Het Hoofdbestuur vindt de discussie hierover primair een kerkelijke aangelegenheid. Het partijstandpunt is te vinden in de statuten, die uiteraard bij ieder lid bekend zijn.

Politiek statement en discussie

De heer G.R.J. van Heukelom houdt een korte inleiding over de ‘Leefbaarheid van het landelijk gebied’, met de focus op een krimp van de bevolking en de gevolgen daarvan voor het voorzieningenniveau. De algemeen voorzitter, de heer W. Kolijn, leidt vervolgens de discussie over het onderwerp. Hij geeft aan de heer ing. D. Prosman de gelegenheid om te reageren op de inleiding van de heer Van Heukelom. De heer Prosman vertelt over zijn ervaringen in de Betuwe. Daar was juist sprake van behoefte aan nieuwe woningen en een gebrek aan mogelijkheden om die te realiseren. Als het voorzieningenniveau in kleine kernen vermindert, heeft dat invloed op de leefbaarheid. Een gemeentebestuur moet daar iets aan doen, waarbij hij aan winkels en zorgvoorzieningen meer prioriteit zou geven dan aan culturele voorzieningen. De heer prof. dr. E. Dijkgraaf wijst op het verschil in mogelijkheden om deze problematiek voor het voetlicht te brengen. Een grote gemeente als Rotterdam heeft direct contact met ministers. Verder wijst hij op het belang van economische dragers, waarbij de landbouw niet mag worden vergeten. De heer Prosman erkent desgevraagd dat een kleine supermarkt zeker in het licht van een voortgaande schaalvergroting het hoofd moeilijk boven water zal kunnen houden, maar toch zijn er mogelijkheden door bijvoorbeeld combinaties te maken met woningbouw door woningbouwverenigingen. Op die manier kunnen de kosten voor een winkelier voor vastgoed worden beperkt, door een gedeeltelijke afwenteling daarvan op min of meer publieke middelen. De heer Dijkgraaf vindt het begrijpelijk dat een ondernemer een bedrijfseconomische afweging maakt en bijvoorbeeld de conclusie trekt dat een voorziening niet meer te exploiteren is. Creatieve oplossingen als door de heer Prosman genoemd, juicht hij toe. Voor wat betreft het onderwijs mag er geen dwang zijn om samenwerkingsscholen tot stand te brengen (fusies van scholen vanuit verschillende richtingen). Op een vraag antwoordt hij dat het subsidiëren van ondernemers geen oplossing is, omdat dit volgens Europese regelgeving niet is toegestaan. Het probleem van grote winkelketens zoals Hornbach en andere is duidelijk, maar in een vrije markt valt daar niet veel tegen te doen. Het is voor gemeenteraden wel zaak om zo veel mogelijk te voorkomen dat dergelijke winkels op zondag open mogen zijn. Ook dat is een factor van betekenis voor het voortbestaan van kleine(re) winkels. De heer Dijkgraaf herhaalt dat economische dragers belangrijk zijn en voorgaande kabinetten door regeldruk, milieu- en natuurbeleid juist het ondernemerschap hebben geremd. De SGP staat op hoofdlijnen positief tegenover het economisch beleid van dit kabinet.

Toespraak dhr. Van der Staaij

Mr. C.G. van der Staaij houdt zijn eerste toespraak als voorzitter van de Tweede Kamerfractie van de SGP.

Bedoelde toespraak is opgenomen in De Banier van 1 april 2011 (90e jaargang nr. 6), die is toegezonden aan alle leden en donateurs van de partij.

Uitslag (her)verkiezing

De partijvoorzitter, ds. A. van Heteren, maakt de uitslag van de stemming voor de leden van het Hoofdbestuur bekend. De heer ds. H. van den Belt is herkiesbaar. Nevenkandidaat is de heer ds. M. Klaassen. Er zijn 353 geldige stemmen uitgebracht. Op ds. Van den Belt zijn 340 stemmen uitgebracht en op ds. Klaassen 13 stemmen. Ds. Van den Belt is dus herkozen. Ook de heer J.P. Tanis MBA is herkiesbaar. Nevenkandidaat is de heer drs. A.P. de Jong. Er zijn 345 geldige stemmen uitgebracht en 8 stemmen zijn ongeldig. Op de heer Tanis zijn 304 stemmen uitgebracht en op de heer De Jong 41 stemmen. Ook de heer Tanis is dus herkozen. Tot slot is ook de heer drs. P.A. Zevenbergen herkiesbaar. Nevenkandidaat is de heer drs. P.W.J. Hoek. Er zijn 353 geldige stemmen uitgebracht. Op de heer Zevenbergen zijn 321 stemmen uitgebracht en op de heer Hoek 32 stemmen. Daarmee is de heer Zevenbergen herkozen. De partijvoorzitter deelt mee dat de herkozen leden van het Hoofdbestuur daarin reeds bewilligd hebben bij hun kandidatuur.

Afscheid dhr. Kolijn

Voor het slotwoord van ds. A. Vlietstra wordt afscheid genomen van de heer W. Kolijn als algemeen voorzitter. Hij blijft overigens wel deel uitmaken van het Hoofdbestuur. De partijvoorzitter merkt op dat het voor de heer Kolijn een gedenkwaardige dag is, nu hij afscheid neemt als algemeen voorzitter. Hij heeft die bestuursfunctie ruim tien jaar vervuld. De partijvoorzitter zegt hem heel hartelijk dank voor alles wat hij in die jaren voor de partij heeft gedaan en betekend. Het heeft hem veel tijd, inspanning en energie gekost, maar de Heere gaf hem moed, lust en krachten. De partijvoorzitter karakteriseert de heer Kolijn als bescheiden, samenbindend, deskundig en zeker ook als beginselvast. Refererend aan artikelen van de heer Kolijn in het partijblad De Banier merkt de partijvoorzitter op dat zijn streven altijd gericht is geweest op het tot meer erkenning brengen van Gods Woord in het politieke en maatschappelijke leven. “Vrees God en houd Zijn geboden, want dit betaamt allen mensen.” De partijvoorzitter schetst de huidige tijdsomstandigheden, de goddeloosheid van de huidige generatie, maar ook het gegeven dat er geen reden is om onszelf daarboven te verheffen. Hij spreekt nogmaals zijn erkentelijkheid uit voor alles wat de heer Kolijn heeft betekend en betrekt daar ook nadrukkelijk mevrouw Kolijn bij. Zij heeft haar man veel moeten missen. Beiden wordt van harte Gods onmisbare zegen toegewenst en dat het hen in alle opzichten goed mag gaan. Ook zijn opvolger, de heer M.F. van Leeuwen, wordt Gods zegen toegewenst. De partijvoorzitter overhandigt de heer Kolijn vervolgens een aantal boeken en een bij de penningmeester te verzilveren tegoedbon voor bijvoorbeeld een reis voor hem en zijn echtgenote en aan mevrouw Kolijn een plantenbak.

Afscheid dhr. Kolijn Voor het slotwoord van ds. A. Vlietstra wordt afscheid genomen van de heer W. Kolijn als algemeen voorzitter. Hij blijft overigens wel deel uitmaken van het Hoofdbestuur. De partijvoorzitter merkt op dat het voor de heer Kolijn een gedenkwaardige dag is, nu hij afscheid neemt als algemeen voorzitter. Hij heeft die bestuursfunctie ruim tien jaar vervuld. De partijvoorzitter zegt hem heel hartelijk dank voor alles wat hij in die jaren voor de partij heeft gedaan en betekend. Het heeft hem veel tijd, inspanning en energie gekost, maar de Heere gaf hem moed, lust en krachten. De partijvoorzitter karakteriseert de heer Kolijn als bescheiden, samenbindend, deskundig en zeker ook als beginselvast. Refererend aan artikelen van de heer Kolijn in het partijblad De Banier merkt de partijvoorzitter op dat zijn streven altijd gericht is geweest op het tot meer erkenning brengen van Gods Woord in het politieke en maatschappelijke leven. “Vrees God en houd Zijn geboden, want dit betaamt allen mensen.” De partijvoorzitter schetst de huidige tijdsomstandigheden, de goddeloosheid van de huidige generatie, maar ook het gegeven dat er geen reden is om onszelf daarboven te verheffen. Hij spreekt nogmaals zijn erkentelijkheid uit voor alles wat de heer Kolijn heeft betekend en betrekt daar ook nadrukkelijk mevrouw Kolijn bij. Zij heeft haar man veel moeten missen. Beiden wordt van harte Gods onmisbare zegen toegewenst en dat het hen in alle opzichten goed mag gaan. Ook zijn opvolger, de heer M.F. van Leeuwen, wordt Gods zegen toegewenst. De partijvoorzitter overhandigt de heer Kolijn vervolgens een aantal boeken en een bij de penningmeester te verzilveren tegoedbon voor bijvoorbeeld een reis voor hem en zijn echtgenote en aan mevrouw Kolijn een plantenbak.

Tot slot krijgt de heer Van der Staaij de gelegenheid om de heer Kolijn toe te spreken. Hij memoreert dat er nogal wat mopperaars waren toen premier Rutte zei dat de SGP een leuke partij is met leuke mensen. Die mopperaars zouden verplicht moeten worden om eens met de heer Kolijn op te trekken. De wijze waarop hij de vergadering ook nog deze ochtend heeft geleid, is daar een mooi staaltje van. De heer Kolijn is wars van gewichtigdoenerij, het gaat hem om de inhoud en niet om mensen. De eer van God, daar stond en staat hij voor. Hij beschikt over een prima ontwikkelde politieke intuïtie en daar heeft ook de Tweede Kamerfractie regelmatig haar voordeel mee gedaan. Hij weet wat er in de partij leeft. Ook mevrouw Kolijn droeg haar steentje bij, door bijvoorbeeld zijn speeches van commentaar te voorzien. Ook de heer Van der Staaij zegt de heer Kolijn heel veel dank en wenst hem en zijn echtgenote alle goeds en bovenal Gods zegen toe voor de toekomst.

De heer Kolijn bedankt alle sprekers voor hun vriendelijke woorden. Hij voelt zich bij gelegenheden als deze niet erg op zijn gemak. Hij is erg blij met de ontvangen boeken. Onder verwijzing naar zijn artikelen in De Banier zegt hij dat iemand die middelmatig is in alle dingen het vooral moet hebben van wat gelezen is van anderen. Het is bijna allemaal plagiaat, zo schertst hij. De functie van algemeen voorzitter heeft hij destijds niet gemakkelijk aanvaard. Hij is verwonderd dat hij dat al die jaren ondanks lichamelijke belemmeringen kon doen. In het licht van de Heidelbergse Catechismus waarin staat dat “een iegelijk zijn ambt en beroep zo gewilliglijk en getrouwelijk moge bedienen en uitvoeren als de engelen in den hemel doen”, blijft er niets dan schuld over. Hij zegt de partij hartelijk dank voor het feit dat het hem nooit moeilijk is gemaakt. Soms moest het partijbelang prevaleren boven persoonlijke belangen. Hij biedt zijn excuses aan als dat in voorkomend geval tot een minder juiste bejegening van personen leidde. Tot slot benadrukt hij het uiterst waardevolle van de partij als interkerkelijke organisatie. Dat is iets wat echt vastgehouden moet worden. Hij sluit af met de woorden van ds. P. Zandt daarover. In zijn slotwoord op de partijdag van 1960 liet hij in een soort testament het volgende na: “Onder haar (SGP) heerse de eendracht en de liefde, waarbij zij blijve bij haar standpunt, dat zij haar deuren openstelt voor allen, onverschillig van welke kerkelijke gezindheid, die Gods Woord in het staatkundige leven onvoorwaardelijk tot regel en richtsnoer willen stellen.”

Slotwoord en sluiting

Ds. A. Vlietstra spreekt in verband met het feit dat de vergadering nogal is uitgelopen, een kort slotwoord uit naar aanleiding van het door hem gelezen Schriftgedeelte uit Lukas 22:24-34. De discipelen twisten over de vraag wie van hen scheen de meeste te zijn en dat vlak na een hoogtepunt in hun leven. De Koning van de Kerk heeft immers voor het eerst het Heilig Avondmaal met hen gehouden. De discipelen zien een dienende Koning. Hij is gekomen als een Die dient, Die de Kerk dient. Hij zegt zulke discipelen toe dat zij eenmaal zullen aanzitten in Zijn Koninkrijk. En dan volgt een waarschuwing voor Petrus, een tegensprekende discipel. Petrus gebruikt grote woorden: “Heere, ik ben bereid met U ook in de gevangenis en in den dood te gaan.” Dat is ook een les voor ons. Het is ook na ontvangen genade nodig om eigen krachten te verachten. Dat wordt op Jezus’ school geleerd. “Weerhoud, o Heer’, Uw knecht, dat hij zijn hart niet hecht, aan dwaze hovaardij.” Het eeuwig behoud ligt niet in een mens, maar in de biddende Hogepriester. Zalig zijn zij die door genade Zijn eigendom zijn geworden en Hem achterna komen. De Heere geve eenieder klein makende genade om nooit groot van onszelf te denken, geen grote woorden te gebruiken, maar het alléén van Hem te verwachten.

Vervolgens besluit ds. Vlietstra de vergadering met dankgebed, waarna de parlementariërs staande wordt toegezongen Psalm 19 vers 7.

Mr. V.A. Smit Algemeen secretaris

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 april 2011

De Banier | 24 Pagina's

Impressie partijdag 2011 (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 april 2011

De Banier | 24 Pagina's