Europa en het grote gebod
Christelijke politieke partijen zoals Nederland die kent, treft men nergens elders zó in Europa aan. Waar ligt dat aan? Dat komt door de invloed van mr. G. Groen van Prinsterer (1801-1876). Laten we zuinig zijn op de grondlijnen van zijn staatkundig denken en zijn visie op Europa.
1. Groen van Prinsterer denkt vanuit beginselen. Als een bepaalde politieke visie of levenswijze niet diep geworteld is in de Bijbel, in de openbaring van de levende God, dan zit er geen leven in. Dit ‘wortel- en grondslagdenken’ dat je bij de christelijke partijen aantreft – al dan niet afgezwakt - zie je niet op dezelfde manier bij partijen in andere Europese landen.
2. Groen zag de samenleving als een organisch geheel van relatief zelfstandige verbanden (kerk, staat, gezin etc.) waarin de mens wordt geplaatst. De mens is geen individu dat op zichzelf staat, zoals in de liberale visie. Een mens staat in een betrekking tot God, tot zijn medemensen en de schepping. Daarbij draagt ieder mens een persoonlijke verantwoordelijkheid, het socialisme ziet dat anders. Het concept van soevereiniteit in eigen kring, met z’n waardering van zelfstandige samenlevingsverbanden, kom je in de rest van Europa zelden tegen.
3. Groen wijst de volkssoevereiniteit af. Het hoogste gezag berust bij God. Wie het gezag van Hem miskent, verwerpt uiteindelijk ook het gezag van mensen. Aan de Reformatie is het inzicht te danken dat overheden Gods soevereiniteit moeten erkennen en zich gebonden weten aan de Tien Geboden. De Bijbelse gerechtigheid vormt de duurzame basis voor rechtvaardig beleid. Het hoogste recht is verankerd in de woorden: “Ik ben de Heere uw God. Gij zult geen andere goden voor Mijn Aangezicht hebben.” Liberalisme, socialisme en andere ideologieën willen geen gezag van hoger orde erkennen. De autonome mens mag zelf bepalen wat goed en kwaad is.
4. Valt het geloof weg, dan valt ook de moraal weg. Als de Bijbel en de Tien Geboden geen referentiepunt meer vormen, wie gaat dan het verschil tussen goed en kwaad bepalen? Allerwegen merken we dat de Europese samenlevingen een duurzame morele grondslag missen. Ondanks het hoge welvaartspeil voelen velen zich ongelukkig en eenzaam. Duidt dat niet op een gebrek aan zingeving, op een zoekgeraakt moreel kompas?
5. Groen bestreed het waandenkbeeld van de neutrale staat, waarin alle godsdiensten even waar of even onwaar worden geacht. Dit ‘politieke atheïsme’ is intolerant ten opzichte van elk levend geloof dat Christus belijdt als de Weg, de Waarheid en het Leven.
6. In Groens visie delen de Europese volkeren een gezamenlijke oorsprong. Zij werden eeuwenlang door de Romeinse beschaving en het christelijk geloof gevormd. Bij alle verscheidenheid was er tegelijk een grote mate van eenheid in religie, cultuur en maatschappelijke inrichting. De Europese geschiedenis met haar verschrikkelijke wereldoorlogen, leert dat het cruciaal is voor Europa’s toekomst om zijn wortels en het grote gebod te eerbiedigen. “Europa is christelijk, of het is niet.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 2015
De Banier | 32 Pagina's