44.000.000 agrifoodbanen
Een leefbaar platteland is van groot belang voor de agrarische sector. Een snelle internetverbinding bijvoorbeeld, is onontbeerlijk voor het boerenbedrijf, maar helaas nog niet overal een vanzelfsprekendheid.
Omgekeerd geldt dat een levensvatbare agrarische sector van wezenlijk belang is voor het platteland. Boeren dragen zorg voor een groot deel van de grond (48% in de EU) en daarmee de natuurlijke omgeving. Om de jonge generatie op het platteland te houden moet er allereerst economisch toekomstperspectief zijn, oftewel een agrarische sector waarin een belegde boterham te verdienen valt. Dat dit een enorm neveneffect heeft, blijkt ook uit de cijfers. De agrifoodsector in de EU zorgt op dit moment voor 44 miljoen banen.
Kortom, een gezonde agrarische sector en een vitaal platteland gaan hand in hand. Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de Europese Unie bestaat om die reden al sinds decennia uit twee pijlers die gericht zijn op zowel directe betalingen en marktordening (pijler 1) als plattelandsontwikkeling (pijler 2).
In het huidige plattelandsbeleid is kennisoverdracht en innovatie een van de zes prioriteiten. Daarnaast mag er steun naar het versterken van het concurrentievermogen, bijvoorbeeld door herstructurering, modernisering en diversificatie van bedrijven. Zorgen voor goedgeschoolde landbouwers valt daar ook onder, om zo de verjonging te faciliteren. Ook de organisatie van de keten komt in aanmerking voor een bijdrage. De vierde prioriteit betreft biodiversiteit, goed wateren bodembeheer. Daarnaast beoogt het plattelandsbeleid een efficiënter gebruik van hulpbronnen en is er steun voor de omslag naar een klimaatbestendige sector. Tot slot mogen er ook projecten gefinancierd worden met het oog op voor sociale inclusie en de economische ontwikkeling van plattelandsgebieden. Iedere lidstaat legt eigen accenten binnen de genoemde prioriteiten voor het plattelandsbeleid. Nederland krijgt hiervoor ruim 87 miljoen per jaar. Via programma’s per provincie besteedt Nederland dit bedrag plus nationale cofinanciering met name aan agri-milieumaatregelen.
Vorige week heeft Landbouwcommissaris Hogan een eerste aanzet gepresenteerd voor het nieuwe GLB (Gemeenschappelijk Landbouwbeleid) na 2020. Hij stelt voor dat iedere lidstaat in de toekomst een strategisch plan mag indienen voor zowel pijler 1 als pijler 2. Dat biedt dus meer ruimte voor maatwerk dan waarin het huidige beleid voorziet. Meer flexibiliteit in het beleid is toe te juichen, waarbij uiteraard wel opgelet moet worden op het gelijke speelveld tussen lidstaten. Positief in het stuk is ook een wat sterkere focus op innovatie alsook de hernieuwde aandacht voor jonge boeren. Wat de eurofractie betreft is het van primair belang dat deze punten in de concrete wetsvoorstellen een gedegen uitwerking krijgen.
Christine van Dijk
Beleidsmedewerker ECR / eurofractie CU-SGP
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 2017
De Banier | 32 Pagina's