Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKNIEUWS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKNIEUWS

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. W. C. Lamain heeft voor de roeping van de Gereformeerde Gemeente te Genemuiden, Nederland, bedankt.

De Classis Oost heeft op hun laatste vergadering besloten om Ds. L. Rijksen predikant Ge reformeerde Gemeente te Leiden (Holland) te verzoeken om voor drie maanden de vacante gemeenten in Amerika te bedienen.

Ds. J. Fraanje van Barneveld, Nederland, mocht na vijf weken het hospitaal verlaten. Toch is het lichaam nog zwak en komen de krachten niet spoedig terug. De Heere mocht Zijn ouden knecht nog weer geheel oprichten, en zijn heerlijken arbeid nog eenigen tijd doen voortzetten in Zijn kerk.

Wat de Broeder in het hospitaal mocht ondervinden en de leerzame meditaties daar ontvangen, blijkt uit een brief die we van hem mochten ontvangen. We laten ze hier volgen:

Barneveld, 6 April, 1949

Geliefde Broeder met de Uwen en Kerkeraad en Gemeente van Rock Valley.

Genade en vrede zij u van harte toegebeden van God in Christus, Die in het midden der oor-deelen die rechtvaardig zijn, Zijn eer handhaaft en bekomen zal, en Zijn Kerk Zelf, wat Hij daarvoor ook gebruikt, louteren en beproeven zal, maar er als goud zal doen uitkomen; maar geen schuim sparen zal en ook Zijn vijanden er onder brengen zal.

Geliefde Broeder, leest Zacharia 13 vers 7 en 8 eens na, en let zeer nauwkeurig op het negende vers daarop volgende; hoe dat er twee deelen zullen uitgeroeid worden en den geest zullen geven, maar ook wat God met het derde deel doen zal. Wat Hij daartoe gebruikt is Zijn werk, Zijn wil en Zijn eer; maar vijfmaal zegt Hij—”Ik,” Ik zal ze in het vuur brengen, Ik zal ze louteren, Ik zal ze beproeven, Ik zal ze verhooren, Ik zal ze noemen. En tweemaal staat er wat de kerk door Hem zeggen zal: Zij zullen Zijn Naam aanroepen en zij zullen zeggen: de Heere is mijn God.

Ik ben verwonderd weggezonken! De Messias, zegt Daniël, zal uitgeroeid worden, niet voor Zichzelven maar voor Zijn kerk en ook voor mij; en ook zou Hij den geest geven, maar in de hand van Zijn lieven Vader. En ook Zijn hand tot de kleinen wenden.

Hier heb ik voor Gods aangezicht in heilige aanbidding voor de hooge Majesteit Gods mogen bukken en als vrucht een minderwaardigheidsgevoel in mijzelven gekregen; door God van mijzelven en ook een ander uitnemender geacht dan mijzelven. Ongeveinsd en eerlijk voor Gods Alwetendheid in Zijn tegenwoordigheid; ik zoo nietig en klein, kon God niet omvatten, maar Hij omvatte mij in Zijne souvereine verkiezende liefde, en dat gedaan van eeuwigheid. De Verkiezing zelf was God niet, maar de God Die verkiest; de daad van God niet gescheiden, maar ook de daad geen God te maken en God niet tot een daad te maken. Hier ben ik verzonken en niet Verdronken! Ik deed zelf niet mee; maar God uit Zichzelven, door Zichzelven en tot Zichzelven nam mij al was ik er in de dadelijkheid nog niet, want het was eeuwigheid. Dan door God gekend, opgenomen tot Zijn lust, tot Zijn vermaak, tot Zijn heerlijkheid, en mijn gelukzaligheid.

Broeder! daar is het vat zoo vol; daar zal de eeuwigheid toe noodig zijn om er ten volle van te kunnen getuigen. En dat alles in het Verbond der Verlossing, in Zijn welbehagen gegrondt en verklaart, en Christus het middelpunt van dat welbehagen; dat welbehagen Gods eer souverein, niet krenkende Zijn deugden, niet stil zettende Zijn deugden, maar volmaakt uitvoerende Zijne deugden. En dan ten tweede, de volle zaligheid der uitverkorenen, en dat met de hoogste betamelijkheid van Zijn wil en raad. Vele kinderen, niet alleen te verkiezen, te roepen, te rechtvaardigen, te heiligen; maar ook tot de heerlijkheid te leiden, en dat alles in en door Dien oversten Leidsman Christus: In Zijn volle bekwaamheid verkoren, geroepen, gezonden en mensch geworden; God zijn en blijven; gehoorzaam zijnde tot den dood, ja tot den dood des kruises. Voldoende aan des Vaders eer en eisch, betalende schuld en zonden en verwervende een recht ten leven; de wet van eisch en vloek ontheven, de wet in haar natuur verhoogt en verheerlijkt; zoo nooit een geschapen creatuur kon doen, en dat in het verlaten van Zijn troon, door den staat der vernedering te gaan tot den staat der verhooging; en nu aan des Vaders rechterhand verheven als het middelpunt van de eeuwige zaligheid. Hoofd des Verbonds en der Gemeente, en Behouder des lichaams.

Hier is het vat wederom zoo vol geworden! Dat Lam niet alleen tusschen de kandelaren wandelende en de sterren in Zijn rechterhand houdende; maar ook in het midden van den troon, ja op den troon, ja aan ‘s Vaders rechterhand verheven boven engelen en menschen. Die een weinigje minder was geweest dan de engelen, en vandaar Dien Geest door de rollen der eeuwen zou zenden. Wat geloof ik van Dien Heiligen Geest? Dat Die met den Vader en den Zoon eeuwig en waarachtig God is, en mij van den Vader om Christus’ wil gegeven is; mij wederbaart van een kind des toorns tot een kind Gods; mij ontdekt als de Geest des oordeels en der uitbranding; maar ook mij troost en in mij woont, en getuigt met mijnen geest, en verzegelt en bekrachtigt. Leert zuchten, leert bidden, onderwijst en verootmoedigt; maar ten laatste, wat Gods Woord en de Onderwijzer zegt: Eeuwig bij mij zal blijven! O mijn ziel, als ik sterf, is mijn dood geen betaling van mijn zonden, maar is een afsterven der zonden en een doorgang in het eeuwige leven. En dat leven van de ziel, onmiddelijk na den dood opgenomen tot Christus haar Hoofd en tot den jongsten dag, komt. Broeder! dat zieleleven in den hemel is me zoo duidelijk, zoo groot, zoo volmaakt, zoo heerlijk geworden door het geloof hier; maar hier wil ik liever zwijgen en aanbidden; want geen oog heeft het gezien en geen oor heeft het gehoord! Doch er kan in den winter wel eens een zomersenen dag zijn, en een vogel in de kooi kan wel eens door het venster naar buiten zien; zoo mag de strijdende Kerk wel eens met Johannes een kijkje op de groote Bruiloft krijgen; en niet alleen op de heerlijke plaats, maar ook een kijkje op de Bruid (zie Openb. 21 vers 9), en die Majesteit Gods van het zieleleven in den hemel, en straks met ziel en lichaam beide. God alles in allen te vervullen! Dat eene, eeuwige onbegrijpelijke Wezen; en de minste weldaden te erkennen, maar straks met die Kerk te zeggen: “De zaligheid zij onzen Gode en het Lam!” Daar zwemt en laaft en zingt die kerk eeuwig:

“Doch zullen de vromen verblijd, Heer!
Uwen Naam zingen altijd.”

(Psalm 68:2 oude rijm)

En van deze dingen heeft God in den laatsten tijd, van dat ik naar het ziekenhuis ben gegaan en daar vijf weken ben geweest, de hemelsche gordijnen zoo wijd open gedaan, dat ik God moet bewonderen, om zoo’n oude en dwaze man die in zijn verbonds-hoofd Adam God had beleedigd, zijn deugden geschonden, genadig te zijn. En wat ik God gedaan heb, zijn de diepste wonden van smart en pijn en droefheid. Wat God mij doet tijdelijk, geestelijk en eeuwiglijk, is rechtvaardig zijn oordeel dubbel waardig. Dat heilig welgevallen aan de straf der ongerechtigheid. Hier heb ik geroepen Psalm 119:69: “Gij zijt volmaakt, Gij zijt rechtvaardig Heer’, enz.”

Dus alles verloren en het ergste waard; maar gelukkig ben ik geen Ezau, die zegt: “Ik heb veel”; maar met Jacob te mogen zeggen: “Ik heb alles.”

Nu ben ik weer thuis, maar moet nog steeds volledige bedrust houden wegens de zeer langzame genezing van mijn teen en het gevaar bij eventueele verwonding; de suiker zit namelijk in mijn bloed, en dat is gevaarlijker dan in de urine. Doch met God kan ik leven, lijden en sterven. En ik heb gezien uit Lukas 5, dat er meer scheepjes zijn dan één, meer zeeën dan één, meer netten dan één, en ook meer visschers dan één. En Jezus aan boord, de netten op Zijn bevel in de diepte geworpen en niet aan ‘s menschen zijde; dat er meer als één visch was en dat de gierigaard, de mammon en de egoist er aan moest, en de afgunst geweken was: Scheuren en breuken. Ze wenkten hunne medegenooten; beide scheepen vol. Mededeelzaam te zijn, dat is wat in de natuur, maar ook in de genade. Komt luistert toe gij Godgezinden, enz. Maar wat zal dat eeuwig in den hemel zijn: allen bij God en elkander, en allen vol en elk vol en eeuwig vol! Maar ik heb ook gezien wat de discipelen den geheelen nacht zelf hadden gedaan: de netten vuil maken en toen moesten we ze zelf weer schoonmaken. Toen heb ik geweend en God mogen bewonderen.

Wat de wereld betreft, dat lijkt op een huilende wildernis en op een kokende pot, maar God weet hoelang Hij ze in de wateren van Zijn lankmoedigheid nog draagt. Hij komt aan Zijn eer! En wat Gods kerk betreft in haar openbaring, dan zou men soms zeggen, in de practijk: Tegen God en tegen elkander. Zoo we dan een boekje zouden schrijven, dan mocht de titel er wel bovan van: De kerk in revolutie tegen God en elkander.

Maar aan de andere zijde, ziende op Openb. 17 vers 14, daar ziet u het Lam staan.

God zij u en uw gezin, gemeente en raad der kerk, om Christus wil genadig; en gedenk mijner als de minste der heiligen en grootste der zondaren, in uw gebeden. Maar niet klagen over God en niet roemen over mij; maar God vragen, aanbidden en zingen Psalm 25 vers 4. U kunt het ook samen in de kerk wel zingen, en doet ook uw gemeenten de groete van mij. Ontvangt verder met de uwen, kerkeraad en gemeente, de hartelijke groeten van ons. Psalm 99 vers 2.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1949

The Banner of Truth | 16 Pagina's

KERKNIEUWS

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1949

The Banner of Truth | 16 Pagina's