KERKORDE

Insgelijks zullen de Diakenen alle weken te zamen komen, om met aanroeping des Naams Gods van de zaken, hun ambt betreffende, te handelen; waartoe de Dienaren goede opzicht zullen nemen, en des noods zijnde, zich daarbij laten vinden.

Bij de lezing van dit artikel valt ons oog op drie zaken in betrekking de Diakenen.

1. Het is hun roeping om alle weken te zamen te komen. Dus een geregelde orde. Niet maar eens nu en dan, om de twee of drie weken. Zullen de ambtelijke werkzaamheden recht behartigd en tot uitvoering komen, zoo is wekelijksche samenkomst noodig. Is de gemeente zeer klein, met een Kerkeraad van een Ouderling en een Diaken, zoo zou men kunnen volstaan met een samenkomst in de twee weken. Om redenen, die begrepen zullen worden, zal de samenkomst steeds uit beide, Diaken en Ouderling, bestaan.

Elke Diakenvergadering zal met gebed geopend en met dankzegging gesloten worden. Hoe noodig de leiding des Heeren in die ambtelijke werkzaamheden, en den Heere te erkennen voor de geschonken hulp en weldaden. Laat men dat alles na, zooals hier en daar geschiedt, er ligt een geringschatting van de ambtelijke werkzaamheden in verklaart, en dat men het zonder den Heere wel af kan.

2. Op hun vergaderingen zullen zij handelen over zaken hun ambt betreffende. Dus niet over zaken die tot den Kerkeraad en de Kerkregeering behooren. Ook behoort de geldelijke administratie der kerk niet tot hunne ambtelijke werkzaamheden, zooals duidelijk blijkt uit de instelling van dit ambt en Art. 25 dezer Kerkorde.

Worden de Diakenen voornoemd werk opgedragen, laat het dan geen hoofdzaak zijn, en steeds gescheiden en onderscheiden zijn van hun ambtelijk werk.

3. Der Dienaren goede opzicht zal over hunne ambtelijke werkzaamheden gaan. Gedoeld wordt op de Dienaren des Woords. Tot hun toezicht is noodig dat ze zooveel mogelijk op der Diakenen vergaderingen tegenwoordig zijn. Niet heerschend maar advizeerend zullen de Dienaren daar tegenwoordig zijn. Als Herder der gemeente kan de Dienaar des Woords de Diakenen wel inlichten omtrent armen en ellendigen. Zoo zal er geen hoogheid en zelfstandig optreden zijn, maar een samenwerking in de liefde en vreeze des Heeren, tot Zijn eer en het welzijn der Gemeente.

In vacante gemeenten kan des Dienaars plaats het geschikste ingenomen worden dooiden Voorzitter van den Kerkeraad of, zoo men het goeddunkt, door twee ouderlingen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen