Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

We hebben goud in handen!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

We hebben goud in handen!

100 jaar vrijheid van onderwijs

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

“We zeggen weleens dat het vroeger allemaal beter was. Dat wordt ook gezegd over het onderwijs. Maar om te beseffen hoe ontzettend groot het goed is dat wij hebben in de vrijheid van onderwijs, wil ik het volgende zeggen: Als je als ouder of leerling vijf minuten in de 19e eeuw zou vertoeven, zou je nooit meer beweren dat het onderwijsklimaat van de 19e eeuw het ideaal is.” Wie zo hoort spreken, kan het vermoeden krijgen dat hier een historicus aan het woord is… Dat vermoeden is juist, want aan het woord is drs. A.A. (Ton) van der Schans.

Ton van der Schans werkt al jaren bij Driestar educatief in Gouda. Daar is hij én volop met onderwijs bezig én volop met geschiedenis. Het verheugt hem dat de vrijheid van onderwijs dit jaar op grote belangstelling kan rekenen. Zo zou het eigenlijk altijd moeten zijn, want het is een groot goed. Het honderdjarig jubileum kan het besef weer dieper laten wortelen.

Hoe omschrijft u de waarde van vrijheid van onderwijs?
“De vrijheid van onderwijs is een parel die gelegd moet worden in de harten van de huidige en volgende generatie. We hebben goud in handen! Christelijke politiek is me zeer lief, maar zonder christelijke gezinnen en scholen kunnen we zéker niet.

Hoe zouden we met die vrijheid moeten omgaan?
“Volgens mij omschreef Bas van der Vlies het onderwijs vaak (naar een lezing van ds. A. Moerkerken) als ‘een aangevochten’ zaak. Daar kan ik me helemaal in vinden. Het is een groot goed, maar ook een teer, een delicaat goed. Wees er zuinig en trots op. Ga er behoedzaam mee om. Leun niet comfortabel achterover, denkend ‘we hebben die vrijheid nu eenmaal en die zal er ook vast wel blijven’. Nee, waak over de eenheid van gezin, kerk en school! We moeten leren om dankbaar te zijn. De vanzelfsprekendheden moeten van ons afvallen en we zouden meer moeten leven vanuit verwondering.”

Hoe uniek is onze onderwijsvrijheid?
Wij weten niet half hoe onvoorstelbaar rijk wij zijn. Nergens in de wereld hebben ze een systeem waarbij scholen van een specifieke richting mogen worden gesticht én dat ze gelijk worden bekostigd met de ‘openbare scholen’. Er zijn in het buitenland wel staatsscholen die de christelijke signatuur hebben, maar het is staatsonderwijs. De overheid beslist wat er in de leermiddelen staat. De overheid beslist waar de leerkrachten aan moeten voldoen die worden aangenomen. De overheid beslist welke leerlingen wel of niet op een school toegelaten worden. Net zoals bij ons in de 19e eeuw, is er dan sprake van staatsindoctrinatie.
In Frankrijk is de scheiding tussen kerk en staat ver doorgevoerd. Daar is totaal geen ruimte voor christelijk onderwijs. De breuk tussen kerk en overheid was bloedig en scherp. Het is een ander klimaat dan in Nederland waardoor daar niet de mogelijkheden zijn die er wel in Nederland zijn gekomen.
In Canada is er wel bijzonder onderwijs, maar dat wordt niet bekostigd door de overheid en de eigen bijdrage van ouders is enorm hoog.
Engeland en Schotland heb je natuurlijk de Anglicaanse kerk waardoor je zou kunnen zeggen dat de staatscholen christelijke staatsscholen zijn. Door de secularisatie is dat echter veel verwaterd.
In Duitsland en Hongarije is er wel subsidie voor christelijke scholen, maar die komt niet via de overheid, maar via de kerk. De formele positie van de kerk is in die landen anders dan bij ons.”

Wat moet de SGP’er goed beseffen als het om dit onderwerp gaat?
De SGP is voortgekomen uit de boezem van de schoolstrijd. Omdat uit de Schoolstrijd de verzuiling is voortgekomen.
Om de huidige vrijheid van onderwijs te waarderen, moet je weten wat die vrijheid inhoud en om te weten waarom dat bijzonder is, moet je het verschil weten met hoe het vroeger was. Als ik onderwijsboekjes uit de 19e eeuw doorneem, geeft dat een beeld van die tijd. De wereld van de 19e eeuw is ons vreemd. Het was een tijd waarin je maar één boekje had. De lesmethode uit die tijd was doordrenkt met de verlichtingsgeest. Nederlanders moeten brave burgers worden. Christendom is moraal. Met die methodes had je het maar te doen, ook al was je van christelijken huize. In die tijd had je nog de staatsschool en de staat bepaalde dus ook wat je aangeleerd kreeg.
De SGP’er moet ook beseffen dat er voor de 20e eeuw geen leerplicht was. Omdat er nu een leerplicht is, moet je ook voor een school kiezen.
Aan het eind van de 19e eeuw kwam er een grotere behoefte aan scholing en daardoor kwam ook de organisatie van het onderwijs op gang.
In die tijd had je ook de Afscheiding. Je ziet dat mensen uit de kerk gaan, omdat ze niet kunnen leven met ‘de leer die aldaar geleerd wordt’. Zo’n dergelijke redenering vindt ook plaats bij het onderwijs. Een voorbeeld daarvan is de uitspraak van de oergereformeerde boer Dirk Hoksbergen uit Wilsum Hij schrijft: “de schoelen bint net so bedurven as de karken en zollen wie er uut blieven, maar sturen onse kienders der henne’? De Afgescheidenen lieten hun kinderen om die reden steeds vaker thuis.
In het begin van de schoolstrijd was de strijd er niet om de financiële gelijk - stelling. Dat speelde pas later, met als climax de wet die in 1917 werd aangenomen. In het begin was de strijd tussen de liberalen aan de ene kant en de confessionelen aan de andere kant nog meer over het ideaal: de vrijheid om dat onderwijs te kiezen dat aansluit op de opvoeding en de levensovertuiging. Concreet is het voor ons: dat er op school hetzelfde wordt geleerd en verteld als in de kerk en in het gezin.
Wat de SGP’er nog meer moet beseffen, is dat de schoolstrijd geen doel was, maar een middel. Als je het breder wilt zien, kom je bij de discussie die altijd weer terugkeert: wat is de verhouding tussen burger en staat? Wat is de verhouding tussen samenleving en overheid? Waar het hier dus om gaat, is dat de samenleving heeft gezegd: overheid, het onderwijs zo inkleuren en vastleggen is geen taak van jullie. Faciliteer het onderwijs zodat de kinderen de kans hebben om in de maatschappij te functioneren en controleer de kwaliteit van het onderwijs. Maar blijf af van de manier waarop wij zelf tot die kwaliteit willen komen.

Wat is de rol van Groen van Prinsterer in dezen geweest?
Groen was een groot geleerde, een inclusief denker. Als het over het onderwijs gaat, was hij gericht op de ziel van het kind. Hij onderkende de tijdgeest en zag het belang van de vrijheid van onderwijs voor de toekomst van het onderwijs. Door zijn woorden, daden en geschriften mobiliseerde hij de orthodoxen, de gereformeerde gezindte. Groen wilde het onderwijs grondig aanpakken. Hij poetste geen klok op die niet meer liep, maar hij renoveerde het mechanisme waardoor de klok weer kon lopen.

Kunt u wat kruispunten in de geschiedenis noemen?
1806
De eerste landelijke Schoolwet wordt opgesteld. Deze wet was het eindpunt van een ontwikkeling vanaf 1795 waarbij het onderwijs steeds meer een taak werd van de centrale overheid.

1848 In de nieuwe Grondwet wordt het recht op vrijheid van onderwijs vastgelegd. Het zwaartepunt blijft liggen bij de door de overheid bekostigde openbare scholen.

1878 De nieuwe Schoolwet stelde strenge eisen aan onderwijssalarissen, huisvesting van de scholen en werkomstandigheden van het personeel.

1889 De Lager Onderwijswet wordt aangepast, zodat er een mogelijkheid komt voor bijzondere scholen om subsidie te ontvangen.

1900 Door minister Goeman Borgesius wordt de leerplichtwet in de Tweede Kamer verdedigd. De confessionele partijen zijn fel tegen.

1905 Door het christelijke kabinet onder leiding van A. Kuyper wordt de subsidiëring voor bijzondere scholen uitgebreid.

1917 Bij de grondwetswijziging van 1917 werd vastgelegd dat het bijzonder onderwijs op dezelfde wijze recht had op financiële steun van de overheid als het openbaar onderwijs.

1920 Als gevolg van de grondwetswijziging in 1917 komt de nieuwe Lager Onderwijswet tot stand.

Hoe ziet u de toekomst in deze context?
“Ik ben geen pessimist. Dat is te negatief. Een optimist zou ik me met het oog op de tijdgeest en ons seculiere land ook niet kunnen noemen. Ik ben meer een hoopvolle realist. Ik zie de ontwikkelingen in de samenleving en ben me ervan bewust dat we in de toekomst veren zullen moeten laten. Ons land is in geestelijke zin arm. Laten we vanuit zegeningen die we gekregen hebben, voor anderen tot een zegen mogen zijn. Voor de eigen kring én voor het hele land. We hebben een roeping en verantwoordelijkheid. Daarom moge we bidden en werken. Onze werkplaats is beneden, onze woning is Boven!”

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 2017

De Banier | 32 Pagina's

We hebben goud in handen!

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 2017

De Banier | 32 Pagina's