Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EEN BRIEF

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EEN BRIEF

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geliefde Broeder en metgezel in de verdrukking:

Ik mocht tot mijn blijdschap en bemoediging uit uwe letteren merken, dat mijn schrijven aan u van eenigen tijd geleden, eenige vrucht voor uwe ziel mocht afwerpen. Dat u op sommige tijden duidelijk moogt zien wat de Heere u in de genade geschonken heeft, maar ook wat ge mist. Ik weet, dat ge er dan verwondert over zijt dat de groote Koning en Heere bemoeienissen maakt met zulk een zondaar wiens naam "albederver" is en met David moet getuigen: "Ik heb gedwaald als een verloren schaap." Maar dan zult ge ook wel eens smeekend zijn aan Gods genadetroon opdat uit Zijne volheid uw gemis vervuld worde. Dan brengt Gods lieve Geest ook zeker wel eens in gedachtenis wat Hij tot uwe ziel gesproken heeft, en wordt het een pleiten op Zijn Woord en belofte. Dan maakt ge een recht gebruik van Gods toezegging aan uwe ziel. Het is verkeerd en dwaas om op en in de belofte te rusten. De beloften moeten geen rustgronden, maar pleitgronden zijn.

Mijne ziel mocht het menigmaal in druk en ellende, David nazeggen:

Gedenk aan 't Woord, gesproken tot Uw knecht,
Waarop Gij mij verwachting hebt gegeven;
Dit is mijn troost, in druk mij toegelegd;
Dit leert mijn ziel U achteraan te kleven;
Al t geen Uw mond aan mij had toegezegd,
Gaf aan mijn hart vertroosting, geest en leven.

David mocht getuigen: "Op Uw woord heb ik gehoopt." Dat hopen op Gods gesproken woord, mogen al des Heeren kinderen bij tijden beoefenen. Ieder die, door genade, wandelt op den smallen hemelweg, is een "hopend christen." De hope blijft hem bij tot het einde van de reis, en als ze door de Doodsjordaan trekken om de hemelpoort te bereiken. We lezen in het boekje van Bunjan, dat Hope Christen het hoofd boven water hield, en dus verdronk hij niet in de wateren des doods. Ge vraagt wellicht, of elke levendgemaakte ziel zulk een hoop heeft. Het blijkt reeds uit het voorgaande, maar ik wil dat nog wel bevestigen en daarbij voegen, dat ze die hoog noodig hebben zoolang als ze niet in hun eeuwige woonplaats, den hemel, zijn aangekomen. Het zou er maar treurig uitzen met het scheepje der ziel, als het geestelijke anker der hoop niet aan boord was. De geestelijke en hemelsche Stuurman zorgt er goed voor, dat elke geestelijke zeevaarder zulk een anker aan boord heeft.

Nu wordt de hopende ziel wel eens aangevallen bij tijden, of ze wel een goede en gegronde hoop heeft, daar huichelaars ook een hoop hebben. Ja, dat is waar. De H. Schrift spreekt er van. In Job 8:13 en 14 lezen wij: "De verwachting des huichelaars zal vergaan; van dewelke zijne hoop walgen zal, en zijn vertrouwen zal zijn een huis der spin." De allersterkste hoop des huichelaars zal vergaan als God gaat onderzoeken, als het oordeel der gerechtigheid er over gaat. Hoe dikwijls is dit gebleken voor en in hun dood. Ik heb eens een vrouw zien sterven, die veel over haar geloof en hope sprak en meende dat de hemel haar niet kon ontgaan; maar toen ze op haar sterfbed lag ontzonk alle hoop en riep ze aan alien en verschillende voorwerpen om hulp, tot ze van uitputting niet meer roepen kon en onder hevige benauwdheden de eeuwigheid inging.

De hoop van het kind des Heeren is een levende hoop. Zoo Schrijft Petrus er over, zeggende: "Die naar Zijne groote barmhartigheid ons heeft wedergeboren tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit den dooden." Zoodra de uitverkoren zondaar op Gods tijd door Gods wederbarenden Geest, opstaat uit den slaap en kuil des doods, ontvangt hij die levende hoop. Hij gaat hopen op Dien God, Die hem rechtvaardig kan verstooten vanwege de zonde, maar Die altijd goed gedaan heeft. Hij leert Dien God kennen en liefhebben. Er is een deur der hope ontsloten in het dal van Achor. Hopende op Hem, roept hij uit: "O God, wees mij zondaar genadig!" Hij zegt wel eens met David: "En nu, wat verwacht ik, o Heere? Mijne hoop, die is op U."

Leert hij Christus kennen door de onderwijzingen des Geestes en noodig hebben, hij mag op Hem hopen, en zijne hoop zal niet beschamen. Paulus schreef aan de Corinthiers: "Op Welken wij hopen dat Hij ons ook nog verlossen zal." Levendgemaakte zielen zijn gebondenen die hopen; hopen op Christus Die hen alleen verlossen kan bij aan- en voortgang.

Zeer donker en benauwend kunnen de wegen zijn die de Heere houdt met de "hopende Christen." Het schijnt wel, dat hij in zijn hopen op den Heere en Zijn Woord zal beschaamd worden. Dan: "De uitgestelde hoop krenkt het harte." Hoe klein soms de hoop, en hoeveel vreezen. Menige ziel heeft uitgeroepen in ellende en donkerheid: "Mijne sterkte is vergaan, en mijne hope van den HEERE," Klaagl. 3:18. Maar dan komt de hope openbaar een levende hoop te zijn, als vrucht des H. Geestes in het hart uitgestort. Die lieve Geest geeft licht en hope. Ziet het in David, toen Gods weg en doen in donkerheid was gehuld. Toen mocht hij krachtig en geloovig werkzaam zijn met het anker der hope. Zoo kon het scheepje zijner ziel geen schipbreuk lijden in het midden der stormachtige zee; wanneer hij getuigen moest: "Alle Uw baren en golven zijn over mij henengegaan." Ziet gij het niet, Geliefde Broeder, hoe hij toen arbeidend was met het anker der ziel, als hij sprak: "Wat buigt gij u neder, o mijne ziel! en zijt onrustig in mij ? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven voor de verlossingen Zijns aangezichts." Zoo lag het scheepje rustig en kalm in het midden der stormen.

Die hope is ook een goede hope. Paulus schreef in 2 Thess. 2:16: "En onze Heere Jesus Christus Zelf, en onze God en Vader Die ons heeft liefgehad, en gegeven heeft een eeuwige vertroosting en goede hoop in genade." Wat uit God komt, vrucht is des H. Geestes, is goed, zeer goed. Die hoop heeft gezegende vruchten. Hoe sterker en levendiger de hoop is, te meer goeden moed in de ziel bij het voortreizen door de huilende wildernis dezer wereld. Te sterker wel aangehouden aan Gods genadestroom, met verlangen uitziende naar het gehoopte goed. Zij liepen als een stroom Hem aan; Hij liet hen nimmer schaamrood staan, maar wendde strak hun lot.

Waar die levende en goede hope is, daar is ook het ware en levende geloof. Het zijn als twee vrienden die voortwandelen en gelijken tred houden. Paulus leert zoo duidelijk in Heb. 11:1, dat die twee niet kunnen gescheiden worden, zeggende: "Het geloof is een vaste grond der dingen die men hoopt, en een bewijs der zaken die men niet ziet."

Nu roept de tijd mij om dit gebrekkig schrijven af te breken. Ons verheerlijkt Hoofd, aan de rechterhand des Vaders, zij steeds op de woestijnreis onze hoop en verwachting. Hij is de nooitbeschamende Rotssteen, Wiens werk volkomen is. Hij doe ons hopende strijden en lijden, bidden en arbeiden. Ik wil al de hopende zeilen in de verdrukking en strijd, toeroepen:

Hoopt op den HEERE', gij vromen;

Is Israƫl in nood,
Er zal verlossing komen;
Zijn goedheid is zeer groot.
Hij maakt, op hun gebeden,
Gansch Israel eens vrij
Van ongerechtigheden;
Zoo doe Hij ook aan mij.

De Heere zij met uwe hope. "Verblijdt u in de hoop. Zijt geduldig in de verdrukking. Volhardt in het gebed." "Zegent ze die u vervolgen: zegent en vervloekt niet. Verblijdt u met de blijden, en weent met de weenenden."

Hartelijk gegroet van uw welbekende broeder in den strijd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 1947

The Banner of Truth | 16 Pagina's

EEN BRIEF

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 1947

The Banner of Truth | 16 Pagina's