Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DOOPSFORMULIER

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DOOPSFORMULIER

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

J. B. te T. vraagt naar de beteekenis van de woorden uit het Doopsformulier: dat onze kinderen in Christus geheiligd zijn.

Geheiligd heeft een ruimere en een engere zin.

a. In ruimere zin zouden wij “geheiligd” kunnen omschrijven als: afgezonderd van de wereld en gebracht onder de openbaring van het genadeverbond. Ook de H. Schrift gebruikt het woord in dezen zin in 1 Cor. 7:14. Zoo worden dan onze kinderen afgezonderden genoemd omdat zij door het sacrament des H. Doops afgezonderd zijn van de kinderen der ongeloovigen en hun weldaden geschonken worden die de kinderen der heidenen onthouden worden.

Bij deze woorden: geheiligd “in Christus” zullen wij de verklaring meer moeten zoeken in

b. engere zin, beteekenend de heiliging die de uitverkorenen in Christus als hun Hoofd deelachtig zijn; m.a.w.: de voorwerpelijke heiligheid die alle uitverkorenen, bekeerd of in de zonde levend, in Christus als hun representerend verbondshoofd hebben. Zegt niet het Doopsformulier: dat de Heilige Geest door dit sacrament verzekert, dat Hij in ons wonen en ons tot lidmaten Christi heiligen wil om ons toe te eigenen hetgeen wij in Christus hebben? En wie zijn dat? Dat zijn onwedersprekelijk alleen de uitverkorenen die in het genadeverbond van eeuwigheid aan Christus gegeven en in Hem gerekend zijn. De uitverkorenen zijn in Christus immers: 1e, krachtens verkiezing, en 2 e, krachtens verbond. Zij hebben dus in hun Hoofd alle weldaden van het Verbond, vergeving der zonden, wederopstanding des vleesches en het eeuwige leven. Want Hij is gegeven tot wijsheid, rechtvaardigheid, heiligmaking en volkomen verlossing. Maar nu verzekert God de H. Geest, dat Hij in de tijd die uitverkorenen die weldaden zal toepassen, dus hun onderwerpelijk die weldaden zal eigenen in de oefeningen van het geloof, zoodat zij in het bewustzijn huns harten de afwassing der zonden en dagelijksche vernieuwing des levens zullen ontvangen. Wat is nu de grond van de Doop? Dat de uitverkorenen in het verbond Gods en Zijne gemeente begrepen zijn; en omdat God Zijn uitverkorenen heeft onder de kinderen der gemeente, zal die doop aan de jonge kinderen worden toegediend. Want die uitverkorenen zijn wel der verdoemenis in Adam deelachtig, doch geheiligd in Christus.

Begrijpen wij nu, waarom de ouders niet gevraagd wordt of zij bekennen willen dat al hunne kinderen, stuk voor stuk, in Christus geheiligd zijn, maar dat God Zijn uitverkorenen heeft onder de kinderen der gemeente die in Christus geheiligd zijn.

Welke is de troost van het Sacrament van de H. Doop? Niet dat wij veronderstellen dat onze kinderen wedergeboren zijn en daarom doopen, neen, de troost is de voorwerpelijke grondslag voor de Doop en dat God voorwerpelijke genade in de Doop verzegelt, namelijk de genade die de uitverkorenen in Christus deelachtig zijn en die God de H. Geest in de tijd zekerlijk zal toepassen.

b. In betrekking tot uw tweede vraag naar de beteekenis van deze woorden in het dankgebed: “dat Gij ons en onze kinderen al onze zonden vergeven hebt en alzoo tot Uwe kinderen aangenomen hebt,” mooge nog het volgende dienen: Uit het voorafgaande blijkt reeds duidelijk dat onze vaderen gedurig de strakke lijn van de kerk als een vergadering der uitverkorenen getrokken hebben. Het dankgebed van het formulier van de H. Doop is het dankgebed van de kerke Gods … dat Gij ons en onze kinderen al onze zonden vergeven hebt” is, ik herhaal het, niet te verstaan in algemeene zin van elke ouder, en elk kind hoofd voor hoofd, doch het is de belijdenis van Gods kerk dat ons om de verdienste van Christus al onze zonden vergeven zijn, ons en onze kinderen, voorzoover God hen van eeuwigheid gekend en uitverkoren heeft tot de zaligheid, en aldus tot Uwe kinderen aangenomen hebt. Lees v. d. Kemp over Zondag 27, en Comrie, Zondag drie, blz. 135, uitg. de Banier.

—Overgonomen uit “De Saambinder.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1949

The Banner of Truth | 16 Pagina's

DOOPSFORMULIER

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1949

The Banner of Truth | 16 Pagina's