Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BRIEF OVER CHRISTUS TOT HEILIGMAKING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BRIEF OVER CHRISTUS TOT HEILIGMAKING

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vervolg.

Daar de Heere mij, door Zijn hemelsche onderwijzingen, meer en meer het onderscheid deed zien tusschen een wettische en een evangelische heiligmaking, mocht ik meer sterven aan mijzelf, alles in mij verloochenen ter heiligmaking, en gedurig in afhankelijkheid opzien tot Christusu om uit Zijn volheid bediend te worden met genade voor genade. Hij ontsloot Zijn Woord, en de opening Zijner woorden geeft licht. Ik werd inwendig werkzaam met de woorden (en moet ook nu nog gedurig daar leering uit trekken): Zonder Mij kunt gij niets doen; van u geen vrucht in der eeuwigheid (zooals in den eersten Adam geworden); Ik zal u zijn als een groenende denneboom; uw vrucht is uit mij gevonden. Zoo werd de gegevene des Vaders, vol van genade en waarheid, mij ter heiligmaking. Niets in mij, maar alles in en uit Hem. “Uit Hem, door Hem en tot Hem zijn alle dingen.” Zoo wordt Hij verhoogd en verheerlijkt. Als een arme van geest mag ik nu gedurig tot de volheid in Christus gaan, Die betuigt: “Doe uwen mond maar wijd open en Ik zal hem vervullen.” Het is de bede: Heere Jezus, heilig en reinig mij in gedachten, woorden en werken, door Uw Woord en Geest en andere middelen die Gij wilt gebruiken tot heiligmaking van een zondaar; opdat ik de begeerde volmaaktheid na dit leven mag verkrijgen en uw Beeld steeds vertoonen. Zou de kastijdende roede en den oven der beproeving, ook niet behooren tot die middelen die Christus gebruikt tot heiliging en reiniging? De Heere sprak tot Daniel: “Velen zullen er gereinigd en wit gemaakt en gelouterd worden.”

Ik moet ervaren, dat het in de heiligmaking sterven is om te leven. De oude mensch met al zijn onreine begeerlijkheden en bewegingen moet steeds ter kruisdood overgegeven worden. O, wat een weldaad wanneer wij steeds uit haat tot de zonde in het werk der dooding bezig zijn door den H. Geest, getuigende: Weg met deze! Kruis ze! Kruis ze! Wat moet ik dikwijls een bangen en moeilijken strijd in den weg der heiligmaking strijden, want de oude mensch wil niet sterven maar leven, ja zelfs heerschen over den nieuwen mensch (Rom. 7:23), en daarbij komt nog, dat ik niet altijd de lust en opgewektheid bezit om in dat werk der dooding bezig te zijn. Hoe dikwijls hangen de handen slap en zijn de knieën struikelende in dat nuttige werk! Ik kan niet roemen over mijn bijzondere heiligmaking zooals anderen doen; O, hoe gebrekkig is alles! Hoe gebrekkig in alle geestelijk werk! Wat beoefen ik weinig zelfverloochening als zijnde de hoogste trap der heiligmaking. Wat ben ik weinig hemelsch gezind en bedroefd over mijn veraf leven van den Heere. Was ik ook meer gebonden aan Gods genadetroon om kracht en sterkte in dezen strijd der heiligmaking, want hoe zullen we iets vermogen zonder dat Christus kracht in onze zwakheid volbracht wordt? Was er meer een levendig blijven door het geloof in den Wijnstok Christus tot vruchtbaarmaking! Hij heeft gezegd: “Blijft in Mij, en Ik in u. Gelijkerwijs de rank geen vrucht kan dragen van zichzelve, zoo zij niet in den wijnstok blijft, alzoo ook gij niet, zoo gij in Mij niet blijft. Ik ben de Wijnstok, en gij de ranken: die in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen.”

Zoo merkt gij geliefde vriend, dat ik in dezen over mijzelf moet klagen, en ach! was het altijd een levende klacht. Toch ben ik dankbaar en blij dat de Heere mij op voornoemde wijze mij het wettisch roemen heeft afgeleerd. Ik wil nu slechts roemen in Hem Die mij van den Vader geworden is tot heiligmaking; Die in mij werkt beide het willen en het werken naar Zijn welbehagen. Is het wonder dat Paulus vermaant: “Die roemt, roeme in den Heere.” Uit voornoemde Schriftuur-plaats blijkt ook dat wij niet lijdelijk mogen zijn in het werk der heiligmaking. O, die valsche lijdelijkheid, zooals ik die mij menigeen ontdek. Door genade ben ik een vijand geworden van wettisch woelen en werken en daar de hoogte mede in te gaan zoodat ik een voornaam mensch wordt; maar ook ben ik een vijand van valsche lijdelijkheid omdat God die in Zijn Woord veroordeelt. Ze is niet anders dan geestelijke luiheid, waardoor het hart gelijk is aan den akker van den natuurlijken luiaard. Spreuk. 24:30, 31.

Ik moet het nog eenmaal herhalen, dat het dooden en sterven is om te leven. Ik mag Paulus woord verstaan: “Want indien gij naar het vleesch leeft, zoo zult gij sterven, maar indien gij door den Geest de werkingen des lichaams doodt, zoo zult gij leven.” In het dooden en afsterven van den ouden mensch met al zijn begeerlijkheden, openbaart zich de nieuwe mensch en staat die meer en meer op tot een Gode-welbehaaglijk leven. Dat zien we zoo duidelijk in het leven van Paulus, die kon getuigen: Zijt dan mijne navolgers, gelijkerwijs ik van Christus.

Ik zie Christus in mij leven ter heiligmaking: O wonderlijke en heerlijke beschouwing! Zoo ook is Christus mij het leven, en is mijn sterven gewin. Nu mag ik het ook Paulus wel eens vrij- en blijmoedig nazeggen: “Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vleesch leef, dat leef ik door het geloof des Zoons Gods, Die mij liefgehad heeft en Zichzelven voor mij overgegeven heeft.”

Nu moogt ge ten laatste vragen: Het is toch niet troostrijk en aangenaam, dat uw heiligmaking hier op aarde zoo gering en gebrekkig is en dat ge gedurig over uzelf moet klagen. Hierop moet ik u antwoorden, dat die klacht Bijbelsch is: “Wat klaagt dan een levend mensch? een iegelijk klage vanwege zijn zonden.” Als wij het oog slaan op de Bijbelheiligen, dan merken wij dat zulk een klacht ook hen niet vreemd was. En hoewel het niet troostrijk en aangenaam is, gebrekkig te zijn en veel over mijzelf te moeten klagen, toch heb ik troost en blijdschap in mijn ziel. Ik ben dankbaar en blijde dat de Heere in Zijn groote liefde en goedheid, mij verlost heeft van mijn wettisch woelen en werken en daardoor een groot man in mijzelf te worden. “Zalig, zalig niet te wezen,—In ons eigen oog voor God.” Dat Christus een werk der heiligmaking in mij begonnen heeft dat zich ook naar buiten openbaart en dat Hij dat gezegende werk steeds voortzet. Dat in mijn heiligmaking die slechts ten deele is, mijn behoudenis of zaligheid niet gelegen is, al is het ook dat die met de zaligheid gevoegd is; maar in de volmaakte gerechtigheid en heiligheid van den thans verheerlijkten Immanuël aan de rechterhand des Vaders. O, hoe troostrijk onder alle onvolmaaktheid hier op aarde: “In Hem zijt Gij volmaakt, Die het Hoofd is van alle overheid en macht.” En dan niet te vergeten, die zalige gedachte, dat mijn heilige en heiligende Jezus (Hij Die heiligt en zij die geheiligd worden, zijn allen uit één), mij met de gansche uitverkoren schaar den Vader eens zal voorstellen als een reine maagd zonder vlek en rimpel. O, blij vooruitzicht dat mij streelt!

Ik wil met Groenewegen in mijn eenzaamheid eens zingen:

“’s Heeren Geest aan mij gegeven,
Maakt mij willig en bereid:
Om tot Godes eer te leven,
En in zuiv’re heiligheid;
’t Pad des levens te betreden,
Daar hij mij heeft opgezet,
Tot ik in volmaakte vrede,
God zal dienen zonder smet.”

Dat vele wereldlingen den heiligmakenden Geest van Christus mogen ontvangen om als kinderen des lichts te wandelen in het midden van een krom en verdraaid geslacht, en de volgelingen van het Lam door dienzelfden Geest meer mogen toenemen in de heiligmaking ter eere Gods en tot vrede hunner ziel.

De Heere zij met u, gelijk de getrouwe Koning aan al Zijn volk beloofd heeft.

Uw liefhebbende en welwillende Vriend en Br., X.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 november 1936

The Banner of Truth | 6 Pagina's

BRIEF OVER CHRISTUS TOT HEILIGMAKING

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 november 1936

The Banner of Truth | 6 Pagina's