Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKGESCHIEDENIS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKGESCHIEDENIS

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verval der kerk, kluizenaars en monniken

Reeds hebben we er op gewezen, dat, wanneer vervolgingen ophielden, spoedig verval der Kerk zichtbaar werd. Toen nu de vervolgingen voor goed ophielden in den weg van Goddelijke Voorzienigheid, werd het verval steeds erger. Gelijk thans overal verval en afval op te merken valt, zoo ook toen. “Het zijn sterke beenen, die de weelde kunnen dragen,” zegt zeker spreekwoord. In tijden van vervolging en allerlei druk, leefde de Kerk het dichtste bij den Heere en Zijne ordinantien, en is het zoo ook niet met ieder kind des Heeren afzonderlijk?

Was de Kerk gedurende vervolgingen gelijk aan een hof met kostelijke specerijen, nu was ze spoedig gelijk aan een hof met onkruid en allerlei doornen. Hoe is het thans? Is de bede van de Bruid niet zeer noodzakelijk: “Ontwaak, Noordenwind! en kom, Gij Zuidenwind! doorwaai mijne hof, dat zijne specerijen uitvloeien,” Hoogl. 4:16.

Laten we een en ander uit de geschiedenis overnemen: Het geloof in deszelfs heerlijke vruchten, verminderde; de band der eenheid en der broederlijke liefde werd verscheurd door veel twistvragen. Overal verdeeldheid en scheuring. Hoogmoed en geen ootmoed. Afgunst en nijdigheid werd overal zichtbaar in de gezinnen en in de kerken. Meer het hart gezet op het aardsche en eigen eer, dan op geestelijke schatten en de eere van Koning Jezus.

Ja, Gode zij dank, ook in dezen tijd werden er nog beroemde Kerkvaders gevonden, die als sterren schitterden, maar bij vele leeraars en Gemeenten slopen traagheid, hoogmoed, onrechtvaardigheid en wereldzin in. De oude eenvoud week uit den eeredienst en de kerken werden prachtig versierd. Ook het bijgeloof nam toe. Het godsdienstig aandenken aan de martelaren ontaarde in heiligen vereering en reeds in de vierde eeuw achtte men het bidden voor de afgestorvenen (zielmissen) een oud gebruik. Zelfs Augustinus was niet vrij van verkeerde gedachten in dezen. Een gevolg hiervan was de bijgeloovige vereering van overblijfselen van zulke martelaren, zooals nagels, haren, kleedingstukken, enz. Zulke overblijfselen werden reliquien genoemd en als voorbehoedmiddel tegen ziekten en ongelukken door gewetenlooze lieden vaak voor groote geldsommen aan de bijgeloovige menige verkocht. Vooral Helena, de moeder van Keizer Constantijn, heeft dit bedrog buitengewoon in de hand gewerkt. Zelfs werden wetten uitgevaardigd, om het schenden der lijken te voorkomen, maar geen staatswetten waren in staat dit ingekankerde kwaad te keeren. Geestelijken en leeken deden er om strijd aan mede.

De leer, om door goede werken zich verdienstelijk te maken, nam in dezen tijd groote afmetingen aan. Bedevaarten naar de graven van martelaars en vooral naar het Heilige Land kwamen zeer in zwang. Niet beter werd het, toen de beroemde Alexandrijnsche Catecheten-school de gevaarlijke stelling verkondigde, dat er lagere en hoogere deugden bestonden. De eerste konden in het gewone dagelijksche leven verkregen worden en bestonden in het opvolgen van de gebeden, maar zoo men, zonder er toe verplicht te zijn, aan het gebodene iets toevoegde, dan eerst werd men verdienstelijk. Deze hoogere deugden kon men echter slechts deelachtig worden, als men zich van de wereld afscheidde. Zoo ziet men dus ongemerkt leidingen tot de afscheidingen, waar verder op wordt gedoeld. Hier wordt dus het Kluizenaars- en Monnikenleven openlijk aangeprezen en het gevolg hiervan was, dat een groot aantal vrome mannen de wereld ontvluchtten, om in stilte en eenzaamheid hunne dagen door te brengen, en op hunne wijze, in godvruchtige gepeinzen en bespiegelingen.

Iets nieuws was dit eigenlijk niet. Reeds eeuwen tevoren trof men iets dergelijks aan bij de heidenen in Indie, terwijl ook bij de Joden er sporen van voorkomen in de bekende secte der Esseërs.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1953

The Banner of Truth | 16 Pagina's

KERKGESCHIEDENIS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1953

The Banner of Truth | 16 Pagina's