Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKGESCHIEDENIS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKGESCHIEDENIS

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Vervolg)

Het is niet zonder grond, dat Timotheus aanwezig was bij den martelaarsdood van Paulus onder de regeering van Nero.

Algemeen is de gedachte dat Timotheus daarna naar Efeze is wedergekeerd. Dat hij daar arbeidde terwijl Johannes verbannen was op het eiland Patmos. Toen hij na den dood van keizer Domitianus terugkeerde, was Timotheus niet meer in het leven. Zeker geschiedschrijver meldt ons, dat hij bij gelegenheid van een gruwelijk heidensch feest is omgebracht. Hij schrijft als volgt: “Op zekeren dag als dit feest gevierd werd, kwam hij tot hen uit op de straat en bestrafte hen met allen ernst en ijver. Maar wreedheid en ongebondenheid wil niet tegengesproken zijn. Zij dan niet willende verdragen, dat men hen in die wilde en woeste buitensporigheden tegensprak, vielen met hun knodsen op hem aan, sloegen en sleepten hem her- en derwaarts, totdat ze hem eindelijk voor dood lieten liggen. Eenige Christenen die nog leven in hem bespeurden, namen hem op en verborgen hem buiten de stadspoort, alwaar hij op den derden dag den geest gaf.”

Dus mocht Timotheus de kroon der heerlijkheid ontvangen en de hemelsche rust binnengaan. De godzaligheid is een groot gewin.

Titus

Paulus schreef ook in zijn leven aan Titus een brief. Deze Titus was van geboorte een Griek. Dit blijkt duidelijk uit Gal. 3:2, waar Paulus schrijft: “Maar ook Titus die met mij was, een Griek zijnde, werd niet genoodzaakt zich te laten besnijden.”

Juist wanneer hij uit het Heidendom tot het Christendom is overgebracht, staat niet beschreven. Duidelijk is het echter uit Paulus’ brieven, dat Titus een arbeider en Evangelist was, die niet beschaamde. Paulus was met innige banden der liefde aan hem verbonden.

Gelijk Timotheus, zoo had Paulus ook Titus gaarne bij zich als zijn reisgenoot. Op onderscheidene reizen schijnt hij den grooten Heidenapostel vergezeld te hebben als zijn getrouwe medearbeider. Waarschijnlijk is het, dat ze ook samen op het eiland Creta kwamen ter uitbreiding van het Koninkrijk Gods. Niet zonder zegen werd daar het Evangelie verkondigd, en liet Paulus Titus daar om den arbeid voort te zetten. Het is duidelijk uit Titus 1:5: “Om die oorzaak heb ik u in Creta gelaten, opdat gij hetgeen dat nog ontbrak, voorts zoudt terechtbrengen, en dat gij van stad tot stad zoudt ouderlingen stellen, gelijk ik u bevolen heb.”

Op het eind van den brief verzocht Paulus zijn geliefde Titus tot hem te komen te Nicapolis, want aldaar had hij voorgenomen te overwinteren.

De geschiedenis spreekt er van dat Titus later tot Bisschop (opziener) over de gemeenten op het eiland Creta, is aangesteld. Hoever dit waarheid bevat, weten we niet. De martelaarskroon mocht hij niet ontvangen. In zeer hoogen ouderdom (men wil 94 jaar oud zijnde) is hij zacht in den Heere op het eiland Creta, ontslapen. Aldaar werd hij ook begraven.

Barnabas

In de Handelingen der Apostelen lezen we ook goede dingen over Barnabas. Deze getrouwe gezant des Heeren wordt ook een “Apostel” genoemd (Hand. 14:14). Hij was een Joodsch Leviet, en zijn geboorteplaats te Cyprus, een groot eiland in de Middelandsche Zee, waar zijn ouders zich gevestigd hadden. Zijn oorspronkelijke naam was “Joses,” zijnde door de Apostelen toegenaamd “Barnabas,” hetwelk is, overgezet zijnde, een zoon der vertroosting, Hand. 4:36.

Barnabas wordt wel geacht een van de zeventig discipelen geweest te zijn, door Jezus uitgezonden om te prediken en wonderen te doen, Lukas 10.

Een bijzonder getuigenis lezen we van hem, Hand. 11:4: “Want hij was een goed man, en vol des Heiligen Geestes en des geloofs.”

Het komt ons voor, dat Barnabas de eerste onder de Apostelen te Jeruzalem was, die van Paulus’ waarachtige bekeering verzekerd was. Met vrijen blijmoedigheid nam hij daarom de bekeerde Saulus van Tarsen en leidde hem in het midden der Apostelen, hen verhalende hoe Saul op den weg den Heere gezien, tot hem had gesproken en hoe hij met vrijmoedigheid te Damascus in den Naam van Jezus had gesproken (Hand. 9:27).

Barnabas was zijn geliefde Broeder Saulus niet vergeten, toen hij te Antiochië een gezegend arbeidsveld vond en een groote schare den Heere aldaar werd toegevoegd. Hij had de ijverige en vurige Saulus noodig en ging naar Tarsen om hem te zoeken, en hem gevonden hebbende bracht hij hem te Antiochië. Menig jaar mochten zij aldaar gezegend arbeidden. Op Gods uitdrukkelijk bevel zijn deze twee Dienaren Gods later als Zendelingen uitgetrokken in de mogendheid des Heeren, om onder het blinde Heidendom den onnaspeurlijken rijkdom van Christus te verkondigen, hebbende Johannes Markus tot een dienaar.

Na eenigen tijd mochten ze wel bewaard te Antiochië wederkeeren, en de gemeente verhalen wat groote dingen God met hen gedaan had, en dat Hij den heidenen de deur des geloofs geopend had.

Toen deze ijverige Dienaren des Heeren daarna hun tweede zendingsreis zouden ondernemen, kwam er verwijdering tusschen hen over het wel of niet medenemen van Marcus. Wij lezen Hand. 15:39: “Er ontstond dan eene verbittering, alzoo dat zij van elkander gescheiden zijn.” Hier krijgen wij te zien, dat deze bijzondere Dienaren, van gelijke bewegingen en zwakheden waren als andere menschen. Dat de minste gelegenheid twist en verdeeldheid baren, en de nauwste vriendschap en genegenheid in gevaar van verbroken te worden, brengen kan.

De Heiligen Schrift meldt ons verder niets van Barnabas. Ook de ongewijde geschiedenis geeft ons weinig licht over het verdere van Barnabas’ leven en arbeid. Eenige schriften willen, dat Barnabas een der eerste Apostelen was om te Rome het Evangelie te prediken. Een aanspraak tot het volk wordt aangehaald. Na in andere gewesten het Woord Gods verkondigd en te Milaan een gemeente gevestigd te hebben, is hij op het einde van zijn leven wedergekeerd naar Cyprus. Volgens zeker schrijver is Barnabas na de bekeering van vele menschen aldaar door vijandige Joden overvallen, die hem na vele martelingen doodsteenigden.

Op deze getrouwe getuige is ook toepasselijk: “Let op den vrome en zie naar den oprechte, want het einde van dien man zal vrede zijn.” In het hemelsche Paradijs ontving hij de eeuwige en volle vertroosting.

Markus

Ten laatste ook nog iets gezegd van den Evangelist Markus. De Evangelist Markus moet wel onderscheiden worden van anderen die deze naam dragen. Wij lezen in Hand. 12:12 van een Johannes die toegenaamd was Markus, wiens moeder was Maria en in wier huis een gedurig gebed opging voor een gevangene Petrus. Dit was dezelfde Markus die Paulus en Barnabas later als hun dienaar medenamen op hun eerste zendingsreis.

Paulus doelt ook meer dan eens in zijne brieven op een zekere Markus en wel als zijn medearbeider, zijnde een neef van Barnabas (Col. 4:10, 11).

De Evangelist Markus, die ons een Evangelie heeft beschreven en nagelaten, moet echter een andere Markus zijn geweest. Daarvoor hebben we eenige grond in de H. Schrift en de oude geschiedenissen zijn daar eenstemmig in. Hij moet die Markus zijn, die Petrus zijn geestelijke zoon noemt, 1 Petr. 5:13. Daar lezen wij: “U groet de mede-uitverkorene gemeente die te Babylon is, en Markus mijn zoon.” Zeker was Petrus middel tot Zijne bekeering en heeft hij hem onderwezen in de christelijke waarheden. Volgens de geschiedenis was hij voor langen tijd de reisgenoot en medearbeider van Petrus. De Heere bewerkte hem om het Evangelie, dat zijn naam draagt, te beschrijven. Dit Evangelie werd ook wel het Evangelie van Petrus genoemd, omdat Markus het onder zijn toezicht en leiding moet geschreven hebben. Dus is het te begrijpen, dat Petrus’ verloochening van Christus, daarin zoo duidelijk en breedvoerig, meer dan in de andere Evangelien, beschreven wordt. Petrus vergat na vele jaren niet, hoe dit alles zich had toegedragen. (Wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1949

The Banner of Truth | 16 Pagina's

KERKGESCHIEDENIS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1949

The Banner of Truth | 16 Pagina's