DS. W. C. LAMAIN 28 Aug. 1929–1954

Leiden

Grand Rapids

Een van onze predikanten in Amerika heeft deze maand het voorrecht zijn 25-jarige ambtsjubleum te gedenken. En wij wenschen hem van harte te filiciteeren met dezen gedenkwaardige dag. Het is toch vijf en twintig jaar geleden dat in de zaal van “Prediker” te Leiden in Nederland, een geopende Bijbel boven het hoofd van den geknielden jeugdige leeraar werd gehouden door Ds. Verhagen, met de nu reeds overleden Ds. Barth en ouderling Taake te Leiden. Wat was het een plechtig oogenblik toen Ds. G. H. Kersten hem de hand oplegde. En onze menschen in Leiden en omgeving zijn het nog niet vergeten de bevestiging van Ds. Kersten naar aanleiding van Jes. 62:6a.

Zondag 1 Sept. 1929 deed Ds. Lamain zijn intrede in de gemeente Leiden, onder het zingen van Ps. 121 vers 1 en 3 betrad toen de jeugdige leeraar den kansel. Zijn tekstwoorden waren gekozen uit Hand. 13 vers 38 en 39.

Het was voor de gemeente Leiden een onvergetelijke dag; groot was de blijdschap naar ruim drie jaar herderloos te zijn geweest, hun eigen leeraar te mogen begroeten. Hun leeraar was reeds in dagen van zijn jeugd tot God bekeerd, en nog jong zijnde werd de roeping van het Evangelie op zijn hart gebonden. Maar nu was de tijd van Zending aangebroken. God kwam Zijn belofte waar te maken met de woorden van Jesaja 61:4: “En zij zullen de oude verwoeste plaatsen bouwen, de vorige verstoringen weder oprichten.” Met groote zegen mocht de leeraar arbeiden en de vriendschap met wijlen Ds. Van Reenen zal hij nooit vergeten. Daar deze voor hem als een vader geweest is in de dagen dat hij mocht arbeiden in de Sleutelstad.

De Zondag in Maart 1932 zal de gemeente van Leiden niet vlug vergeten; het was toch 13 Maart in dat jaar dat de gemeente moest vernemen dat hun leeraar het beroep naar Rotterdam had aangenomen. Slechts drie jaar stond hij in zijn eerste gemeente, maar de wetenschap dat God hem riep naar de gemeente Rotterdam Zuid, gaf hem vrijmoedigheid om 15 Juni van dit bewogen jaar afscheid te nemen van zijn gemeente der eerste liefde.

16 Juni werd de leeraar bevestigd te Rotterdam Zuid, die na 21 jaar een leeraar mochten ontvangen. Het was weer Ds. Kersten die hem bevestigde; deze koos tot tekst 1 Cor. 1:23. De Vrijdag daarop deed des avonds Ds. Lamain zijn intrede met deez woorden: “Daarom ben ik zonder tegen spreken gekomen, ontboden zijnde. Zoo vraag ik dan, om wat reden gij lieden mij hebt ontboden.” Deze woorden op zijn plaats kunnen wij lezen in Hand. 10:29.

Te Rotterdam heeft onze leeraar met veel opening en zegen mogen arbeiden; de Heere heeft in die tijd wonderen gedaan. Innige banden heeft God daar gelegd. Maar hoe groot ook de liefde was de stad moest verlaten worden om naar elf jaar te moeten gaan naar een dorp. Te Rijssen werd hij bevestigd door de nu overleden Ds. Fraanje, en mocht daar drie en half jaar arbeiden.

Was het 24 Aug. 1943 dat Ds. Lamain zijn intrede deed te Rijssen, het was 8 Febr. 1947 toen Ds. Lamain afscheid moest nemen van Rijssen en Nederland, om onverwaardelijk het beroep te aanvaarden naar Grand Rapids in Amerika. In zijn voorafspraak herdacht toen de scheidene leeraar met dankbaarheid aan God, dat hij 22 jaar in verschillende gemeenten mocht werkzaam zijn. En nu hier zijn werk geeindigd was, aanvaarde hij met blijmoedigheid de reis naar Amerika in de hoop dat God, Die beloofd heeft, dat Zijn aangezicht met hem zal gaan om hem gerust te stellen, ook daar in Amerika zijn arbeid niet ijdel zal doen zijn.

Zijn tekst was uit 2 Cor. 13:13.

En nu is het reeds ruim 7 jaar dat Ds. Lamain leeraar is te Grand Rapids. Was het in Leiden reeds veel dat hij na tweemaal gepreekt te hebben des Zondags, des avonds ook nog preekte te Katwijk. om daar een derde dienst te vervullen. Te Rotterdam preekte hij wel viermaal op Gods dag, en zoo ook te Rijssen. En werd hij bevestigd in een zaal, daar de kerk te klein was te Leiden, hij heeft in schuren en op zolders gepreekt, soms avond aan avond daar het zijn lust was.

Ds. Lamain mag zich verheugen in een bijzondere sterk gestel, waardoor het hem mogelijk is in den velen arbeid in de gemeente van Amerika en Canada te verrichten. Maar mochten wij boven al gedenken dat de Heere naar vrije genade hem heeft willen gebruiken als een roover van de hel.

Spare de Heere hem voor Amerika, voor de gemeente van Grand Rapids nog vele jaren; sterke de getrouwe Verbonds Jehova hem naar lichaam en ziel.

Ook zijn familie. Met vrouw en kinderen, die wij met onze broeder Lamain van harte gelukwenschen met het voorrecht van man en vader.

Och mocht er plaats zijn bij ons allen om de wonderen Gods te gedenken. Die God Die geholpen heeft in allen nood en strijd en ziekten. Want die waren in de laatste jaren zeer ernstig. Maar geliefde broeder Lamain, er blijft voor Gods knechten als alles hun tegen is, wel eens over een lofzang in de nacht, ondanks al de duisternis en onbekwaamheid, en het is toch al Gods knechten toegezegd: “Alle instrument dat tegen U bereid wordt, zal niet gelukken,” dit is de erve der knechten des Heeren, en hun gerechtigheid is uit Mij, spreekt de Heere.”

Mocht dat U sterkte wezen in uw ambtelijken bediening, dat is de wensch van uw gedenkende mededienstknecht, die overtuigd is dat hij namens al de predikanten U op deze dag toewenscht: wat U is toegezongen 25 jaar geleden te Leiden Psalm 121 vers 2:

Hij is al treft U ‘t felst verdriet,
Uw Wachter, die uw voet
Voor wankelen behoedt;
Hij, Israels Wachter, sluimert niet;
Geen kwaad zal u genaken;
De Heer zal u bewaken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen