Vrijheid om het Woord ‘in te scherpen’

In ons land is dat sinds 1948 grondwettelijk verankerd. Een groot voorrecht, maar ook een heilige roeping. Steeds weer het volgende geslacht voor te houden de HEERE lief te hebben met heel het hart, met heel de ziel, en met alle kracht. Daarover te spreken; thuis, maar ook onderweg, buitenshuis. Deze roeping schuurt overigens wel met wat onze samenleving voor ogen staat: religie als hobby, ‘dat doe je thuis, achter de voordeur’, en daar houdt het dan op. Artikel 23 van onze Grondwet ligt behoorlijk onder vuur, als zijnde ‘niet meer van deze tijd’.

En natuurlijk ligt de eerste roeping binnenshuis. Niet voor niets ben je als vader priester van je gezin. Vanuit het diepe verlangen van Jozua: “Aangaande mij en mijn huis, wij zullen de HEERE dienen.”
Heel belangrijk is het echter als er vanuit het gezin een duidelijke link loopt naar kerk en school. Als men in Israël op vrijdagavond, als de sabbat wordt ingeluid, de synagogedienst verlaat, gaat men psalmzingend terug naar huis. De liturgie vanuit het Huis van God moet doorgaan in het gezin.
Want de woorden, de geboden en de inzettingen van de Heere moeten worden ‘ingescherpt’ bij de kinderen, zoals Deuteronomium 6 dat zo mooi verwoordt. Vanuit het Hebreeuws heeft dat alles te maken met het scherp maken van wapens, spiesen en pijlen. Zodat ze diep kunnen doordringen, tot in het hart.
Dat is de bedoeling van alle godsdienstige opvoeding. Het moet een hartenzaak worden! Zodat het zaad, het nageslacht, de Heere zal dienen...

Wat een zegen dat we dit als ouders allemaal niet alleen hoeven te doen. Het Doopformulier heeft het over ‘onderwijzen’, maar ook over het ‘doen en helpen onderwijzen’. Rijk is het als kerk en school in het verlengde van het ouderlijk huis hierin bijstaan. Een zegen is het dat we in dat opzicht al zovele jaren een beroep mogen doen op de scholen. En laat de scholen met hun leerlingen dan ook maar ‘op de weg gaan.’ Laten ze hen vanuit de concrete levenssituatie meenemen naar de Heere, om door Hem en Zijn Woord toegerust te worden, om hen vervolgens ook weer mee terug te nemen naar de maatschappelijke werkelijkheid.

In dat onderwijs mag steeds weer de Heere Jezus worden voorgesteld. Reken er maar op dat Hij thuis een godsdienstige opvoeding heeft gehad. Zijn ouders namen Hem ook mee naar het Huis van Zijn echte Vader. Op jonge leeftijd was Hij al volop bezig in de dingen van Zijn Vader. Zo kreeg Hij het Woord van God ‘ingescherpt’ door Zijn ouders en Zijn leermeesters. En dan lezen we dat Hij toenam in wijsheid en in grootte en in genade bij God en de mensen. Van onderwijs uit de Schiften mogen we veel verwachting hebben! Ook in het onderwijs.

DS. H. LIEFTING
Delft

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen