INGEZONDEN
Geestelijke Gedachten Op De Twaalf Maanden
JANUARI — LOUWMAAND
Is ’t jaar, alweer zoo heen gegaan!
Met schaamt’ en smart denk ik daar aan.
Welaan mijn ziel, begint met vreugd’,
Dit nieuwe jaar met nieuwe deugd’:
Almachtig God schept toch in mij
Een reine ziel, en voegt daar bij
Een vasten geest, dat ik niet weer
Tot zond’, en vorig leven keer.
FEBRUARI — SPROKKELMAAND
Met klaarder licht klimt nu de zon,
Des werelds vreugd,’ der hitte bron;
O Zonne der Gerechtigheid!
Bestraal met licht en heiligheid
Mijn duistere ziel, op dat ik ken,
En wie Gij zijt, en wat ik ben:
Want deze nare duisternis,
Van zond’ en schrik de oorzaak is.
MAART — LENTEMAAND
Het land en ’t hof wordt nu bereid,
Beploegd, besnoeit, tot vruchtbaarheid.
Zoo ploegt ook God het werelds hart,
Door kruis, dat lijf of ziele smart;
En zonde die te weeldrig groeit
Wordt door een scherpe roed’ besnoeit:
Och! wierd ik dus in staat gebracht
Om voort te gaan van kracht tot kracht.
APRIL — GRASMAAND
De dorre boom, de zwarte kluit,
Geeft nu weer jeugdig groente uit:
Och! dat ik ook eens zoo ontsproot,
En loof en vrucht droeg voor mijn dood.
Of ’t hart van binnen leven heeft,
’t Genoegt mij niet, zoo ’t niet en geeft
Des levens blijk, en tot Gods lof
Niet sta als een gewaterd’ hof.
MEI — BLOEIMAAND
Dit is de zang—en bloemen tijd,
Waarin zich dier en mensch verblijd:
Doch ’t is mij enkel droefenis,
Zoo lang ik Jezus’ liefde mis;
Maar als Hij eens mijn ziel toe zeid’:
Gij mijns, ik d’ uw in eeuwigheid;
En maakt mij ’t zondig leven kwijt,
Dan is ’t mijn zang—en bloemetijd.
JUNI — ZOMERMAAND
De, zon op ’t hoogst, dult weinig nacht,
Verwarmd de aard’, geeft wasdoms-kracht:
O Heer! voer zoo mijn ziel ook op
Tot in den Hemel, en ten top
Van Licht, en vreugd en liefde-gloed,
Die ’t hart in deugd herleven doet;
Zoo wenscht’ ik ’t wel, maar ’t is een staat
Die zelden komt, maar ras weer gaat.
JULI — HOOIMAAND
De zonne daalt—het gras is hooi,
De bloem is weg, zoo is al ’t mooi:
Wat ben ik dwaas, die naar dit niet
Nog zie, en dat tot ziels-verdriet.
Daar ligt de wereld met haar draf;
Ik wend mijn hart van ’t zichtbaar af:
Tot God, alleen mijn zaligheid,
’t Bestendig goed in eeuwigheid.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1935
The Banner of Truth | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1935
The Banner of Truth | 6 Pagina's