Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KANOUSKY DE JEUGDIGE INDIAAN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KANOUSKY DE JEUGDIGE INDIAAN

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Vervolg)

“Meester,” zeide Jozef, “is zeer ziek; hij heeft in hooge mate de koorts, en het is zeer twijfelachtig of hij wel herstellen zal.”

“Ach! het doet mij leed, zooiets te hooren,” antwoordde de Indiaan; “hoe gaarne zou ik heengaan en hem zien.”

“Wel, na twee dagen aanvaard ik de terugreis; indien uw meester u wilde laten gaan, zou ik waarlijk mij verblijden indien ge mij zoudt kunnen vergezellen, als gij tenminste niet bang zijt voor de koorts.”

“Ik ben niet bevreesd, en ik zal mijn meester om vrijaf vragen.”

Kanousky vroeg toen naar al de knechten bij naam, en werd hem medegedeeld dat enkele dagen geleden een der knechten aan de koorts was bezweken, en van den tijd in de eeuwigheid overgebracht. Een traan rolde over zijn aangezicht en bad hij in stilte, dat God in Zijne genade, terwille van Jezus Christus, de smartelijke bezoeking, waarmede het Hem behaagd had de familie van zijnen ouden meester to bezoeken, te willen heiligen ten goede van het gansche huisgezin.

Toen hij des avonds was teruggekeerd, legde hij Jacobus Irving zijne wenschen voor, zonder wiens raadpleging hij nauwelijks een ding deed. Jacobus keurde Kanousky’s begeerte en voornemen om zijn oude meester to bezoeken zeer goed, en liet in het familie-gebed niet na Gods zegen af te bidden over zijn bezoek, indien hij zou gaan. Toestemming dat Kanousky Jozef zou vergezellen werd gaarne verleend, en zijn meester stond hem zelfs toe een maand weg te blijvxen, indien hij dit verkoos.

Toen de tijd van vertrek was gekomen, nam Kanousky een aandoenlijk afscheid van Jacobus en de familie, nadat hij de bewaring van den Almachtige was bevolen. Daarna vertrok Kaynousky naar de stad waar Jozef was. De Indiaan keerde echter niet terug naar het huis van zijn vorige meester zooals hij dat verlaten had, want wij herinneren ons dat hij toen de reis te voet moest afleggen, maar nu had hij het gebruik van een zijns meesters paarden.

De Krankheid

“Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop: indien iemand Mijne stem zal hooren en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met Mij.”—Openb. 3:20.

(Wordt Vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1946

The Banner of Truth | 16 Pagina's

KANOUSKY DE JEUGDIGE INDIAAN

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1946

The Banner of Truth | 16 Pagina's