Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKORDE Artikel 70

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKORDE Artikel 70

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Alzoo bevonden wordt dat tot nogtoe verscheiden gebruiken in huwelijksche zaken alomme onderhouden zijn, en nochtans wel oorbaar is gelijkvormigheid daarin gepleegd te worden, zoo zullen de Kei-ken blijven bij het gebruik, ’t welk zij conform Gods Woord en voorgaande Kerkelijke Ordinantiën tot nogtoe onderhouden hebben, totdat bij de hooge Overheid (die men daartoe met den eersten zal verzoeken) een generale Ordinantie, met advies der Kerkediensten, daarop gemaakt zal zijn, tot dewelke deze Kerkenor-dening zich in dit stuk refereert.

In het artikel wordt gehandeld over de kerkelijke huwelijksbevestiging.

Terecht hebben de Dordtsche vaderen daarin aangemerkt, dat “het oorbaar is dat daarin gelijkvormigheid gepleegd worde, en daarom zullen de Kerken blijven bij het gebruik, ’t welk zij conform Gods Woord en voorgaande Kerkelijke Ordinantiën tot nogtoe onderhielden.”

Vroegere besluiten van Kerkelijke vergaderingen wijzen op de huwelijksbevestiging, zooals we dat vinden in de notulen van de Synode te Wezel, 1568; van de Synode te Emden, 1571; van de Synode te Dordrecht, 1574; énz. Alle wijzen zonder onderscheid op, een kerkelijke huwelijksbevestiging. Wel een bewijs, dat de vaderen niet lichtzinnig over het huwelijk oordeelen. Van deze kerkelijke huwelijksbevestiging waren uitgesloten, volgens de bepaling van de Synode van Dordrecht, 1618–’19, ongedoopten en geëxcom-municeerden. De predikanten mochten die huwelijken wel sluiten, maar niet kerkelijk bevestigen.

Niettegenstaande besluiten van Synoden voorheen genoemd, bleven er onderscheidene gebruiken voortbestaan in “huwelijke zaken,” en schenen de bestaande regelen geen voldoening te geven ziende op kerk en staat, daarom oordeelde de Synode 1618–’19, dat de bestaande regelen zouden onderhouden worden “totdat bij de hooge Overheid (die men daartoe met den eersten zal verzoeken) een generale Ordinantie, met advies der Kerkedienaren, daarop gemaakt zal zijn, tot dewelke deze Kerkenordening zich in dit stuk refereert.”

Volgens de Nederlandsche wet is thans “de burgerlijke huwelijksvoltrekking voorop en is de kerkelijke bevestiging daarvan afhankelijk. De wet bepaalde nu, dat geen huwelijk kerkelijk mag worden ingezegend, voordat de partijen het bewijs der burgerlijke huwelijkssluiting hebben getoond.”

Uit het reeds genoemde blijkt, dat men in Nederland niet zoo gemakkelijk tot het huwelijk komt, als in Amerika. Eerst heeft de verloving plaats. In die verloving, d.i. de belofte om elkander trouw te blijven, lag, volgens de Gereformeerde opvatting, het beginsel van het huwelijk. Reeds de Synode van Dordrecht, 1574, bepaalde dienaangaande in art. 23: “De ondertrouw wettelijk gedaan zijnde, zal geenszins mogen gebroken worden, al ware het dat beide partijen daarin bewilligden.” Dan volgt de burgerlijke huwelijksvoltrekking of sluiting volgens de wet des lands, en voorts de kerkelijke bevestiging in Gods Huis volgens Kerkorde.

Van een verplichtte burgerlijke huwelijksvoltrekking die een kerkelijke bevestiging zou voorafgaan, is in Amerika geen sprake. Dat maakt het huwelijken dus gemakkelijker. Helaas! Er wordt in de meeste gevallen maar al te licht met het H. Huwelijk gehandeld. Vooral ook geldt in dien weg het Woord des Heeren: “Ken Hem in alle uwe wegen, en Hij zal uwe paden recht maken.” Zeer veel hangt er van af of het huwelijk is in de gunst of ongunst des Heeren; of men door het huwelijk aan elkander verbonden is tot een vloek of tot een zegen.

Zullen ook de voorgangers der Kerk, niet steeds aandringen op een eenvoudige en ernstige huwelijksbevestiging in Gods Huis, zooals in de Kerkorde voorgeschreven?

De Gereformeerde Kerk in Nederland heeft art. 70, aldus gewijzigd en vereenvoudigd: “Alzoo behoorlijk is, dat de huwelijken staat voor Christus’ gemeente bevestigd worde, volgens het For mulier daarvan zijnde, zullen de Kerkeraden daarop toezien.”

In welken graad van bloedverwantschap een huwelijk volgens Gods Woord mag voltrokken worden, en welke gescheidenen een ander huwelijk mogen aangaan, zal in deze beknopte toelichting van art. 70, niet in aanmerking komen.

Wat het “Formulier om den huwelijken staat, voor de gemeente van Christus te bevestigen” aangaat, “de opstellers daarvan zijn ook de auteurs der Paltsche Liturgie, die de Geneefsche wel het meest gevolgd, doch ook het een en ander uit de Liturgie van à Lasco, die zich insgelijks van de Geneefsche bediend heeft, overgenomen hebben; zooals voor het grootste deel het voorstel van onderlinge plichten van bruidegom en bruid, en het voorlezen van Matth. 19, om te hooren hoe sterk de band des huwelijks is, in de Liturgie van Gnève en in die van à Lasco, beide dezelfde is. Het daarop volgende gebed is eene verkorting van dat van il Lasco, en komt met het Geneefsche meest overeen. Uit de zoo opgestelde Paltsche Liturgie, is dit Formulier door Dathenus alleen overgezet en tot de Nederlanders overgebracht.” Veelal wordt thans een verkort formulier gebruikt, waaraan we geen goedkeuring kunnen geven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 1944

The Banner of Truth | 16 Pagina's

KERKORDE Artikel 70

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 1944

The Banner of Truth | 16 Pagina's