Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE TOEGANG DOOR EENEN GEEST TOT DEN VADER

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE TOEGANG DOOR EENEN GEEST TOT DEN VADER

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Epheze 2:18: “Want door Hem hebben wij beiden den toegang door eenen Geest tot den Vader.”

VAN een treffelijke weldaad spreekt de Apostel, het toegaan tot den Vader. Deze woorden geven getuigenis van de grootheid der sterkte en der liefde Gods tot Zijn bedrukten. Wat diepe nederbuiging des Heeren! Hoe groot zijn de wonderen Zijner genade! Vaderlijke liefde en genegenheid bewijzen aan dezulken, die elk bewijs Zijner liefde onwaardig zijn. Van den Vader spreekt de Apostel. Onder die troostrijke benaming draagt hij Hem voor, om bij de bedrukten Sions alle harde en ongoedertierene gedachtten weg te nemen, die ons zoo vaak berooven van alle kinderlijke vrijmoedigheid.

Troostrijke benaming, waarin zooveel zoete vertroostingen verborgen liggen. Immers als een algenoegzaam Vader zal Hij alle nooddruft Zijner bedrukten vervullen. Dat kan niet missen, want Hij heeft Sion gegrond. Met al de zwakheid Zijner bedrukten oefent Hij medelijden. De boden des volks zal Hij straffen in toorn en met hen handelen in grimmigheid. Maar niet alzoo met Zijne bedrukten. Gelijk zich een vader ontfermt over de kinderen, ontfermt Zich de Heere over degenen, die Hem vreezen. Die al uwe krankheden geneest; Die uw leven verlost van het verderf; Die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheden. Zijne verborgenheid is met de oprechten. Hij versteekt hen in Zijne hut ten dage des kwaads, verbergt ze in het verborgen Zijner vleugelen; bewaart ze als het zwart des oogappels, staat altijd gereed ter hunner hulp. Hij verklaart Zijne bedrukten tot Zijne erfgenamen en maakt hen deelgenoot van alles, wat Hij in het Testament Zijner genade aan Zijne uitverkorenen heeft vermaakt.

Welk een zoete vergunning geeft Hij aan Zijne bedrukten om toevlucht te nemen tot Hem. O, dat we toch Zijne Vaderlijke barmhartigheid en liefde niet afmeten naar onze waardigheid en verdiensten, maar naar den rijkdom Zijner genade in Christus. Ware nederigheid en kinderlijke vrijmoedigheid legt ons neer in het stof, maar houdt den Heere op Zijn plaats waar Hij behoort te zijn. Hoort eens Daniel: “O Heere, bij ons is de beschaamdheid des aangezicht, omdat wij tegen U gezondigd hebben. Bij den Heere onzen God zijn de barmhartigheden en vergevingen, alhoewel wij tegen hem gerebelleerd hebben.” Dat is het, wat de Heere zoo gaarne opmerkt in Zijne bedrukten. Dat zij hun hart voor Hem uitstorten: Hem vertellen al hunne nooden; tot Hem toevlucht nemen door het geloof. Hem een hooge plaats geven en zichzelf een lage plaats, opdat Hij verhoogd wordt door Zijne bedrukten.

Dat is de ware aard des geloofs. Dat erkent Hem zoo gaarne, dat Hij om Zijns Zelfs wil naar Zijn welbehagen de God en Vader wil zijn van een schuldig schepsel. Dat kinderlijk geloof, dat de heerlijkheid des Heeren uitroept, al zou het ook alles in de wereld daarvoor moeten verliezen. Daaraan is het ware bedrukte volk kenbaar. Dat houdt zich aan den ouden beproefden geloofsweg; heeft een afkeer van nieuwigheden, van al die dwaasheden onzer diep bedorven tijden, die voortvloeien uit den duisteren en God-onteerenden wortel van eigenwilligen godsdienst, welke is beeldendienst. De bedrukten Sions, door den Heere gegrond, vinden hun leven, hun blijdschap, hun vergenoeging in het toegaan tot den Vader, om hart en handen op te heffen tot Hem, om in Hem hun toevlucht te vinden. Neen, dat is geen lichtvaardig, geen los toegaan. Lichtvaardig toegaan komt op uit hoovaardij. Is een toegaan tot zichzelf, maar niet uit zichzelf tot den Vader. Het ware toegaan komt op uit verslagenheid des harten, uit een levend besef onzer onwaardigheid, uit zelfmishagen gelijk de verloren zoon in de gelijkenis, dat nochtans den Heere aanmerkt in Zijne waardigheid en heerlijkheid als een ontfermend God. Die Zijne vrije gunst wil bewijzen aan schuldigen, die alles hebben doorgebracht en naakt en doorwond tot Hem wederkeeren.

Bedrukt volk, werpt uwe vrijmoedigheid niet weg. We mochten Hem de eer geven, Die Zijn Sion gegrond heeft, opdat de bedrukten Zijns volks daarin eene toevlucht zouden hebben; Wiens lust het is te wonen bij de nederigen en verslagenen van hart. Goedertierene gedachten doet onze ziel vaardig zijn in het toegaan tot Hem. Dat breekt onze benauwing, twijfelmoedigheid en vreeze.

We spreken van het kinderlijk geloof, dat Hem zoo gaarne erkent als de eenige Toevlucht, en toegaat op eene Hem betamelijke wijze. De Apostel wijst er op. Door Hem, dat is door Christus, hebben de bedrukten Sions een vrijen toegang. In de ware vereeniging met Hem door het geloof. Buiten Christus is er geen toegang. Die heeft de scheiding, de oorzaak der scheiding, namelijk, de zonde, weggenomen. Daarom het ware toegaan onderstelt onze vervreemding van God. Welk een breuk, geslagen door de zonde. Hoe en door wien zou ze geheeld kunnen worden en de vrije toegang tot God ontsloten worden, tot de verongelijkte Majesteit des hemels? Welk een onnaspeurlijk werk was het de oorzaak der scheiding weg te nemen dat vreemdelingen en bijwoners van nature weer tot medeburgers der heiligen en huisgenooten Gods zouden gesteld worden. Tot kinderen Gods aangenomen en verzorgd.

Dat is de heerlijkheid van Christus, van Zijne Middelaarsbediening om de uitverkorenen te brengen tot God, waar Hij eens voor de zonde geleden heeft. Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen. O, was er de Middelaar niet, Die met Zijn hart is Borg geworden en door Zijn dood en bloedstorting de breuke, door de zonde geslagen, volmaakt geheeld heeft het ware hopeloos. Maar nu, de Vader heeft Hem voorgesteld tot eene verzoening door het geloof in Zijn bloed, tot eene betooning van Zijne rechtvaardigheid, opdat genade zou heerschen door rechtvaardigheid tot het eeuwige leven. En daarom, zegt de Apostel, hebben wij vrijmoedigheid om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus op eenen verschen en levenden weg, welken Hij ons ingewijd heeft door het voorhangsel, dat is, door Zijn vleesch; en dewijl wij hebben eenen grooten Priester over het huis Gods, zoo laat ons toegaan met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, onze harten gereinigd zijnde van de kwade consciëntie en het lichaam gewasschen zijnde met rein water.

Door Hem den toegang. O, dat kan geen vijand verhinderen. Hij heeft Sion gegrond, staat altijd gereed ter hulpe: opdat Zijne bedrukten een toevlucht daarin hebben zouden, Die al de Zijnen bij den Vader veraangenaamt door Zijne altijd geldende voorbede. Dierbaar heil.

De bedrukten Sions blijven er niet vreemd van. Het is door de bediening des Geestes in hen, Die Zich verheerlijkt in het toegaan tot den Vader in de ontsluiting van den Middelaar in Zijn bloed en kruisverdiensten. Daarvan spreekt de Apostel: Door eenen Geest hebben wij den toegang. Een en dezelfde Geest, Die alles in allen werkt. Die in het stondeke der minne intrek neemt in het hart en werkt het dierbare geloof in het binnenste, en ons Christus deelachtig maakt door het geloof. Opent door Hem den toegang tot den Vader. Door dien eenen Geest wordt het in dat volk hartewerk, om uit te gaan uit alle valsche steunsels; doet afzien van alle hebbelijke genade in ons, om ons niet te gronden in onze bevinding, maar alleen op het Borgwerk Christi. O, in de zalige vereening met Christus door het geloof, door de bediening des Heiligen Geestes vindt het bedrukte volk een vrijen toegang tot den Vader. onder de bediening des Geestes blijven we vreemd van Christus. Die den Geest van Christus niet heeft, die komt Hem niet toe.

Onze dagen zijn beproevend. Welk een luchthartigheid, welk een zorgeloosheid. Welk een lichtvaardigheid. Het is of de gansche aarde zich vet maakt voor den dag der slachting. Welk een wrevel en haat. O wee die dag, als de Heere, de God der heirscharen de wrake Zijns Verbonds zal wreken. Hij zal Zijne eer niet altijd laten vertreden. O, laat u nog met God verzoenen, o mensch! Zoek nog schuiling bij Hem, Die de toevlucht der ellendigen is. Roep de bediening des Geestes nog over u in.

Bang is de tijd ook voor de bedrukten, waar het als voor de deur staat, dat weeën over de aarde zullen uitgestort worden. Maar de Heere in de hoogte is en blijft de Toevlucht der Zijnen. Hij heeft Sion gegrond, opdat de bedrukten Zijns volks een toevlucht daarin hebben zouden. Hij Zelf is de Sterkte en Schuilplaats Zijns volks. We mochten verwaardigd worden door het geloof toevlucht te nemen tot Hem door de bediening des Geestes op grond van het Borgwerk Christi. Dat is de eenige troost, maar een algenoegzame

troost in leven en in sterven. Dat de bedrukten Sions in Hem sterkte vinden, want in den Heere is een eeuwige toevlucht.

BANIER DER WAARHEID

REDACTIE, HOLLANDSCH:

Ds. J. Van Zweden

131 Park Place

Passaic, N. J.

REDACTIE, ENGELSCH:

Mr. A. Breeman

245 Brown Avenue

Paterson, N. J.

ADMINISTRATIE:

Mr. H. Drost

208 East 7th Street

Clifton, N. J.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1939

The Banner of Truth | 10 Pagina's

DE TOEGANG DOOR EENEN GEEST TOT DEN VADER

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1939

The Banner of Truth | 10 Pagina's