KERKORDE

Hoofdstuk III

Van de Leer, Sacramenten en andere Ceremonien.

Artikel 53

De Dienaren des Woords Gods, en desgelijks de Professoren in de Theologie (‘t welk ook den anderen Professoren wel betaamt) zullen de Belijdenis des Geloofs der Nederlandsche Kerken onderteekenen, en de Dienaren die zulks refuseeren (weigeren), zullen de facto (feitelijk) van hunnen Dienst bij den Kerkeraad of Classe opgeschort worden, tot der tijd toe dat zij zich daarin geheellijk verklaard zullen hebben, en indien zij obstinatelijk (hardnekkig) in weigering blijven, zullen zij van hunnen Dienst geheellijk afgezet worden.

Van art. 53 tot art. 70 wordt gehandeld van de Leer, Sacramenten en andere Ceremoniën in de Kerk.

Hoe noodig dat hierover gehandeld wordt in de Kerkorde, opdat er in de kerken die onder één Kerkverband leven zoo veel mogelijk eenstemmigheid zij. Zoo werd ook geoordeeld ten tijde van de Apostelen (Hand. 15).

Art. 53 wijst op het onderteekenen van de Belijdenis des Geloofs der Nederlandsche Kerken, niet alleen door de Dienaren des Woords maar ook door de Professoren.

De Dordtsche vaderen spraken gedurende onderscheidene zittingen der Synode reeds over de Drie Formulieren van Eenigheid.

Men vindt het in de 163ste Sessie, waar gezegd wordt: “Dat alle Professoren van iedere Faculteit en Kunst, tot betuiging van hunne overeenstemming in de rechtzinnige Leer, in den aanvang van hunne bediening, de Formulieren van Eenigheid, de Belijdenis en Catechismus dezer Kerken onderteekenen.”

Dat er door de Drie Formulieren van Eenigheid toen verstaan werd, zooals het thans nog is, blijkt uit hetgeen we lezen van Sessie 159: “Is vastgesteld te concipieren (ontwerpen) een accuraat Formulier van onderteekening, waarnaar de Kerkdienaars, de Belijdenis, den Catechismus, en de verklaring der Synodi Nationalis over de Vijf Remonstrantsche Artikelen, zullen onderteekenen, om hunne rechtzinnigheid te betuigen.”

Hoe noodzakelijk en nuttig dat de Dienaren des Woords en de Professoren de Belijdenis des Geloofs of de Drie Formulieren van Eenigheid, onderteekenen:

1. Daardoor geven ze te kennen dat ze de zuivere leer des Bijbels, daarin vervat, kennen en verstaan.

2. Dat ze daar van harte mede instemmen en die leer zijn toegedaan.

3. Dat ze die leer zullen verkondigen en daarin onderwijzen.

4. Dat hun eigen handteekening tegen hen zal getuigen, indien ze daarvan afwijken en niet aan voldoen.

Weigeren Dienaren des Woords en Professoren geeischte onderteekening, zoo zal daaruit blijken dat ze niet instemmen met de zuivere leer daarin vervat. Met hen zal gehandeld worden, zooals het art. voorschrijft.

Artikel 54

Insgelijks zullen ook de Schoolmeesters gehouden zijn, de Artikelen als boven, of in de plaats van die den christelijken Catechismus, te onderteekenen.

Uit dit art. blijkt de noodzakelijkheid en nuttigheid, dat er Schoolmeesters zullen zijn, die de jeugd onderwijzen in de zuivere leer des Bijbels. Dat deze Onderwijzers door hun onderteekening van de Belijdenisschriften, hun instemming daarmede uitdrukken en zich verbinden die zuivere leer de jeugd in te prenten.

De Gereformeerde Kerk (Nederland) heeft op hare Synode van 1905, het voornoemde art. aldus omgezet: “Insgelijks zullen ook de Ouderlingen en Diakenen, en degenen die door eene Classe als proponent worden toegelaten, de genoemde Formulieren van Eenigheid onderteekenen.”

Hoewel het ook nuttig is dat Ouderlingen, Diakenen en Proponenten de Formulieren van Eenigheid onderteekenen, zoo is het toch jammer dat de Schoolmeesters uit het Art. verwijderd zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen