Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WONDERLIJK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WONDERLIJK

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lange jaren geleden leefde en predikte er in een vriendelijk dorp in de provincie Utrecht een godzalig leeraar. Ondanks het verval der kerk, dat toen ook reeds zoo schrikbarend toenam, had deze domine alle achting van zijn gemeenteleden en Gods volk, maar ook van de zijde van de wereld. Zooals van vader Lodesteyn wordt gemeld, dat wanneer hij spelende kinderen naderde, deze ophielden met hun spel tot Ds. Lodesteyn was gepasseerd, zoo was het ook met hem. Zijn ambtskleeding bestond nog langen tijd uit de steek en de korte broek en de schoenen met gespen. Velen onder de lezers herinneren zich deze kleeding nog wel van Ds. Boone uit St. Philipsland. Alhoewel hij die kleeding nog wel had, zoo was deze predikant er echter toe overgegaan de hooge hoed en de lange broek en jas te gaan dragen, die algemeen toen reeds in gebruik genomen waren.

Het was een vriendelijke morgen in Augustus, dat de domine een brief tusschen de poststukken vond, die een uitnoodiging bevatte van één der Zeeuwsche gemeenten, om daar op een Zondag het Woord te komen bedienen. Hij verzond ’n gunstig antwoord en bepaalde den datum in het einde van Augustus. Weldra kreeg de predikant een brief van den ouderling-scribent, waarin deze hem verzocht om wanneer hij kwam preeken, vooral zijn steek op te zetten en de korte broek en schoenen met gespen aan te trekken. De reden, waarom men dat daar wenschte, was de volgende: “Domine,” schreef de ouderling, “de steek doet hier wonderen.”

De domine, die niets van “vrome godsdienst” moest hebben, besloot toch aan dat verzoek te voldoen. Hij deed dat om eventueele ergernissen weg te nemen, opdat deze de bediening van het Woord niet zouden belemmeren. Toen de dag was aangebroken ging de domine op reis.

In een doos had hij de steek en in een koffertje de broek en de schoenen.

Op de reis had hij zijn gewone kleeding aan. Toen de trein op het station van bestemming stopte en de domine het perron betrad, stond de ouderling daar op hem te wachten, Na de gebruikelijke begroeting zei de ouderling hem, dat zij een kleinen omweg zouden maken, omdat het in het dorp dien avond volop kermis was. “Zoo,” antwoordde de predikant. “Zoo, is het hier kermis. Wacht dan even, waarde broeder, dan verkleed ik mij hier.”

En eer de ouderling wist wat er gebeurde, had de domine een plaats opgezocht alwaar hij zijn kleeding verwisselde voor de steek, korte broek en schoenen met gespen.

“Maar domine, wat doet u nu?” vroeg de ouderling geheel verbaasd.

“Wel man,” antwoorde de domine, “je schreef me over de steek, dat deze hier wonderen zou doen. Welnu, dat zullen we dan zien! Wijs mij nu den weg om zoo gauw mogelijk op de kermis te komen !” De ouderling schrok zichtbaar.

“Maar domine! U kunt toch niet expres over de kermis gaan?”

“Natuurlijk man,” luidde het antwoord. “De steek moet toch wonderen doen.”

Geheel verslagen ging de ouderling mee. De domine wist niet wat die ouderling wel wist, nl. dat er zoovelen uit de gemeente op de kermis waren en bovendien de twee dochters van dezen ouderling. Was het wonder, dat die waarde broeder liever met een omweg naar huis wilde gaan? Maar de domine wilde nu die steek eens een proef van bekwaamheid doen ondergaan, waaraan die menschen daar nog zoo’n waarde hechtten.

Stevig stapte de domine nu voort. Nader en nader kwamen ze bij het dorpje, tot ze op het terrein der ijdelheil aangekomen waren. Rechtdoor stapte de domine met de ouderling achter zich aan. Ieder der hossende menigte hield even stil om dit te zien. De domine, met de steek op, passeerde de kermis! Maar wat is dat? Wat gaat hij doen? In een groote tent, waar het joelen en dansen op uitbundige wijze toeging, klonk luid het dreunend gezang, begeleid door de bekende trekharmonica :

En we gaan nog niet; en we gaan nog
niet; en we gaan nog niet naar huis.

Domine deed het tentgordijn opzij en stapte naar binnen, overzag dat goddelooze gejoel en stapte waardig en rustig naar voren.

“Plaats voor de domine! plaats voor de do-mine!” riep hij luid. En zie, de menigte week op zij … tot hij midden in de tent was gekomen. Met angst en beven is de ouderling hem gevolgd. De muziek is verstomd. De menschen staan verbaasd toe te zien.

“Waarde broeder,” zegt de domine, “geef mij die kist eens aan.”

En de ouderling plaatst een stevige kist voor zijn voeten. De domine stapt er op en ziet, de steek op zijn hoofd, over de menigte heen. Zijn blik dwingt tot stilte. Wat zal er gebeuren? Dan verbreekt de domine opeens het stilte en met forsche stem klinkt het door de tent:

“Mannen, vrouwen, jongelingen en jonge dochters van dit dorp! Gij hebt zooeven gezongen het lied der ijdelheidskermis, maar … en zijn stem zet uit als een bazuin … maar ik zeg u in des Heeren naam : Gij gaat allen naar uw eeuwig huis! De sprankels van de hel spatten u om de voeten. Uw spottershuis zal branden, indien ge u niet bekeert.”

De domine, getrouw in zijn beroeping, sprak met het vuur der liefde. Toen hij geëindigd had met spreken, stapte hij weer van de kist af en, terwijl de menigte eerbiedig uiteen week om hem door te laten, ging hij uit de tent. Buiten dromde de groote menigte, die samen gestroomd was om naar zijn woorden te luisteren. Ook hier week men op zij en ongehinderd vervolgde hij met den ouderling zijn weg. Weenend liep nu de ouderling naast hem, terwijl hij vertelde, dat zijn dochters ook daar waren en zoovelen van de gemeente.

“De schuld ligt bij u, waarde broeder,” sprak de leeraar ernstig tot hem. “Hoe weinig kracht gaat er van u uit. De Heere legt beslag op de harten, als Zijn knechten in liefde tegen de zonde getuigen.”

De beide dochters zijn thuis gekomen en stil naar hun bed gegaan. De kermis is daarna geheel verloopen.

Den volgenden morgen ging men op naar Gods huis. De domine beklom den kansel. De voorlezer had zijn werk gedaan. Opeens … De predikant richt zijn blik op de schare en met dreunende stem roept hij: “Wij gaan nog niet naar huis; wij gaan nog niet naar huis! Dat was de taal van de meesten uwer aan den vooravond van deze Gods heilige dag,” roept hij hun toe. Dan is hij stil … buigt zich over den kansel en vraagt met van aandoening trillende stem: “Gemeente, wat zal ik u doen? Zal ik u zegenen, of … zal ik u vloeken?”

In alle ernst vermaant hij hen dan en spreekt daarna de zegenbede uit. Zijn prediking is een lange aanklacht tegen de zonde en ongerechtigheid en een aankondiging van de oordeelen Gods. Diep is de indruk, die het gebeurde op de raen-schen gemaakt heeft.

Zes weken later ontving de domine weer een brief van dezelfde ouderling, waarin deze hem mededeelde, dat niet de steek, maar dat het God behaagd had door middel van de geschiedenis met de steek, door de prediking des Woords in de kermistent, zijn jongste dochter van 17 jaren in het hart te grijpen. Zoo wilde God de dwaasheid des menschen tot wijsheid Gods maken.

Deze historische gebeurtenis van ongeveer 40 jaren geleden werd onder het volk des Heeren met blijdschap besproken. De Heere mocht Zijn knechten getrouw doen zijn en hen stellen tot getrouwe wachters op Sions muren. “Menschen-kind! het zij zij het hooren of laten zullen: het bloed zal Ik van uw hand eischen.” God voert Zijn raad uit langs wonderlijke wegen en brengt Zijn uitverkoren, kerk toe, steen voor steen. Tot de laatste is ingevoerd in het gebouw van Zijn gunstbewijzen. Dan zullen ze ingaan in die plaats, waar geen goddeloosheid en zonde in der eeuwigheid meer zal zijn. En de toegebrachte gemeente zal daar eenparig zingen : “Door U, door U alleen, om ’t eeuwig welbehagen.”

—Ingezonden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juni 1952

The Banner of Truth | 16 Pagina's

WONDERLIJK

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juni 1952

The Banner of Truth | 16 Pagina's