Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GOD DE ALMACHTIGE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GOD DE ALMACHTIGE

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Genesis 17:1b: “Ik ben God de Almachtige.”

ABRAHAM was negen en negentig jaren oud, toen de Heere deze woorden tot hem sprak, er aan toevoegende: “Wandel voor Mijn aangezicht en wees oprecht; enz.”

Ziet Abraham door Geesteslicht geleid achteruit, hij ziet het bewaarheid naar ziel en lichaam beide, in natuur en genade: “Ik ben God de Almachtige.” Maar ook voor de toekomst zal het voor Abraham alzoo zijn. De Almachtige God zal voor hem zijn de getrouwe Jehova, de Alpha en de Omega, het begin en het einde.

Voor den Almachtigen God valt Abraham in diepe vernedering op zijn aangezicht, terwijl God dan verder spreekt: “Mij aangaande, zie, Mijn verbond is met u, en gij zult een vader van menigte der volkeren worden; en uw naam zal niet meer genoemd worden Abram, maar uw naam zal wezen Abraham, want Ik heb u gesteld tot een vader van menigte der volkeren; enz.”

Als God de Almachtige tot Abraham spreekt wat Hij doen en geven zal, zinkt de nietmachtige en onwaardige Abraham in verwondering als weg, diep buigende ligt hij in het stof, terwijl heilig lachen zijne ziel vervult.

“Ik ben God de Almachtige.” Zoo spreekt de Heere bij den aanvang van dit nieuwe tijdperk tot ons. Door Zijne macht doe Hij ons allen met Abraham diep en nederig voor Hem buigen in het stof van zelfverfoeiing; Die veel goeds schonk aan ons in het verleden, en die veel zal doen en geven aan Zijn uitverkoren Bondvolk in de toekomst. Als de Getrouwe en Almachtige verbonds God roept Hij al de Zijnen toe: “Bergen zullen wijken, en heuvelen wankelen, maar Mijne goedertierenheid zal van u niet wijken, en het verbond Mijns vredes zal niet wankelen, zegt de HEERE uw Ontfermer.”

“Ik ben God de Almachtige.”

In deze woorden vinden wij een eerenaam van den grooten God. Zoo wordt Hij genaamd, omdat Hij doen kan alles wat Hij wil zoover dat in overeenkomst is met Zijne andere deugden en volmaaktheden. God is de Almachtige Zelf. Hij is het wezenlijk, onafhankelijk en onveranderlijk tot in eeuwigheid. Het doet ons zien dat Gods macht onbeperkt is, geen einde kent; ze is oneindig. Als Almachtig is Hij de sterke God, de Algenoegzame. Zoo is Hij de Allerhoogste. Geen schepsel is Hem gelijk. Daarom door Paulus genaamd “de Alleenmachtige Heere, de Koning der koningen en Heere der heeren,” 1 Tim. 6:15:.

Dat God almachtig is vinden wij in de gansche Heilige Schrift, we vinden het in Schepping en Voorzienigheid, in het rijk der natuur en het rijk der genade. De Vader is Almachtig, de Zoon is Almachtig, de Heilige Geest is Almachtig. Heerlijk Opperwezen! Waardig door alle Zijne schepselen geprezen en verheerlijkt te worden.

De Almacht Gods is steeds des Heeren Kerk, kracht en machteloos in zichzelf, tot blijdschap en troost geweest; is van ouds door Israël bezongen:

Zijn almacht wist de zee vaneen te scheiden
En ‘t angstig heir daar droogvoets door te leiden;
Als op een hoop deed Hij de waat’ren rijzen.
Hij gaf des daags, om hun een weg te wijzen,
Een wolkkolom; een licht des vuurs bij nacht; Totdat Hij hen in ‘t vruchtbaar Kanaan bracht.

De Almacht Gods is steeds gebleken in de verlossing Zijns volks. De gansche geschiedenis der Kerk is er vol van. In- en uitwendig, natuurlijk en geestelijk, werden ze door Almacht bevrijd. In het leven van een ieder kind des Heeren heeft God Zich geopenbaard en verklaard als den Almachtige. Allen zijn ze wonderteekenen Zijner hand. Niemand kon verlossen dan Hij alleen. Ze liepen als een stroom Hem aan, Hij liet hen nimmer schaamrood staan.

De Almacht Gods is gebleken in de vijanden van Gods Kerk te wederstaan en om te brengen. Hoe wonderlijk verscheen de Almachtige wanneer dat volk tot Hem riep om uitkomst en verlossing. Van Hem was dan ook steeds hunne verwachting. Van ouds zong dat volk reeds:

De HEER’ zal opstaan tot den strijd;
Hij zal Zijn haters, wijd en zijd,
Verjaagd, verstrooit doen zuchten; enz.

“Ik ben God de Almachtige.” Zijn het geen gepaste woorden bij den aanvang van het Nieuwe Jaar, 1945? Het Jaar, 1944, is voorbij met al deszelfs lief en leed, met al deszelfs kommer en ellende. Veel is er in dat jaar gevloekt, maar ook veel gebeden; God strafte de zonde en deed wel om Christus wil; Hij gaf over aan dood en verwoesting, maar bewaarde en spaarde ook wonderlijk in groote gevaren.

Een nieuw tijdperk ligt voor ons; is reeds begonnen; en wat zal het nu zijn? De Heere alleen weet het. Hij regeert en zal Zijn Almacht weer toonen.

“Ik ben God de Almachtige.” Zoo spreekt de Heere tot Zijn volk en gunstgenooten. Ik zal het goede werk in u begonnen voortzetten en voleinden. Ik zal werken, en wie zal het keeren? Mijn Naam is Verlosser; Ik zal u verlossen en blijven verlossen totdat ge volkomen en eeuwig verlost zijt. Als de Almachtige Koning zal Ik u behoeden en beschermen overal waar ge zult henentrekken, en Mijne goedertierenheid niet van u wegnemen. Ik zal kastijden en beproeven, maar u ten goede en tot Mijne heerlijkheid. Ik zal alles door mijne Almacht u ten goede doen medewerken. Ik zal u niet doen bezwijken onder het kruisdragen, en u ter bestemder tijd inbrengen in de rust des hemels.

O, dat de Almacht en Algenoegzaamheid Gods al des Heerenkinderen tot troost en blijdschap moge zijn nu en bij het voortschrijden des tijds. Staan wij voor onmogelijkheden, Almacht kent ze niet. Hoe donker en boos ook de tijden, Hij is met Zijn volk van eeuwigheid geliefd. Een Drie-eenig God is met hen. Christus heeft gezegd: “Zij zullen niet verloren gaan, en niemand zal ze uit Mijne hand rukken.” De vijanden mogen zich opmaken om met list en geweld dat volk uit te roeien en te verwoesten, het zal niet gelukken; Hij Die gegeven is alle macht in hemel en op aarde, heeft gesproken: “De poorten der hel zullen Mijne Gemeente niet overweldigen.”

God de Almachtige, zij steeds de toevlucht en sterkte van al Zijn volk, in deze veelzeggende en kommervolle tijden. Hij schenke geloofsgenade om te getuigen: “God is ons eene toevlucht en sterkte, Hij is krachtiglijk bevonden eene hulp in benauwdheden. Daarom zullen wij niet vreezen, al veranderde de aarde hare plaats, en al werden de bergen verzet in het hart van de zeeën: laat hare wateren bruisen, laat ze beroerd worden; laat de bergen daveren door derzelver verheffing, enz.”

“Ik ben God de Almachtige.” Dit woord mocht onbekeerden ten zegen zijn. Hij is machtig het hart te vernieuwen en te leiden op het smalle hemelpad. Hij heeft een gewillig volk op den dag Zijner heirkracht. Hij kan dit jaar en voorts door Zijne kracht doen wandelen op het pad der gerechtigheid. Zijt gij gansch onmachtig ten goede uit kracht van de bondbreuk in Adam, God is machtig om het steenen hart te verbreken en u te bekwamen ten goede; u een ware bidder en smeekeling te maken aan Zijn genadetroon; u een plaats te geven in het midden Zijns volks en met hen te reizen naar het Hemelsche Sion.

Dat God Almachtig is, mocht alle onboetvaardigen en werelddienaren, geveinsden en eigenge rechtigen, tot schrik en vreeze zijn. Hoe spoedig kan Zijn Almachtige hand u afsnijden en u voor Zijn gericht dagen. Hoe spoedig den dood over u brengen en u doen nederdalen in den put des verderfs, waar geen verlossing mogelijk is. O, dat ge verwaardigd mocht worden te hooren en te betrachten wat de Almachtige zegt: “Wandel voor Mijn aangezicht en wees oprecht.” Dat ge Hem te voet mocht vallen, eer het te laat is. O, ziet toch de almachtige hand Gods in het afsnijden van zoovele levens op onderscheidene wijze. Hoe bijzonder toont Hij Zijn almacht in te toornen over de inwoners der wereld. Wie zal voor Zijnen toorn bestaan?

“Ik ben God de Almachtige.” Het mocht voorgangers in Gods Kerk tot bemoediging zijn. De Heere staat zoo van verre; weinig vrucht op den arbeid. Weinig hoort men van waarachtige bekeering en krachtige doorwerking des Geestes. Hij, Die Almachtig is, kan verandering geven; zou voor Hem iets onmogelijk zijn? Hij kan ook dit jaar weer sterken en ondersteunen, bekwamen en zegenen uit de volheid door Christus verworven.

“Ik ben God de Almachtige.” De Heere zegt het in den vreeselijken wereldoorlog. Wel mogen we thans met den dichter van Psalm 46 getuigen: “Komt, aanschouwt de daden des HEEREN, Die verwoestingen op aarde aanricht.” God spreekt krachtig in dezen ontzettenden bloedigen strijd, waar bijna alle volkeren der aarde in betrokken zijn. O, dat het meer opgemerkt werd; ja, dat het om der zonde wil is. Dat er vernedering en verootmoediging mocht komen onder Zijne krachtige hand; Hij mocht Zich wenden van de hittigheid Zijns toorns. Gaan Overheden en onderdanen echter door het aangezicht Gods te verbitteren vanwege hunne goddeloosheden, Hem als den Almachtigen God te verwerpen en te steunen op de afgoden der wereld; ze mogen voor Zijn geduchte straffen vreezen, Hij kan en zal hunne plannen vernietigen.

“Ik ben God de Almachtige.” Dat alle overwinning over onze vijanden, alleen van Hem mocht worden verwacht. Hij deed van ouds de oorlogen ophouden tot aan het einde der aarde. Dat Overheden en onderdanen in alle landen tot Hem mochten leeren opzien, smeekende om den vrede. Hij, als de God onzer vaderen, is machtig uitkomst en verlossing te geven in ons Oude Vaderland.

“Ik ben God de Almachtige.” O, wat een voorrecht ziende op onze zonen en mannen betrokken in den vreeselijken bloedstrijd onzer dagen. Ver weggevoerd van huis en dierbaren, kan Hij, Die als de Almachtige overal tegenwoordig is, staande houden en beschermen in het heetst gevaar, de gevangenen bevrijden, de kranken en gewonden genezen; ze weer in welstand tot de hunnen doen wederkeeren. O, dat Hij toch veel de toevlucht van ouders en kinderen mocht zijn, hunne hoop en verwachting. Hij kan en wil ondersteunen in alle leed en kommer, in droefheid en smart; Hij kan alles ten goede besturen; Hij kan weer vrede op aarde geven, vrede in het beroerde zondaarshart door het bloed des kruises.

We besluiten met Psalm 33 vers 10:

Zijn machtig arm beschermt de vromen,
En redt hun zielen van den dood;
Hij zal hen nimmer om doen komen
In duren tijd en hongersnood.
In de grootste smarten
Blijven onze harten
In den Heer’ gerust;
‘k Zal Hem nooit vergeten,
Hem mijn Helper heeten,
Al mijn hoop en lust.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1945

The Banner of Truth | 16 Pagina's

GOD DE ALMACHTIGE

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1945

The Banner of Truth | 16 Pagina's