GENERALE SYNODE

De kerkeraden der Geref. Gemeenten ontvingen van het moderamen van de Gen. Synode der Ger. Gem. het volgende schrijven:

Bij de behandeling van het verslag van het Curatorium, werden bezwaren naar voren gebracht tegen de docent Dr. Steenblok, omtrent zijn wijze van lesgeven en zijn eenzijdigheid.

Velen waren van mening, dat Dr. Steenblok moest worden ontheven van zijn docentschap.

De predikanten Ds. Aangeenbrug, Ds. van de Ketterij en Ds. Mallan, benevens de ouderling afgevaardigden, de broeders H. Bas en D. Hage, stelden zich op heftige wijze hiertegenover.

Toen na brede discussie de Praeses, op aandringen van het meerendeel der afgevaardigden, besloot tot stemming over dit punt over te gaan, verlieten bovengenoemde broeders, met Dr. Steenblok, onder protest de vergadering.

Hierdoor hebben deze broeders schromelijk hun roeping als deputaat verzaakt.

Immers wanneer met meerderheid van stemmen door de Generale Synode een besluit wordt genomen, dan heeft de minderheid zich daarbij neer te leggen, tenzij het niet gegrond is op of strijdig is tegen Gods Woord. Waar het hier echter alleen het docentschap van Dr. Steenblok geldt, had men zijn stem uit moeten brengen, afwachtende wat door de Synodale Vergadering werd beslist.

De minderheid mag echter, vooral op kerkelijk gebied, nooit trachten haar wil op te leggen aan de anderen, opdat geweerd worde alle tyrannie en heerschappij.

Met smart moet de Generale Synode constateren, dat door het optreden van deze broeders een breuk dreigt geslagen te worden, en dat om der wille van een persoon, niet om de waarheid.

Tijdens de 2e zittingsdag van de Synode, werd genoemde broeders telegrafisch verzocht terug te keeren. Hieraan is door hen, helaas, niet voldaan.

Het is de bedoeling van het moderamen met de zich onttrokken hebbende afgevaardigden te handelen.

De Generale Synode wekt Uw kerkeraad op, op de bres te staan voor het behoud van onze Geref. Gemeenten en de handhaving van een zuiver kerkelijk leven, en de leer, zoals deze immer in onze Gem. is gebracht.

Met de bede, dat deze broeders nog moehten wederkeren van de dwaling huns wegs en U tot waakzaamheid over de U toebetrouwde kudde opwekkende, blijft met heilbede en broedergroeten.

Het moderamen van de Generale Synode der Geref ormeerde Gemeenten.

In vervolg op ons vorig schrijven moeten wij U helaas berichten, dat het onderhoud, dat het moderamen van de Generale Synode met uit de Synode vertrokken broeders Ds. D. L. Aangeenbrug, Ds. M. van de Ketterij, Ds. F. Mallan, ouderling H. Bas en ouderling D. Hage, ons tot ons diep leedwezen heeft duidelijk gemaakt, dat de vertrokken broeders de breuk volkomen hebben gemaakt.

Zij weigeren de wettig genomen besluiten van de Generale Synode te aanvaarden en hebben met groote stelligheid beweerd, dat zij nimmer tot ons wenschen weder te keeren, tenzij de volgens hen “goddelooze” besluiten worden herroepen. Ook weigerden zij hun leedwezen te betuigen over hun onjuist heengaan en eischten, dat de Generale Synode al hun genomen besluiten te dezen opzichte zou teniet doen.

Aangezien de Generale Synode in haar opdracht aan haar moderamen met nadruk vaststelde, dat de genomen besluiten moeten worden gehandhaafd, omdat deze in een wettige vergadering wettig genomen zijn, hebben deze broeders de aanvankelijke breuk volkomen gemaakt en zich gesteld buiten het verband der gemeenten. Deze houding strekt het moderamen tot diepe droefheid. In oprechtheid begeerden wij, dat deze broeders met erkentenis van leedwezen over hun onjuiste optreden tot ons zouden weerkeeren. Zelfs moesten wij helaas constateren, dat door hen kerkeraads- en leden-vergaderingen werden gehouden om stemming te verwekken tegen de Generale Synode.

Gezien de Generale Synode het moderamen machtigde om te handelen naar dat de omstandigheden eisten, ziet het moderamen zich genoodzaakt U te berichten, dat de predikanten D. L. Aangeenbrug, M. van de Ketterij en F. Mallan niet meer in onze gemeenten mogen optreden en dat geen kerkelijke vergaderingen door hen mogen worden opgeroepen, geleid of bijgewoond.

Het moderamen wekt U, als Kerkeraad, op om de belangen van de U toebetrouwde gemeente in getrouwheid te behartigen, verwarring te voorkomen en bij eventuele moeilijkheden aanstonds overleg te plegen met uw consulent en met de deputaten Art. 49 van uw Particuliere Synode.

Met de bede, dat de Koning der Kerk zich ontferme over onze gemeenten verblijft met broedergroeten,

Het moderamen van de Generale Synode der Gereformeerde Gemeenten, Ds. A. Verhagen, praeses

Ds. A. Verguns

D. Kodde scribae

Ds. H. Ligtenberg

Ds. L. Rijksen. assessoren

N. W. Schreuder, quaestor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen