Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Handelsbeleid ontwikkelingslanden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Handelsbeleid ontwikkelingslanden

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

We leven in een wereld van ongelijkheid. David Landes deelde in zijn boek Arm en rijk de wereld op in drie categorieën: landen waar mensen veel geld uitgeven om niet aan te komen, landen waar men eet om te leven en landen waar de mensen niet weten hoe zij aan hun volgende maaltijd moeten komen.

Het aanpakken van deze ongelijkheid is een grote uitdaging. Een tweede uitdaging is de achteruitgang van het milieu. Dit hangt samen met het eerste probleem en is eigenlijk één, want welvaart brengt naast consumptie ook afval. De kloof tussen rijk en arm wordt steeds groter. Sommige landen worden zowel relatief als absoluut steeds armer. Andere landen sukkelen wat of halen langzaam hun achterstand in. Rijke landen hebben, ook in hun eigen belang, de taak om arme landen gezonder en welvarender te maken.

Europees ontwikkelingsbeleid

Op Europees niveau worden verschillende acties ondernomen om ontwikkelingslanden te ondersteunen. De Eurofractie vindt dat de Europese Unie zich in haar ontwikkelingsbeleid moet beperken tot de coördinatie van de door lidstaten geboden hulp. Behalve via het Europees ontwikkelingsbeleid steunt de Europese Unie ontwikkelingslanden ook via haar handelsbeleid. Een belangrijk instrument is het stelsel van algemene preferenties (SAP). Dit stelsel bestaat al sinds 1971 en wordt regelmatig herzien. Het doel van het stelsel is om ontwikkelingslanden te helpen bij het verkopen van hun producten op de markt van de industrielanden. Zo wordt armoede bestreden via toename van de handel, bevordering van duurzame ontwikkeling en goed bestuur. Ook moet door het stelsel de industrialisatie van ontwikkelingslanden worden bevorderd, door middel van verlagingen of vrijstellingen van douanerechten voor industriële eindproducten en halffabricaten en bepaalde landbouwproducten.

In de loop van de jaren is het SAP al diverse keren aangepast. Zo werd de oorspronkelijke groep van 77 landen steeds verder uitgebreid tot het huidige aantal van 176. Binnen het stelsel bestaat een indeling in drie categorieën. De eerste categorie zijn de minst ontwikkelde landen (MOL’s). Zij hebben het zogenaamde ‘nulrecht’ via de ‘Everything But Arms’-regeling (momenteel 49 landen). Zij mogen dus alle producten, behalve wapens, tariefvrij op de Europese markt verkopen. De tweede categorie zijn de ‘gewone’ ontwikkelingslanden. Zij krijgen voor een bepaald aantal producten nulrecht en voor andere producten tariefkorting. De derde categorie zijn de 15 ontwikkelingslanden die boven op het ‘gewone SAP’ extra tariefkorting krijgen, omdat zij een aantal internationale conventies met betrekking tot mensenrechten en arbeidsrechten hebben geratificeerd en geïmplementeerd. Dit is het zogenaamde SAP+.

Hervorming SAP

Afgelopen voorjaar deed de Europese Commissie een voorstel tot hervorming van het SAP. Dit voorstel wordt momenteel in het Europees Parlement behandeld. De Commissie stelt voor om de groep landen die profiteren van de gewone SAPregeling te beperken, zodat de preferenties waardevoller worden voor de minst ontwikkelde landen. De uitsluiting van rijkere ontwikkelingslanden heeft als gevolg dat de groep armste landen een relatief betere toegang tot de Europese markt krijgt. Het onderscheid tussen de landen wordt gemaakt op basis van objectieve criteria van de Wereldbank.

In de nieuwe verordening staat het aantal deelnemende landen niet meer vast. Landen kunnen namelijk uit het schema groeien wanneer zij niet meer aan de criteria voldoen, bijvoorbeeld omdat de economische ontwikkeling voorspoedig gaat. Dit is ook om de minder ontwikkelde landen te beschermen. Verwacht wordt dat ongeveer 80 landen zullen profiteren van het nieuwe SAP-stelsel. SAP+ moet aantrekkelijker worden en sterkere prikkels geven aan landen om internationale verdragen te implementeren. De legale zekerheid en stabiliteit moeten verbeterd worden door bijvoorbeeld geen einddatum meer te hanteren. Het succes van het stelsel hangt immers af van het gemak waarmee de im- en exporteurs er gebruik van kunnen maken.

Beoordeling nieuwe stelsel

Het Commissievoorstel zet in op een aantal goede punten. Het hebben van een goed functionerend, effectief en transparant SAP-stelsel is van belang voor zowel ontwikkelingslanden als voor het exporterende bedrijfsleven en Nederlandse importeurs. De gevolgen voor landen die buiten het nieuwe stelsel zullen vallen, moeten goed onder de loep worden genomen. Het stelsel moet voorspelbaar, goed toegankelijk en effectief zijn. Belangrijk is dat de preferenties terechtkomen waar ze het meest nodig zijn. De Nederlandse delegatie van de EFD-groep zet zich daarvoor in.

Elise van Doorn Beleidsmedewerker Nederlandse delegatie EFD-groep

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 november 2011

De Banier | 24 Pagina's

Handelsbeleid ontwikkelingslanden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 november 2011

De Banier | 24 Pagina's