Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZALIG ZIJN DE VREEDZAMEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZALIG ZIJN DE VREEDZAMEN

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Matth. 5:9: “Zalig zijn de vreedzamen; want zij zullen Gods kinderen genaamd worden.”

WIJ mogen vaststellen, dat Adam als een vreedzaam mensch door God werd geschapen. Vreedzaam tegenover God zijn Schepper; vreedzaam tegenover den naaste, zijn medemensch. Droeg hij niet het beeld van den God des vredes? Zoo was de staat des menschen, een staat des vredes.

Adam had reine liefde tot God en den naaste; hoe kon hij dan anders dan vreedzaam zijn? Is het niet een vrucht der liefde om den waren vrede te beminnen? De liefde is als een vruchtbare boom in het hart des menschen: “De liefde is lankmoedig, zij is goedertieren; de liefde is niet afgunstig; de liefde handelt niet lichtvaardiglijk, zij is niet opgeblazen; zij handelt niet ongeschiktelijk, zij zoekt zichzelve niet, zij wordt niet verbitterd, zij denkt geen kwaad; zij verblijdt zich niet in de ongerechtigheid, maar zij verblijdt zich in de waarheid; zij bedekt alle dingen, zij gelooft alle dingen, zij hoopt alle dingen, zij verdraagt alle dingen.”

Adam is niet vreedzaam gebleven. Heeft den vrede verbroken; heeft zeer liefdeloos gehandeld. Heeft geluisterd naar satan, die de eerste was in de heerlijke schepping Gods om vrede te verbreken en vijandschap tegen den heerlijken Schepper te openbaren. De mensch is beelddrager geworden van dien vrede-verbreker. Nu van nature geneigd God en zijnen naaste te haten en in onvrede met hem te leven. De waarheid hiervan wordt overal gezien. Hoeveel hoogmoed en trotschheid; hoeveel haat, nijd en vijandschap!

Toch moeten er nog vreedzamen op aarde zijn. Jezus spreekt er van en zegt: “Zalig zijn de vreedzamen.” Jezus was de vreedzame zonder gebrek; Hij in alles volmaakt. Hij kon en mocht in den volsten zin des woords getuigen: “Ik ben vreedzaam.” Kon er echter in waarheid aan toevoegen: “Maar als Ik spreek, zijn zij aan den oorlog.” Hoewel Hij Zich steeds als Vredevorst openbaarde; zijne vijanden konden Hem niet dulden. Veel tegenspreken heeft Hij van de zondaren moeten verdragen. Het vijandige Jodendom beschuldigde Hem, zeggende: “Hij beroert het volk.” Gods kinderen als vreedzamen, zullen min of meer gelijkvormigheid aan Hem verkrijgen. Van Paulus en Silas werd gezegd: “Dezen, die de wereld in beroering hebben gebracht, zijn ook hier gekomen.” (Hand. 17:6). De duisternis kan het licht niet verdragen.

Op de kinderen van den hemelschen Vader, wordt in de zaligspreking gedoeld. Die alleen zijn zalig; zalig voor tijd en eeuwigheid.

Het kan niet ontkend worden, dat sommige natuurlijke menschep zich min of meer vreedzaam openbaren in uitwendigen en natuurlijken zin. Dan spreekt men wel van een “vreedzaam karakter.” Dat is vrucht van de algemeene genade hen geschonken. Wordt die in rechtvaardigheid ontnomen, zoo openbaart die mensch zich meer als duivel dan als mensch. Wedenken hierbij aan koning Saul.

Ook kan het alom gezien worden, dat de natuurlijke mensch wel vreedzaam wil zijn; maar dan ten koste van- en met opoffering der waarheid Gods. Dat is een duren prijs betaald. In dien weg kan er geen vrede zijn tusschen God en het geweten. Dat heeft ook meer dan een martelaar ervaren, die tijdelijk bezweek in beproeving en verzoeking.

Terecht is gezegd: Beter een heiligen oorlog, dan een valschen vrede. Zoo dachten ook de Apostelen er over, gelijk we vinden Hand. 5:29. Ze spraken tot den Joodschen Raad: “Men moet Gode meer gehoorzaam zijn dan den menschen.”

De vreedzamen waarop Jezus doelt, zijn vreedzaam uit kracht van het werk des H. Geestes in het hart. Die Geest heeft geen lust tot haat, nijdigheid en verdeeldheid; want de “vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid,” Gal. 5:22.

Door de genade des H. Geestes komt de zondaar in een vreedzame gestalte, tot vreedzame neigingen en werkingen, en gaat hij het beeld van den vreedzamen en grooten Vredemaker Jezus, vertoonen. Heeft de zondige en booze natuur de overhand, gaat het zondige hoogmoedige vleesch zich openbaren, het tegenovergestelde openbaart zich, n.l. trotschheid, zondige beroering, opstand, nijd, enz. Duidelijk zien we dat in de geschiedenis van David en Nabal. We zien het ook in Asaf’s oneenigheid met- en opstand tegen den Heere. Toen hij in Gods heiligdommen werd ingeleid, werd hij weer vreedzaam, en was het zijn getuigenis: “Als mijn hart opgezwollen was en ik in mijne nieren geprikkeld werd, toen was ik onvernuftig en wist niets, ik was een groot beest bij u. Ik zal dan geduriglijk bij U zijn; Gij hebt mijne rechterhand gevat, enz.”

Hier is veel tot leering en waarschuwing voor des Heeren kinderen, zoolang zij het lichaam des doods omdragen in deze werld. Zeker leeraar sprak menigmaal over het gevaarlijke van de bedorven bokkennatuur, en het beminnelijke van de schapennatuur.

De vreedzame verlangt vrede voor en in zijne ziel, en zal, door de onderwijzingen van Woord en Geest, zulke wegen inslaan om die deelachtig te zijn. Hij weet, in zich aan den Heere te gewennen en het pad Zijner geboden te bewandelen, zal hij vrede hebben. Neen, niet in den weg der zonde en ongerechtigheid. De vreedzame David zong:

Wat vree heeft elk, die Uwe Wet bemint!
Zij zullen aan geen hinderpaal zich stooten.

Hij begeert in vrede te komen en te leven met God. Het smart hem dat hij den vrede tusschen God en zijne ziel heeft verbroken. Oprecht berouw vervult hem daarover. Had hij het nooit gedaan! In zijn wederkeeren tot God, openbaart hij zich als een vredemaker. Zoo worden de vreedzamen letterlijk genoemd in onzen Engelschen Bijbel.

Menig levendgemaakt en wederkeerend zondaar, trachtte vrede met God te maken in den weg van plicht en deugd of eigengerechtigheid, tranen en gebeden, belijdenissen en andere godsdienstigheden. In den weg der onderwijzing en afsnijding zal dat afgeleerd worden, en zal hem geleerd worden om door Christus als Middelaar, Borg en Voorspraak, in vrede met God te komen. In dien weg zal de vreedzame voorspoedig zijn, want dit is de van God verordineerde weg. Christus is de Middelaar Gods en der menschen; Hij is de hemelsche Voorspraak, waarop Johannes zijne kinderkens wijst; Hij is de schuldbetalende en zondeverzoenende Borg, waar Paulus de Hebreen heenwijst.

In onderwerpelijken zin maakte Paulus, in de straat genaamd “de Rechte”, door Christus en Zijne gerechtigheid vrede met God. Toen kon hij getuigen: “Wij dan grechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God door onzen Heere Jezus Christus.” Mag dus de zendaar een geloovig gebruik maken van Jesus en Zijne gerechtigheid, hij komt in vrede met God. Vrede! vrede! door het bloed des kruises.

Menige vreedzame mocht tot deze zoete ervaring komen, waar slechts in het kort op gewezen. Hoe noodzakelijk voor elk zondaar reizende naar de eindelooze eeuwigheid, in eenheid en vrede met God te komen door Dien grooten en heerlijken Vredemaker Jezus. Om dan in geloofsvrijmoedigheid in zijne toenadering tot den hemelschen Vader, te kunnen getuigen: “Vader ik breng mijn Borge mede.”

Heeft de vreedzame, in vrede met God gekomen, gezondigd; moet hij den zaligen vrede tussern God en zijne ziel nu missen; moet hij het Vaderlijk ongenoegen over de zonde smaken en is hem dat bitter; hij komt tot berouw, het doet hem leed. Hij komt weer tot oprechte belijdenis (Psalm 51), en de volgende woorden zijn hem tot onderwijzing en bemoediging: “Mijne kinderkens, it schrijf u deze dingen opdat gij niet zondight. En indien iemand gezondigd heeft, wij hebben eenen Voorspraak bij den Vader, Jezus Christus den Rechtvaardige, enz.”

De vreedzame verlangt in vrede te leven met zijn naaste. Daartoe is het zijne bede om in alle voorzichtigheid en bedachtzaamheid, in liefde te mogen wandelen. Hij zoekt op maatschappelijk en kerkelijke gebied den vrede te bevorderen in Gode-welbehagelijke wegen. Het is hem menigmaal tot droefheid, indien dit mogelijk is.

Heeft de vreedzame tegen den naaste gezondigd tot verwijdering en onvrede leidende; hij zal trachten in den weg van vernedering en belijdenis, den vrede te herstelln. Ook in dit opzicht beschouwen we den vreedzame, als een vredemaker. Welgelukzalig hij die de minste kan zijn, en in alle nederigheid wandelen. De Heere Jezus gaf de twistende discipelen in de voetwassching, een groote en nuttige les. Ook ons?

Zelfs heeft de vreedzame, gedachten des vredes voor zijne vijanden. Hoe gaarne zag hij ze tot God bekeerd; hoe gaarne zag hij de vijandschap en nijd, verbroken; ze in vrede met God en den naaste leven. Hoe vurig bad Paulus voor zijne vijandige broederen naar het vleesch. In het bidden voor hunne vijanden mogen ze den grooten Vredemaker Christus wel navolgen, en dus Zijn beeld vertoonen.

De vreedzamen spreekt Jezus zalig. Zijn ze niet zalig? niet gelukkig? niet hoogbevoorrecht? niet rijkelijk gezegend? Zijn ze niet bedeeld met Gods Geest? Hebben ze niet het ware vruchtdragende geloof, door de liefde werkende? Zijn ze geen schijnende lichten? Zijn het geen ware bondelingen, die in een verbond met God staan? Is Christus niet hun Leidsman en Leermeester? Genieten ze niet de eerstelingen van den zaligen hemel? Zijn de verbondsbeloften niet voor hen, Gode tot heerlijkheid? Ja! ook deze belofte: “Zij zullen Gods kinderen genaamd worden.”

De vreedzamen zijn reeds kinderen Gods van eeuwigheid. In de eeuwige besluiten Gods, zooals ze geopenbaard zijn in de H. Schriften, komen ze voor als geliefde kinderen des Vaders, uitverkoren ten eeuwigen leven, aan Christus gegeven ter verlossing. Ze zijn kinderen Gods in der tijd uit kracht van geboorte uit God, waarop Christus wees Joh. 3:3.

Zij zullen ook kinderen Gods genaamd worden. Als vreedzamen vertoonen ze niet meer het beeld des duivels, maar van hun Heere en Koning.

God noemt ze in Zijn Woord op vele plaatsen, Zijne kinderen. “Tot hen zal gezegd worden: Gij zijt kinderen des levenden Gods.”

De Engelen in den hemel zullen ze zoo noemen; ja, die boden des vredes. Ze zullen ze daar voor erkennen en hen dienen. Zijn ze niet gedienstige geesten, die uitgzonden worden tot dienst dergenen die de zaligheid beërven zullen? Op aarde, onder de menschen, zullen ze Gods kinderen genaamd worden. Gods knechten zullen het doen; de vromen zullen het doen; zelfs de wereldlingen doen het wel, overtuigd zijnde dat ze het beeld van hun Vader vertoonen. Een zeer vijandige man noemde op zekere tijden zijn vreedzame vrouw een kind Gods, zeer gelukkig, die bij haar dood den hemel binnen ging.

Gelukkige vreedzamen! Op Gods tijd gaan ze den hemel des vredes binnen. Daar zijn geen vrede-verstoorders. Daar zullen ze volmaakt vreedzaam zijn. Hier op aarde daarin zeer gebrekkig. Dat willen ze bij Geesteslicht wel bekennen; moeten het wel betreuren.

De Heere mocht die vreedzamen in deze donkere dagen, vermeerderen. Kinderen in Zion doen geboren worden, die het beeld van den Vredevorst vertoonen. Die vrede en waarheid beminnen. Die vreedzaam zijn en willen zijn; die moeten veroordeelen wat niet uit God is; die moeten getuigen tegen goddeloosheid en dwaalleer, al is het dan dat in dien weg smaad en hoon hun deel zal zijn, en ze zelfs in gevaar zijn het leven te verliezen. Vele vreedzamen zijn dooide vijanden omgebracht, die in hun sterven nog voor hunne vijanden baden. In dezen kregen ze gelijkvormigheid aan hun Heere, Die ze in de laatste zaligspreking toeroept: “Zalig zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil; want hunner is het Koninkrijk der hemelen. Zalig zijt gij als u de menschen smaden en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken om Mijnentwil. Verblijdt en verheugt u, want uw loon is groot in de hemelen; want alzoo hebben zij vervolgd de profeten die voor u geweest zijn.”

Behoort gij tot de vreedzamen? Niet? De Heere zij u genadig; verbreke door den Geest des oordeels en der uitbranding allen valschen vrede; opdat ge moogt komen tot den waren en eeuwigen vrede door het bloed des kruises. Dat ge als vredemakers moogt wandelen, en de aarde niet onnuttig beslaan. Uwe bede mocht zijn:

Och, schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geest! Vreedzamen! dat ge in handel en wandel moogt toonen vreedzaam te zijn. Veel gebrek zult ge steeds bij uzelven ontdekken. Veel, om u over te schamen. Weet echter dat ge volmaakt zijt in uw verheerlijkt Hoofd Jezus, Die de Zijnen nog steeds toeroept: “Leert van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart: en gij zult ruste vinden voor uwe zielen..”

Zijt vreedzaam in het midden van vrienden en vijanden; maar offert de waarheid er niet voor op. Teveel wordt gezwegen, te weinig getuigd, terwille van den uitwendigen vrede. Laat uw light schijnn te midden der duisternis. Uw hope zij op den Heere. De Held, bij Wien de Vader hulp besteld heeft, zij u ter hulpe. Schoon de menschen u verachten en verwerpen, de hemelsche Vader zal u niet verachten noch verwerpen. Zal de Vader Zijne kinderen verstooten? In der eeuwigheid niet!

Vreedzamen! Christus zegt: Ge zijt zalig; want ge zult kinderen Gods genaamd worden. Het zij u tot troost, blijdschap en groote verwondering. Hij zal u eenmaal invoeren in het hemelsche Paradijs, het land der volmaakte vrede; waarvan Johannes moest schrijven: “En geene vervloeking zal er meer tegen iemand zijn; en de troon Gods en des Lams zal daarin zijn, en Zijne dienstknechten zullen Hem dienen, en zullen Zijn aangezicht zien, en Zijn Naam zal op hunne voorhoofden zijn. En aldaar zal geen nacht zijn, en zij zullen geene kaars noch licht der zon van noode hebben; want de Heere God verlicht hen; en zij zullen als Koningen heersenen in alle eeuwigheid.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 1946

The Banner of Truth | 16 Pagina's

ZALIG ZIJN DE VREEDZAMEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 1946

The Banner of Truth | 16 Pagina's