Een arme buur, om hulp verlegen

Kinderzorg in dit armste land van Europa was een belangrijk thema. Zo hebben we een kindertehuis bezocht in het stadje Orhei. Het tehuis heeft voor vele tonnen aan hulp gekregen uit Nederland via de gelijknamige stichting uit Bunschoten. Dat varieert van gas, verwarming, warm water, alle keukenapparatuur, wasserette, elektrische generator, meubels voor de kinderen tot voedsel en kleding en training voor de staf. Dat geeft wel te denken over hoe het tehuis eruit zou zien zonder Nederlandse hulp en over de mate waarin de overheid prioriteit geeft aan het bieden van goed onderdak en goede zorg voor deze verlaten kinderen.

Goede initiatieven

Toch zijn er ook goede initiatieven vanuit Moldavië zelf. We hebben gesproken met mevrouw Cretu van Acasa, een hulporganisatie die in samenwerking met ouders veel projecten doet op het gebied van kinderzorg. Bijvoorbeeld de ontwikkeling van lesmateriaal voor kinderen met een handicap. Ook zet ze zich in voor betere ouderenzorg, zoals de training van studenten op het gebied van de geriatrie (geneeskunde, gericht op bejaarden). We hebben een bejaardenhuis van binnen gezien. De bewoners waren goed gemutst en zijn vooral ouderen, maar ook mensen met een verstandelijke beperking. De leeftijd varieert van 24 tot 87 jaar. Er zijn weinig tot geen activiteiten voor de bewoners. Ze beperken zich vooral tot op bed liggen, eten en de mobielere bewoners kunnen buiten een praatje maken met de anderen. Daar is nog veel te winnen zoals da familie of vrijwilligers een rondje met ze gaan wandelen of langskomen voor een praatje. Dit wordt lastiger doordat veel van hun kinderen naar het buitenland zijn vertrokken om werk te vinden. De burgemeester van Causeni, het betreffende stadje, zei dan ook terecht dat er werkgelegenheid in de regio zelf moet komen. We hebben hem geadviseerd contact op te nemen met een verstrekker van microkredieten voor bedrijfjes, die we een dag tevoren hadden ontmoet. Hij heeft 800 klanten, met name op het platteland.

Hart voor Moldavië

Met mevrouw Cretu bespraken we de voorziene sluiting van de grote kindertehuizen, eigenlijk internaten, in vijf jaar. In plaats daarvan zou deze kinderen een gezinsleven geboden moeten worden door adoptie, pleegzorg of anders opvang in kleinschaliger woonvormen. De Europese Unie verleent wel eens steun aan deze verbetering van de positie van kwetsbare kinderen. De zogenoemde deïnstitutionalisering kan een goede zaak zijn, maar er wordt veel te weinig tijd voor dit proces uitgetrokken. Je kunt geen tehuizen sluiten zolang er geen goede opvang is voor de kinderen. Hierover spraken we ook met de Nederlander Zwagerman van de hulporganisatie Hart voor Moldavië die waarneemt dat er meer straatkinderen komen. Dat kan niet de bedoeling zijn. Daarom gaat Belder hierover in contact treden met de Europese Commissie om de zorgvuldigheid van dit proces onder de aandacht te brengen. En wat gebeurt er met de jongeren die uit het tehuis gaan omdat ze te oud worden voor het kindertehuis? Zwagerman heeft één van de weinige initiatieven op dit gebied opgezet. Hij vangt jonge meisjes op door een traject van begeleid wonen waarbij hij ze stimuleert om door te studeren. Ze leren bij hem in de familie iets van een gezinsleven kennen. Vrouwenhandel is een groot probleem. Zwagerman kan erover meepraten. “De meeste meisjes uit tehuizen worden verhandeld”. We vroegen Zwagerman: treedt de politie niet op tegen vrouwenhandel? Daarop vertelde hij dat één van de meisjes uit zijn project is meegenomen door de politie en door hen bijna is verhandeld! En moet je dan vervolgens aangifte gaan doen bij deze politiemensen? We hopen binnenkort in contact te treden met de coördinator mensenhandelbestrijding van de EU. We hebben ook gesproken met Joodse christenen die hulp verlenen aan zwangere vrouwen met een organisatie die vergelijkbaar werk doet als Siriz, voorheen de VBOK. De continuering van haar werk is echter onzeker, omdat ze door gebrek aan financiële middelen hun deuren moeten sluiten.

Hulporganisatie is belangrijk

Het werk van hulporganisaties is dus heel belangrijk voor de kinderen en jongeren. Daarom hebben we verschillende ministers gewezen op de essentiële rol die hulporganisaties en lokale ngo’s (niet-gouvernementele organisaties) vervullen. De stichting Orhei heeft hulp geboden aan het ziekenhuis in Causeni, een stadje een uur rijden de andere kant op, ten noorden van Chisinau. Dit ziekenhuis helpt tevens de kinderen van het lokale kindertehuis als er medische hulp nodig is. Ook de Europese Commissie heeft financiële steun gegeven voor de modernisering van ziekenhuizen. Voor 2013 staat er opnieuw een programma op de rol dat ziekenhuizen financieel moet helpen te moderniseren. Al met al, geeft dit een scherper beeld van de noden in dit buurland van de EU. Een land dat op economisch en sociaal gebied leunt op zijn arbeidsmigranten, het werk van hulporganisaties en de Europese Unie. Naast de schrijnende en weerbarstige praktijk dus ook bemoedigende initiatieven!

Bas Belder, Europarlementariër Frank van der Maas, medewerker Nederlandse delegatie EFD

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen