Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VAN SIMON GEZIEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VAN SIMON GEZIEN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lukas 24:34b: “En is van Simon gezien.”

HET verband, waarin deze woorden voorkomen, is wel bekend. Het is een woord van de tien discipelen van Jezus, die aan den avond van Jezus’ opstandingsdag te Jeruzalem bijeen waren tot de twee Emmausgangers, die droevig van Jeruzalem heengegaan, in den avond blijde wederkeeren omdat zij den verrezen Christus hadden ontmoet.

“En is van Simon gezien!” Wat een wonder van vrije genade. Judas verradde Christus, en heeft de hand aan eigen leven geslagen; is neergestort in de rampzaligheid. En Simon? O, hij is het toch, die op de binnenplaats van Kajafas’ huis tot driemaal toe Christus verloochende; de laatste keer met vervloeking van zichzelven. Hoe diep was Petrus gezonken, en dan de blik van Jezus te ervaren; hij ging naar buiten en weende bitterlijk. Toen verstond hij de klacht: “Mijne ongerechtigheden gaan over mijn hoofd, als een zware last zijn ze mij te zwaar geworden. En ongetwijfeld is Petrus in die dagen terug geleid in het verleden. Heerlijke tijd toen Jezus hem toevoegde: “Zalig zijt gij, Simon Bar-Jona.” Maar nu ? Onmogelijk, geen hoop meer, verloren, zulk een hellewicht! En zal satan hem niet toegeroepen hebben: Maak er maar een eind aan; voor zulk een kan het niet meer.

O lezer, verstaat gij iets van dien strijd? Zijn er nog zuchters, die er bevindelijk iets van kennen ? Gij bestredene ziel kunt het niet ontkennen, dat gij een oogenblik in uw leven hebt medegemaakt dat gij zondaar voor God zijt geworden, en als een doemschuldige het recht Gods kwaamt toe te vallen; dat eeuwige Godswonder Christus aan uw ziel geopenbaard. Hoe mocht gij de liefde Gods ervaren voor uw ziel, wat een blijdschap ervaren onder Woord en Sacrament, wat een heerlijke tijd in het spreken met Gods lieve kinderen over de goedheid Gods. En nu? Diep gezonken! Ge roept uit, de Heere kan met mij niet te doen hebben; ik heb gezondigd, het is afgesneden; voor eeuwig! De hemel is van koper, en dat door eigen schuld. Maar let nu eens een oogenblik op den rijkdom van deze woorden: “En is van Simon gezien.” Op weg naar Gethsemane had Hij gesproken tot Petrus:: “Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophouden.” Vóór dat Petrus Jezus verloochende, had de Heere Jezus reeds voor hem gebeden tot Zijn Vader. Door die gemeenschap wordt bedekking gevonden voor Gods kerk door het bloed van Jezus Christus. Dus lag het dan buiten Petrus dat zien? Zeker, als het van Gods kinderen zelf afhing was het voor eeuwig kwijt. Als Christus niet bleef de getrouwe, die in den hemel leeft om voor Zijn volk te bidden bij Zijn Vader, nooit zou er één binnen komen. Maar wat heerlijk, volk van God, Hij is de Getrouwe; Hij heeft Zijn volk lief met een eeuwige liefde. Och, Gods kerk mocht eens uit haar gestalten gezet worden, om meer te hongeren en te dorsten dat Christus een gestalte in haar mocht verkrijgen. Wat is er een gemoedelijkheid, wat gegrond is op gevoelig heden. Weet het toch het gevoel kan bedriegen, maar het zien des geloofs nooit.

“En is van Simon gezien.” Neen, Jezus had Petrus niet verloochend, al had deze zichzelf ook vervloekt dat hij Jezus kende. Daarom reeds de boodschap van de engel aan de vrouwen. Zegt Zijnen discipelen en Petrus, dat Hij u voorgaat naar Galilea.” Wonder van genade; de Heere zoekt hem Zelf op. Maar het wonder zal nog grooter worden als gij een oog krijgt dat Petrus de eerste discipel was aan welke Hij Zich vertoonde, en dat hadden wij niet verwacht. Maar het geheim lag eenzijdig in Christus. Daar Christus Petrus aanzag in Zijn volbracht verlossingswerk, zooals Hij Zijn gansche kerk daarin aan ziet; en nogmaals, dat is het behoud voor Petrus en al Gods kinderen.

Gij vraagt, maar wat heeft Petrus dan ondervonden toen hij Jezus heeft gezien? Alles, wat te midden van het oordeel, het wormpje Jacobs wel eens mag bevindelijk ervaren: ellende, verlossing en dankbaarheid. O, die met Jezus alleen is zinkt weg in eigen verlorenheid, maar ziet ook den rijkdom van het verlossingswerk van Christus, Die het voor Zijn volk heeft verdiend en toegepast. Ja, leest gij het goed: ook toegepast. O Petrus, er komt niets van u bij: alles genade. Zalige oogenblikken voor Petrus, en voor al Gods kinderen, als ze daar iets van beleven.

Mogelijk lezer, die genade mag kennen, dat gij uitroept: Ach, dat ik ook iets van die geloofsoefening mocht proeven; het is zoolang geleden dat de Heere tot mijn ziel gesproken heeft. Maalais de Heere Zich verbergt, dan zijn er ook oorzaken. Mogelijk zijt gij groot geworden met uw ervaringen, zonder dat gij het zien van een opgestane Christus hebt ervaren. Wat zijn er veel die zichzelf op een voetstuk geplaatst hebben, of door anderen de handen zijn opgelegd, en . . . toen kwam de val! En nu aan uw diepen val ontdekt, kan het vooral niet meer. Maar toch een verzuchting; ge kunt Jezus niet missen.

De Heere heeft naar Zijn souvereinen raad, den diepen val van menigeen Zijner kinderen laten opteekenen, zéér zeker tot waarschuwing, maar bovenal tot vertroosting voor de ellendige arme bedrukte zielen. Wat wordt het ruim voor doemschuldigen, een herrezen Christus. O, maak geen grond buiten Christus, sta toch naar die grondslag in Hem geborgen te zijn, en om het met den Apostel Paulus te mogen getuigen: “Overgeleverd om onze zonden, opgewekt om onze rechtvaardigmaking.”

Mijn onbekeerde lezer, het Paaschfeest ligt alweer achter ons. Hoe hebt gij het Paaschfeest meegemaakt ? Met onverschilligheid ? als God mij niet bekeerd, dan kom ik er toch niet. Dat is heel erg. Zonder Jezus geen feest gehad, maar een oordeelsdag die straks tegen u zal getuigen. Mijne jonge vrienden, vraag toch om bekeerd te worden. De Heere roept, de Heere lokt; het is een welgemeend aanbod van genade. In Adam’s bondbreuk zijn wij allen verloochenaars, vijanden Gods. Vraag toch veel, de Heere wil er om gevraagd worden; want wie weet hoe kort nog en dan zult gij Jezus ook zien, maar dan als Rechter van hemel en aarde. En dan zonder voorbede van Christus. O vreeselijk! eeuwig in de hel moeien God vloeken.

“Van Simon gezien.” Bevestigd volk, het is niet zonder beteekenis dat er staat “van Simon gezien.” Gods Geest Die het alzoo bestuurde, dat de andere discipelen hun mede-discipel met de oude naam noemden. Simon, de Heere Jezus had hem Petrus, dat is rots, genoemd; maar nu als Gods kind de hoogte in gaat dan laat de Heere al voor zien, gij zijt Simon.

De Heere beware voor de zonde, en doe veel door het geloof Jezus zien. Steeds schuldig en arm zondaar in zichzelf. Dan is er bij vernieuwing, o volk, die in de stand van het leven zondaar blijft, hoop. Het is alles van begin tot het einde: De vrije gunst, welke God eeuwig bewoog.

Nu, die dit met Petrus ervaren mocht, roept het uit:

“Door U, door U alleen,
om ‘t eeuwig welbehagen!”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 1948

The Banner of Truth | 16 Pagina's

VAN SIMON GEZIEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 1948

The Banner of Truth | 16 Pagina's