Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE NIEUWE BIJBELVERTALING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE NIEUWE BIJBELVERTALING

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ieder onzer heeft in verscheidene dagbladen en tijdschriften wel kunnen lezen dat op 30 September een nieuwe vertaling van de Bijbel, de zoogenaamde “Revised Standard Version” in het licht gegeven is. Advertenties ter grootte van een heele pagina hebben de menschen wijs gemaakt dat dit het grootste en beste nieuws was in 341 jaren. In diezelfde advertenties stond letterlijk dat de oude King James Version in vele opzichten foutief en misleidend was. Maar deze vertaling heeft al die fouten hersteld en ieder kan nu de Bijbel lezen en ook meteen begrijpen zonder zich af te vragen: “Wat wordt hier eigenlijk bedoeld?”

De vraag naar deze vertaling overtrof de stoutste verwachting en in enkele weken was de geheele oplage van de in leer gebonden exemplaren uitverkocht. Bijna een millioen exemplaren zijn reeds verkocht en nog houdt de stroom van aanvragen aan.

Uiteraard zullen onze menschen zich afvragen: “Hoe moeten wij tegenover deze vertaling staan? Kunnen wij die veilig in onze handen en huizen nemen en de oude King James Bijbel aan de kant zetten en voortaan onze hoofden en harten vullen met de inhoud van deze nieuwe vertaling?” Wij staan er nu eenmaal voor bekend zeer conservatief te zijn en reeds hierom alleen zou men kunnen verwachten dat wij tegen deze nieuwe Bijbel zijn. Maar dat is natuurlijk nog geen bewijs dat deze vertaling niet goed zou kunnen zijn. We zouden dat op goede gronden moeten kunnen bewijzen. Tegen een herziening van de spelling en woordenkeus van bijna 400 jaren geleden kan uiteraard geen bezwaar bestaan. In de oude Statenvertaling wordt herhaaldelijk gesproken van “wijf” als vrouw of huisvrouw bedoeld wordt. De tegenwoordige beteekenis van “wijf” is zeer ongunstig en dus vinden we terecht het woord vrouw in onze Bijbels waar vroeger “wijf” stond. We zouden veel meer zulke voorbeelden kunnen geven. De Nederlandsche Bijbel heeft deze veranderingen geleidelijk aangebracht en daar kan geen sterveling eenig bezwaar tegen hebben omdat de eigenlijke beteekenis in geen enkel opzicht veranderd is noch met de oorspronkelijke tekst naar willekeur gehaspeld is. Integendeel, die is door deze geleidelijke bijwerking juist veel zuiverder bewaard.

Wanneer nu de King James Version op dezelfde manier “bijgehouden” was en verouderde woorden en uitdrukkingen vervangen waren door meer moderne die dezelfde inhoud hebben als die verouderde uit de tijd van King James, dan zou geen redelijk mensch daar eenig bezwaar tegen kunnen hebben. Men moet nooit uit het oog verliezen dat de Bijbel uit doode, dat wil zeggen, uit niet-meer-gesproken talen vertaald is in levende, dat wil zeggen, gesproken talen. En gesproken talen zijn voortdurend aan veranderingen onderhevig. Vandaar ook dat er soms opmerkelijke verschillen bestaan tusschen bijvoorbeeld de Engelsche en Nederlandsche vertaling van een en dezelfde tekst. Wanneer wij nu het • Engelsche woord “suffer” hooren, denken we in de eerste plaats aan “lijden” in den zin van “pijn” of “ontbering lijden.” In de uitdrukking: “He suffered them not …” beteekent het: “Hij liet hen niet toe …”. In tegenwoordig Engelsch zou dat zijn : “He did not allow them …”

Deze RSV Bijbel heeft inderdaad zulke verouderde uitdrukkingen veranderd en dikwijls verbeterd. Onze bezwaren zijn dan ook niet gericht tegen de veranderingen die werkelijk verbeteringen zijn. Maar de vertalers zijn veel verder gegaan. En daar hebben wij niet alleen bezwaar tegen maar daar moeten wij zeer ernstig tegen waarschuwen en deze nieuwe vertaling tenslotte absoluut van de hand wijzen.

Wij zijn geen taalkundigen in die zin dat wij een oordeel over elk woord dat door de vertalers veranderd is, kunnen uitspreken. Het is zelfs wel mogelijk dat in bepaalde gevallen een tekst nauwkeuriger geworden is volgens de grondtekst dan in de King James Version. Maar onze bezwaren zijn gebaseerd op veel ernstiger gronden.

Wanneer wij de zekerheid hadden gehad dat al de 32 vertalers die aan deze nieuwe Bijbel hebben meegewerkt, gedreven waren geweest door de hartelijke begeerte om Gods Woord beter te verstaan en in kinderlijke afhankelijkheid Gods zegen over hun onderneming hadden afgesmeekt zooals bijvoorbeeld de vertalers van de Nederlandsche Statenbijbel, dan hadden wij reeds dadelijk het volste vertrouwen in hun werk gehad. Doch uit niets blijkt dat Gods eer en het heil van Zijn Kerk beoogd werd maar integendeel, uit alles blijkt dat menscheneer, winstbejag en Bijbelcritiek de drijfveren waren die tot het ontstaan van deze nieuwe Bijbel aanleiding gegeven hebben.

Het is een feit dat verscheidene der vertalers niet eens de Bijbel als het Woord van God beschouwen en het is zooals Dr. Barnhouse zegt: “Een eenzijdig vooroordeel (namelijk dat de Godheid uit slechts één Persoon bestaat) treedt onmiskenbaar op de voorgrond en de oude handschriften van de Bijbel worden niet als een Goddelijke openbaring beschouwd welke het laatste woord heeft, maar als een verslag van een tasten der menschheid naar God.” (Vrij vertaald.)

Wanneer dergelijke menschen nu zulk een gewichtig werk moeten ondernemen, kan men onmogelijk vertrouwen in de uitkomst hebben. Deze vertaling werd niet begonnen met de begeerte om God beter te leeren kennen maar uit de klaarblijkelijke en welbewuste begeerte om Hem tot op ons menschelijk niveau neer te halen.

Een sterk bewijs van het bovenstaande kan men hierin vinden: Overeengekomen was om het persoonlijk voornaamwoord thou te schrappen. Alleen waar God aangesproken wordt, zou men het laten staan. Dus in de nieuwe vertaling worden “thou,” “thee,” “thy” en “thine” alleen gebruikt wanneer God daarmee aangesproken wordt. In alle andere gevallen is het “you” en “yours.” Dit kan eenigszins vergeleken worden met het Nederlandsche “Gij.”

In het Nieuwe Testament wordt de Heere Jezus echter steeds aangesproken met you. Nu zou men kunnen zeggen: “Ja, maar een schare menschen die tot Jezus kwamen en Hem aanspraken wisten niet zoo maar meteen dat Hij de Zoon van God en dus Zelf God was. Doch zelfs de tekst waarin Petrus zijn heerlijke belijdenis aflegt omtrent Jezus’ Zoonschap en dus ook omtrent Zijn Godheid, is vertaald als volgt: “You are the Christ, the Son of the Living God.” Maar de groote hoer in Openbaringen 17 en 18 wordt aangesproken met “thou”: “Alas! alas! thou great city, thou mighty city, Babylon! In one hour has thy judgment come.” Nu kan men zeggen: “Ja, maar dat zeiden haar aanbidders en die beschouwden haar als hun God.” Zeker, maar Petrus en Thomas beschouwden de Heere Jezus als hun Heere en God en toch keurt de RSV Hem zelfs daar geen “thou” waardig. Hieruit moge blijken dat de vertalers Jezus’ Godheid zoo niet verloochend hebben dan toch zeker maar in het midden gelaten hebben. Och, niet waar, er zijn zooveel secten in Amerika die niet in Jezus’ Godheid gelooven en om die nu niet voor het hoofd te stooten, zullen we Jezus’ Godheid maar in het midden laten. Dan moet elk maar weten wat hij er van gelooven wil. O, maar Christus’ eigen woorden verdoemen zoo’n halfslachtige houding, want Hij heeft gezegd: “Wie niet voor ons is, is tegen ons, en wat niet vergadert dat verstrooit.” O, als die vertalers het slechts aangedurft hadden om al Gods vijanden niet alleen tegen het hoofd te stooten maar zelfs het hart te doorsteken dan zouden we er dezelfde eerbied voor gehad kunnen hebben als voor de oude King James Version. En dan die aanmatigende toon van de uitgevers met te zeggen dat de KJ “in vele opzichten foutief en misleidend” is! Als dat waar is dan zijn dus al die duizenden martelaren die ook in Engeland op brandstapel en schavot juichend en psalmzingend naar de hemel zijn ge gaan eveneens misleid geweest, want die hadden ook niets anders dan de King James Version of nog een oudere en dus meer foutieve en misleidende vertaling. Hoe durft men dat omtrent Gods Heilig Woord zeggen, al geven we toe dat die vertaling niet volmaakt is? Geen enkel menschenwerk is volmaakt dus ook de menschelijke vertaling van Gods Woord niet, maar één ding is zeker: De weg ter zaligheid en ter verheerlijking Gods ligt klaar en duidelijk te schitteren, ook in de King James Version en die is voor elk te zien die met een begeerig en hongerig hart en een biddend gemoed er naar zoekt. En al staan er dan verouderde uitdrukkingen en woorden in, dat zal een oprecht zoeker niet verhinderen er Gods stem in te beluisteren. Die stem kan eerder beluisterd worden in onze oude Bijbel dan in een die metterdaad de Godheid van Christus loochent en dit demonstreert in het weglaten van een in zichzelf onbeteekenend persoonlijk voornaamwoord.

Er is nog meer waaruit te bewijzen valt hoe vertalers denken over sommige van de meest fundamenteele waarheden van het ware geloof. In Jesaja 7:14 lezen we: “Therefore tile Lord himself will give you a sign. Behold, a young woman shall conceive and bear a son, and shall call his name Immanuel.” De King James Version noemt deze begenadigde jonge vrouw wat zij is, namelijk een “virgin” maar ook hier wordt de bovennatuurlijke ontvangenis in het midden gelaten en dus in de grond der zaak weggedoezeld en verloochend. Het is waar, in Lukas I wordt zij virgin genoemd, maar niet in het Oude Testament. Komt dat soms omdat het Nieuwe Testament reeds in 1946 klaar was en men sinds die tijd tot andere gedachten gekomen is? De oude Statenbijbel heeft toch ook “maagd” en dus hetzelfde woord als de King James Version.

Tenslotte, om nog slechts een zaak te noemen, de oude KJV en ook de Statenvertaling hebben altijd de gewoonte gehad om woorden die in de oorspronkelijke talen niet voorkwamen maar die een vertaling noodig waren om de zin volledig te maken, in schuine letters of tusschen haakjes te plaatsen om daarmee duidedijk te laten zien dat deze woorden bijgevoegd waren voor het duidelijk zinsverband. Deze RSV doet dat eenvoudig niet meer. Woorden dus, die in de Hebreeuwsche en Grieksche tekst niet voorkomen maar die in het Engelsch noodig zijn om de zin duidedlijk en volledig te maken worden in deze vertaling toegevoegd alsof het oorspronkelijke tekst was. Nu zou dat niet zoo heel erg zijn, maar gezien de liberale en vrijzinnige houding dezer menschen, wie kan nu nog uitmaken wat oorspronkelijk is en wat toegevoegd? Met andere woorden wie kan met zekerheid zeggen of het hun woorden zijn of de woorden die door de Heilige Geest geïnspireerd waren? Wat ons betreft wij kunnen deze menschen niet vertrouwen en dus eigenlijk hun heele Bijbel niet omdat ze nergens meer zekerheid hebben wie er aan het woord is.

Wij herhalen dat wij geen taalkundigen zijn en dus wagen wij ons niet op dat speciaal gebied. Maar sedert ons vertrouwen reeds zoo ernstig geschokt is door het bovengenoemde hebben wij ook wat dat betreft geen onvoorwaardelijk vertrouwen. Volgens sommige taalkundigen die er wel over oordeelen kunnen hebben zij zich echter ook in dit opzicht vrijheden gepermiteerd die onverantwoordelijk zijn. Hoe het zij, wat ons betreft zijn de bovengenoemde bezwaren reeds ernstig genoeg om deze Bijbel van de hand te wijzen. En wij wenschen onze menschen er met ernst tegen te waarschuwen.

Wij leven in een zeer donkere tijd waarin Gods Geest hoe langer hoe verder geweken schijnt te zijn. Daar tegenover staat dat de duivel actiever schijnt te zijn dan ooit te voren en hij weet letterlijk elke gelegenheid aan te grijpen om zijn helsche macht uit te breiden. Zou het kunnen zijn dat deze nieuwe vertaling een van zijn vermommingen zal blijken te zijn waardoor hij het aanschijn heeft van een engel des lichts? Wij zijn er bevreesd voor. Tenslotte is deze Bijbel nog te jong om vast te kunnen stellen welk een invloed die op de godsdienst van onze tijd zal hebben. Maar hoe zal het zijn als we eens 25 jaren verder zijn en de meerderheid der Amerikaansche kerkmenschen de King James Version nauwelijks meer kennen of zich herinneren kunnen? Hoe zal het zijn als deze RSV dus de bron van religieuze kennis geworden is waarop men zich beroept en waar men de teksten van uit het hoofd zal leeren en aanhalen? Wie zal zeggen welke vèrstrekkende gevolgen dit zal hebben op het gehalte van het zoogenaamde Christendom? Wij houden ons hart vast.

Een van de grootste meesterstukken die ooit in de Engelsche taal geschreven werden is het boek van John Bunyan, de “Pilgrim’s Progress.” Dit kostbaar kleinood dat al de werken van Shakespeare in de schaduw stelt staat vol aanhalingen uit de King James Version en duizenden van Gods kinderen hebben troost en bemoediging gevonden in beide boeken. Er is nog nooit een kind van God geweest dat niet genoeg en niet alles kon vinden dat noodig was voor de zaligheid van zijn ziel in de King James Bijbel. Wanneer deze begeerte ook in ons hart woont, zullen ook wij alles kunnen vinden in deze oude, beproefde Bijbel, dat noodig is tot onze zaligheid.

Moge God ons bewaren om toch niet met allerlei wind van leer en geest van leugen en verfijnd bedrog meegevoerd te worden en schenke Hij ons dat wij ons met een gegrond vertrouwen en volle overgave mogen toebetrouwen aan datgene dat de toets der eeuwen doorstaan heeft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 1952

The Banner of Truth | 16 Pagina's

DE NIEUWE BIJBELVERTALING

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 1952

The Banner of Truth | 16 Pagina's