CHRISTUS DEZELFDE

Hebr. 13:8: “Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en in der eeuwigheid.”

Dit zijn heerlijke woorden voor de Kerk des Heeren bij het voortsnellen des tijds en het veranderen van het jaargetal. Immanuël — God met ons — Dezelfde. Hij de Onveranderlijke en Getrouwe van eeuwigheid tot eeuwigheid; Hij de Onveranderlijke door alle tijden heen.

Alles wisselt op Zijn wenken;
Doch Hij Zelf verandert niet.

Tegenover al het geschapene dat veranderlijk is, staat Hij, Die niet verandert. “Ik, de HEERE, wordt niet veranderd; daarom zijt gij, o kinderen Jacobs, niet verteerd,” Mal. 3:6. Hoe menigmaal waren deze woorden één in zichzelf ontrouw volk, tot verwondering en blijdschap! Omdat Hij niet verandert, daarom zij niet omgekomen en vergaan. Hun HEERE is zoo getrouw als sterk. Hij steeds hun Toeverlaat en Sterkte.

Zij liepen als een stroom Hem aan;
Hij liet hen nimmer schaamrood staan;
En wendde straks hun lot.

Hoe veranderlijk alles in de wereld! Het vorige jaar deelden we nog in een aangenamen uitwendigen vrede. Thans is het oorlog, zijn we door machtige vijanden omringd en zijn we dus ook in het vreeselijk en bloedige wereldconflict betrokken. En gelijk er bij het kind des Heeren ook inwendig gevaarlijke vijanden zijn, alzoo ook binnen het land. Gevaarlijke vijanden van buiten en gevaarlijke vijanden van binnen. Vele teekenen verkondigen ons, dat ook dit land en volk staat voor een bange toekomst. Het zwaard der gerechtigheid, dat reeds zoolang dreigend boven dit land hing, is nedergedaald en zal vleesch eten. Hoe lankmoedig heeft God gedragen en verdragen, maar Zijn lankmoedigheid heeft een eind. Hij spreekt: Ik zal u niet langer voorbij gaan en verschoonen. Hoe groot zijn de zonden van kerk en staat, van ons en onze kinderen. De Heere is rechtvaardig en elkeen Zijner oordeelen is naar recht.

Dus staan we voor groote gebeurtenissen en veranderingen op allerlei gebied. Vele en groote verzoekingen zullen komen tot ons en onze kinderen, daar het gezien wordt, dat in algemeenen zin genomen, overheid en onderdaan, zelfs onder de oordeelen Gods, geen rekening houdt met den Heere en Zijn Woord. Nu reeds wordt het gezien hoe los belijders der Waarheid zijn van God en Zijne Ordonnantiën. Velen liggen reeds bezweken terneer, terwijl men den moed van sommigen moet prijzen, aan wien de Heere vervullen zal: “Die Mij eeren, zal Ik eeren.” Als men nu al niet kan loopen met de voetgangers, hoe zal men zich dan mengen met de paarden en hoe het maken in de verheffing der Jordaan? Jer. 15:5. O, welgelukzalig zij die den God Jacobs tot hun toevlucht en sterkte hebben. Die als een kracht- en machteloos volk, in Christus kracht, sterk en moedig zijn.

Welzalig hij, die al zijn kracht
En hulp alleen van U verwacht,
Die kiest de welgebaande wegen.

De verheerlijkte Immanuël liet Johannes aan de Gemeente te Filadelphia schrijven: “Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zoo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die over de geheele wereld komen zal, om te verzoeken die op de aarde wonen. Zie, Ik kom haastelijk; houd dat gij hebt, opdat niemand uwe kroon neme.”

In het midden van alle veranderingen schittert de waarheid van Paulus’ woord: “Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en in alle eeuwigheid.”

Jezus Christus, de beminde des Vaders, vol van genade en waarheid. De Bloedbruidegom Zijner duur- en zuur gekochte Bruid. Tweede Adam; veel heerlijker en begeerlijker dan den eersten Adam. Hij, God en mensch in eenigheid des Persoons. Altaar en Offer beide, en alzoo een verzoening voor alle zonden van de gegevenen des Vaders. Hij, dierbaar, gepast, noodzakelijk en onmisbaar voor al dat volk, dat moet getuigen:

Maar wat klaag ik, Heere der heeren?
Mijn begeeren
Is voor U, in al mijn leed;
Met mijn zuchten en mijn zorgen,
Niet verborgen;
Daar Gij alles ziet en weet.

Hij is Jezus—Zaligmaker, Die volkomen zal zaligmaken allen die door Hem tot God gaan. Die behoefte hebben om door Hem met God verzoend te worden. Naar Hem heen zielen, met al uw rampzaligheden en ellenden! Hij, Die verlost heeft zal verder verlossen. Hij, Die een zaligend werk in het hart begon, zal blijven zaligen, tot uwe zaligheid eeuwig volkomen is. Hij laat niet varen de werken Zijner handen.

Hij is Christus: Van den Vader gezalfd met den H. Geest, tot Profeet, Priester en Koning. Juist volkomen gepast voor een volk dat gedurig, door de onderwijzingen des Geestes, een drieerlei gebrek in hunne ziel ontdekken. Een gemis, dat door de toepassing van Jezus’ Profetische, Hoogepriesterlijke en Koninklijke bediening, gedurig min of meer troostrijk vervuld wordt. Zoo alleen is het ziele-leven welvarende. O Volk! allesmissende en nietshebbende in uzelven, tot Hem zal men komen. Hij getuigt:

Al wat u ontbreekt,
Schenk Ik, zoo gij ’t smeekt,
Mild en overvloedig.

Jezus Christus is altijd Dezelfde.

Zoo duidelijk ligt dit verklaart in hetgeen God tot Mozes sprak Exodus 3:14 en 15: “IK ZAL ZIJN DIE IK ZIJN ZAL. Ook zeide Hij: Alzoo zult gij tot de kinderen Israëls zeggen: IK ZAL ZIJN heeft mij tot ulieden gezonden. Toen zeide God verder tot Mozes: “De HEERE, uwer vaderen God, de God Abrahams, de God Israëls, en de God Jacobs, heeft mij tot ulieden gezonden; dat is Mijn Naam eeuwiglijk, en dat is Mijne gedachtenis van geslacht tot geslacht.” Jehova, is Gods gedenknaam.

Hij is Dezelfde in Zijn Persoon van Zone Gods en Middelaar. Zoo zien we Hem door de gansche H. Schrift en in de ervaring van al ’s Heeren kinderen door alle eeuwen heen. De gansche Bruidkerk heeft Dezelfde Jezus, om zich daar straks eeuwiglijk in te verheugen. O, heerlijke eenheid!

Hij is Dezelfde in alle Zijne Goddelijke volmaaktheden. Die veranderen nooit. Elk een derzelve blijft Dezelfde. Altijd ten goede voor Zijn volk, dat geroepen is uit de macht der duisternis om die deugden te verkondigen. Zoo is Hij Dezelfde in Zijne liefde. O, oceaan van onveranderlijke liefde in Christus! Een liefde die nooit vermindert. Een vrijwillige en eeuwige liefde. Een liefde die de kennis ver te boven gaat.

Ook Dezelfde in Zijn trouw, goedheid, barmhartigheid, genade, macht, gerechtigheid, heiligheid, enz. O, heerlijke Zone Gods!

Hij is Dezelfde in Zijne beloften. Ze zijn alle in Hem ja en amen, Gode tot heerlijkheid door ons. In die dierbare verbondsbeloften openbaart Hij den rijkdom Zijner verdiensten. Een eeuwige volheid van zegeningen voor de Zijnen. Hij zal vervullen: Zegenende zal Ik u zegenen; Ik leef en gij zult leven. Hij houdt getrouw Zijn woord.

Hij is Dezelfde in Zijne dreigementen voor allen die voor Hem weigeren te buigen en Hem blijven verwerpen. O, wee hunner als vervuld zal worden: “Dewijl Ik geroepen heb en gijlieden geweigerd hebt, Mijne hand uitgestrekt heb en daar niemand was die opmerkte, en hebt al Mijnen raad verworpen en Mijne bestraffing niet gewild; zoo zal Ik ook in ulieder verderf lachen, Ik zal spotten wanneer uwe vreeze komt.” Zijt gij lezer nog een vreemdeling van God en Christus, o dat het bij het begin van het Nieuwe Jaar mocht zijn: Het oude is voorbijgegaan, ziet! het is al nieuw geworden. Hij, Die Dezelfde is, zij u genadig.

Hij is steeds Dezelfde gebleven niettegenstaande alle vijandschap, verwerping en bestrijding, van duivelen en menschen. Dezelfde gebleven, niettegenstaande alle verkeerde voorstellingen van hen die in dwaling en ketterij leven. Neen, dat verandert Jezus niet.

Zult ge u daarover niet verblijden, die eenmaal een tegenstander en verwerper van Christus waart? Die het ervaren hebt, dat het maar een wenk van Zijn alvermogen was, om u in het stof te doen buigen voor Hem?

Hij was Dezelfde gisteren, dat is, in het verleden. Dat we zelfs met onze gedachten teruggaan tot in de stille eeuwigheid. Hij Zelf getuigt Spreuken 8: “Ik ben van eeuwigheid af gezalfd geweest, van den aanvang, van de oudheden der aarde aan. Ik was geboren als de afgronden nog niet waren, als nog geen fonteinen waren, zwaar van water; aleer de bergen ingevest waren, voor de heuvelen was Ik geboren.” enz. In den Vrederaad trad Hij op als Borg en Plaatsvervanger voor ’s Vaders schuldige kinderen, en was Hij toen reeds, wat Hij in der tijd steeds is, de God der uitkomst.

Hij was Dezelfde gedurende al den tijd des Ouden Testaments. Hij openbaarde Zich steeds als den Beloofde, Die Zijn volk op Hem deed hopen. Hij was hun nooitbeschaamde Rotssteen. Mozes sprak in Zijn gebed: “Heere, Gij zijt ons geweest een toevlucht van geslacht tot geslacht.”

Hij is Dezelfde heden, dat is in het tegenwoordige. Dat gold het heden van Paulus, en ook geldt het heden van nu. Christus steeds Dezelfde voor Zijn volk, als voorheen bezien. Dezelfde steeds om dat volk te verlossen uit satans macht en wreed geweld, te ontblooten en te ontgronden, te bekleeden met Zijn gerechtigheid, met den Vader te verzoenen, te bewaren, te heiligen, te troosten, enz. Toestanden in de wereld veranderen Hem niet. Al is het, dat we thans de daden des Heeren moeten aanschouwen, Die verwoestingen op aarde aanricht, Hij blijft Dezelfde. Voor het Sion Gods geldt: “De beekjes der rivier zullen verblijden de stad Gods, het heiligdom der woningen des Allerhoogsten. God is in het midden van haar, zij zal niet wankelen.”

Hij is Dezelfde in der eeuwigheid, dat is in de toekomst. Hij sprak tot Zijn gansche Kerk: “En zie, Ik ben met ulieden alle de dagen tot de voleinding der wereld.” Steeds zal het welbehagen des Vaders tot behoudenis Zijns volks, gelukkiglijk door Zijn hand voortgaan. Hij is en blijft het verheerlijkte Hoofd Zijner Kerk. Hij zal Zijn gansche lichaam verheerlijken en eeuwig doen triomfeeren. Hij zal ze eeuwig doen deelen in Zijne liefde en heerlijkheid.

“Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en in der eeuwigheid.” Dit geldt zeer troostrijk voor ieder kind Gods in het bijzonder. De reizende pelgrim naar de hemelstad, heeft een verleden, een heden en een zalige toekomst. Daarin is ook Christus de Alpha en de Omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde: Dezelfde. Het mocht hem eens gegund worden bij den aanvang dezes jaars een duidelijk gezicht te hebben in het verleden. Wat ziet hij dan Jezus Christus als Dezelfde: de Getrouwe en Onveranderlijke, de Machtige en Algenoegza-me, de Genadige en Barmhartige; Hij schonk hulp en redde keer op keer. Wat ook veranderde in en buiten hem, Christus bleef Dezelfde. O, wordt dit gedurig gezien, wat is dan Christus groot, heerlijk en dierbaar. Dan is het: “Mijne overdenking van Hem zal zoet zijn, ik zal mij in den Heere verblijden.”

Hoe het ook met hem gesteld is in het tegenwoordige, ongeloovig of geloovig, aardschgezind of hemelschgezind, is hij bevreesd of vol moed, enz., Christus is Dezelfde. Hij is met hem in voor- en tegenspoed; Zijn liefderijk en wakend oog is altijd op hem. Moest dit niet een oorzaak van groote blijdschap zijn?

Dezelfde ook voor hem in de toekomst. Daarom zijn er geen reden voor het kind des Heeren om bezorgd te zijn en te vreezen. Hoe donker ook de toekomst, hoe donker en droevig het in-en uitwendig ook moge gesteld zijn, Hij blijft Dezelfde. Wat ook ontvalt, Hij blijft, Hij is een onveranderlijk goed. Hij is machtiger dan alle in- en uitwendige vijanden. Hem is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Op het doodbed zal Hij met de Zijnen zijn en de gezaligde ziel Boven doen huppelen van zielevreugd. Komt Hij spoedig met de wolken des hemels, Hij is Dezelfde. Hij zal doen wat Hij beloofd heeft. Johannes schreef: “En God zal alle tranen van hunne oogen afwisschen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn; want de eerste dingen zijn weggegaan. En Die op den troon zat, zeide: Zie, Ik maak alle dingen nieuw.”

Gel. lezer: zijt ge nog zonder kennis van God, uzelven en Christus? Staat ge nog voor eigen rekening op reis naar dood en eeuwigheid, en in deze veelbewogen tijden? O, dat ge den Heere ernstig moogt zoeken terwijl Hij nog te vinden is. Hij, Die Dezelfde is, zij u genadig. “Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne en gij op den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zoude ontbranden. Welgelukzalig zijn allen die op Hem betrouwen.” Op Hem te betrouwen, dat zij uw deel volk des Heeren, verder op uw levensweg. Hij is uw liefde waardig. Dat ge door het geloof liefelijk op Hem moogt leunen en steunen. “Die op den HEERE vertrouwen, zijn als de berg Sions, die niet wankelt, maar blijft in eeuwigheid.” Wat nood in het midden van alle beroering der volken: “Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en in der eeuwigheid.” Hallelujah!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen