Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

SAMENSPRAAK TUSSCHEN WAARHEID EN GERECHTIGHEID

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SAMENSPRAAK TUSSCHEN WAARHEID EN GERECHTIGHEID

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waarheid. Ik heb, vriend Gerechtigheid, Openbaring 20 meer dan eens met aandacht gelezen en moet getuigen dat er in het hoofdstuk gedoeld wordt op het volk des Heeren en de goddeloozen der wereld, maar ook op Hem, den Koning der koningen, Die tusschenbeide staat om Zijn volk te beschermen en te behouden maar de goddeloozen te stuiten en hen te verdoen van voor Zijn aangezicht. Eenzelfde tafereel vertoont zich aan ons oog, als wij beschreven vinden in Exodus 4. Hij, Die woonde in wolk- en vuurkolom, stond tusschen het leger der Israelieten en der Egyptenaren, en toen de vijanden voortgingen het volk des Heeren te vervolgen, werden zij wonderlijk verlost en de vervolgers en benauwers kwamen om in de wateren van de Schelfzee. Toch is er onderscheid: Toen de Egyptenaren omkwamen in de Schelfzee, was ’s Heeren volk nog niet van al hun vijanden verlost, maar wanneer vervuld zal worden wat wij op het eind van Openbaring 20 lezen, dan zijn ’s Heeren kinderen van hen tot in eeuwigheid bevrijd. Dat is de finale verlossing en eeuwige overwinning.

Gerechtigheid. Ik ben blijde, dat ge al dadelijk zoo iets heerlijks uit dat hoofdstuk naar voren brengt. Dit bemoedigt in den geestelijken strijd, en om onder biddend opzien tot Sions Koning, daarin te volharden ten einde toe.

Maar laat mij nu eens weten wat u denkt van het duizendjarig rijk zooals daar ook in dat hoofdstuk opgedoeld wordt, en waar de aanhangers van de Chiliastiek (leer van een toekomstig duizendjarig rijk van Christus hier op aarde) zich met woord en pen zoo druk over maken.

Waarh. Het is geen gemakkelijk onderwerp, dat ge thans ter sprake brengt, dat ook vooral blijkt uit de verschillende gedachten die de aanhangers en verdedigers van dat z.g.n. duizendjarig rijk er op na houden en als wij ook zien wat onze vaderen daarover geschreven hebben. Waarlijk, het is een Babel van verwarring onder de Christenen, en daaruit kunnen we duidelijk zien, dat zij in dezen niet door den Heiligen Geest geleerd en geleid worden.

Ik wil u wel in beknopten zin mijne gedachten over dit onderwerp ten beste geven, en de tijd die snel voortgaat, zal ons leeren of ze waarheid zijn of niet.

Ik kan in ’t geheel niet zien, dat er in Openbaring 20 op een duizendjarig rijk gedoeld wordt. Daar men dit z.g.n. rijk in verband brengt met Christus en Zijn volk, zoo geloof ik, dat dit te leeren in strijd is met het gansche Woord Gods, dat geen duizendjarig rijk maar een eeuwig Koninkrijk aan Jezus toekent. “Zijn rijk is een eeuwig rijk en Zijne heerschappij is van geslacht tot geslacht,” Daniel 4:3. Christus heerscht als Koning in het Koninkrijk der genade op aarde en in het Koninkrijk der heerlijkheid in den Hemel. Hij neemt Zijne onderdanen uit het rijk der genade in het rijk der heerlijkheid, en daar zullen zij eeuwig met Hem heerschen, Openb. 22:5

Ook kan ik in de geheele Heilige Schrift er geen bewijs voor vinden, dat er een tweeerlei lichamelijke opstanding zal zijn en dat, terwijl Christus met Zijn heiligen duizend jaren op aarde in heerlijkheid zal heerschen, de goddeloozen van de aarde zullen weggedaan zijn, om daarna de aarde weer te vervullen en de heiligen tem bloede toe te vervolgen. Duidelijk heeft Jezus Zelf geleerd (Matth. 24 en 25), dat er tot het einde der wereld toe goddeloozen maar ook kinderen Gods op aarde zullen zijn. Men vervalt met de Chiliastiek onzer dagen in allerlei ongerijmdheden en verkeerde toepassing der H. Schrift.

Ger. Maar wat zoudt ge dan verstaan door dat z.g.n. duizendjarig rijk, waarin de heiligen priesters van God en Christus zullen zijn en met Hem als koningen heerschen?

Waarh. Ik wil daar slechts een lang tijdperk door verstaan dat juist zoolang als God bepaald heeft zal duren, gelijk het getal duizend een bepaald getal is. Uit andere plaatsen der H. Schrift blijkt dat men alle getallen des Bijbels niet letterlijk moet opvatten. Bijvoorbeeld: In hoofdstuk 2 vers 10 zegt Christus tot de gemeente te Smyrna, dat zij een verdrukking zou hebben van tien dagen. Daardoor leert Christus, dat de verdrukking niet lang zou duren; ze zou een begin en een einde hebben; ze zou niet langer duren dan door God bepaald. Wanneer wij nu in hoofdstuk 20 van duizend jaren lezen, moeten wij daar een lang tijdperk door verstaan, een volmaakte periode die een begin maar ook een einde heeft en juist zoolang zal duren als God van eeuwigheid bepaald heeft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 1935

The Banner of Truth | 6 Pagina's

SAMENSPRAAK TUSSCHEN WAARHEID EN GERECHTIGHEID

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 1935

The Banner of Truth | 6 Pagina's