Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

LEUNEN OP CHRISTUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LEUNEN OP CHRISTUS

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Wie is zij die opklimt uit de woestijn en liefelijk leunt op haren Liefsten?”—Hooglied 8:5a.

HET Hooglied van Salomo is een boek van diepe geestelijke betekenis. De wereldling beschouwt dit boek als een minnelied, dat is goddeloos. De naamchristen ziet er geen schoonheid in, dat is geen wonder. En al zijn we door Gods Geest wederom geboren dan begrijpen we soms nog zeer weinig van de inhoud van het Hooglied. We moeten van de Heere ontdekkend licht ontvangen hebben om de schoonheid en de rijkdom te zien, welke in het Hooglied te vinden is. Het Lied der liederen krijgt voor ons persoonlijk zieleleven rijke betekenis als we Christus leren kennen als de eenige Middelaar en Verlosser. Het is onuitsprekelijk zalig als de Geest des Heeren ons Christus openbaard in Zijn Middelaars heerlijkheid. Dan wordt Christus voor ons persoonlijk dierbaar, onmisbaar en noodzakelijk. Hij alleen kan ons met God verzoenen.

Wat zijn het zalige tijden voor het hart als Christus Zijn volk bediening schenkt uit het heiligdom. Dan laat Christus Zich in Zijn liefde en gunst uit aan het hart van Zijn gunstgenoten.

Er is een zalige gemeenschapsoefening tussen Christus en Zijn volk. Deze heerlijke omgang wordt ons op symbolische wijze in het Hooglied getekend. Christus is de Bruidegom en de Kerk is de Bruid. We lezen in het Hooglied van de grote liefde, welke Christus heeft voor Zijn volk, Hij bemint hen met Zijn hart. Christus is alles voor Zijn volk, Hij bewaart en beschermt hen overal.

De Kerk des Heeren is met banden van liefde aan Christus verbonden. Ze kent het verlangen naar Gods gemeenschap en het zuchten om openbaringen van Christus’ liefde aan het hart. Zonder God kan ze niet leven, ze ziet uit naar de zalige bediening van de Geest des Heeren.

Wanneer is er blijdschap in het hart van Gods gunstvolk? Wel als ze Christus mogen ontmoeten en Zijn liefde mogen proeven en smaken. Dan spreekt Hij tot het hart en ze mogen luisteren naar Zijn stem. De komst van Hem alleen verdrijft de duisternis en schenkt de ziel hemelse blijdschap en een zoete vrede. Is het een wonder dat de Bruid zo sterk verlangde naar de komst van Christus? Er was zelfs heimwee in haar hart, ze kon Hem niet langer missen. De Bruid heeft hulp en ondersteuning nodig, ze kan niet alleen door het leven. Ze waarschuwt haar vriendinnen om haar niet af te leiden door allerlei dingen, ze wil alleen denken aan haar Bruidegom. Haar hart behoort aan Christus, aan Hem alleen. We zien hier de Bruid zoekend en verlangend naar haar Bruidegom. Hoe schoon is de gestalte van de Bruid. Ze was uitziende naar Christus, haar hart was er geheel mee vervuld, ze worstelde en smeekte om Zijn komst.

En zie onverwachts komt Hij tot haar in majesteit en heerlijkheid. Ze mag Hem weer aanschouwen en Zijn liefde genieten. De komst van Christus verblijdt het hart van Sulamith van de Bruid, een zalige vrede doorstroomt haar ziel. Ze hoort woorden der zaligheid uit Zijn mond en gevoelt Zijn liefde in haar hart. Nu mag ze Hem weer zien, haar Bruidegom waarnaar haar ziel verlangt heeft, Ze wordt verwaardigd om Zijn tegenwordigheid te genieten. De Bruid ontvangt hemels onderwijs, ze zit aan Christus’ voeten en luistert aandachtig naar Zijn woorden. O hoe dierbaar zijn de woorden, die het volk des Heeren hoort uit Jezus’ mond, als ze met Maria mogen zitten aan Zijn voeten. Het zijn ongetwijfeld zalige oogenblikken als de Heere Zich in Zijn liefde en ontfermingen openbaart aan het hart van Zijn kinderen.

Gewis ze kennen ook de tijden, dat ze het met de Bruid uitroepen: “Mijn liefste is geweken, Hij is doorgegaan.” Dan treuren ze over het gemis van Zijn zalige tegenwordigheid, ze gaan in het zwart vanwege des vijands onderdrukking. De Heere verbergt Zijn aangezicht en de ziel wandelt in donkerheid en duisternis. Doch er komen ook andere dagen, God laat Zijn volk niet altijd in donkerheid. Wanneer het Gods tijd is openbaart Hij Zich aan de ziel en spreekt in liefde tot het hart. De schaduwen van ongeloof wijken en het heerlijk licht breekt door.

De Bruid is in de woestijn, want er wordt gevraagd: Wie is zij die daar opklimt uit de woestijn en liefelijk leunt op haren Liefsten?

De Bruid, dat is Sulamith, de Kerk des Heeren verkeerd in de woestijn. Of is de weg naar het hemelse Jeruzalem geen woestijnreis, zijn de moeilijkheden en gevaren niet groot en velen voor de reizigers naar Zion? De wereld is een tranendal, het menselijk leven is vol moeilijkheden en zorgen. We moeten door vele verdrukkingen ingaan in het koninkrijk der hemelen, dat zegt de Heere in Zijn Woord van Zijn volk.

Christus laat de pelgrims naar Zion niet aan zichzelf over, neen Hij omringt de Zijnen met Zijn trouwe zorg en tedere liefde. Hij is de barmhartige Hogepriester, die al Zijn kinderen draagt op Zijn Middelaars hart. De Heere is altijd bij Zijn volk, Hij is dikwijls het meest nabij, als ze het niet kunnen hopen en geloven. Christus is bij hen, Hij is voor hen een toevlucht en sterkte, een schild om hen te dekken in het gevaar. De wandelaars naar Zion mogen moed scheppen, want ze hebben een Leidsman. Christus is hun trouwe Gids door de woestijn des levens naar het hemels Kanaän. Het blijft voor de Bruid niet altijd een woestijnreis, er zijn ook oasen in de woestijn, ze wordt door Christus vertroost en verlost. De Bruid wordt ons getekend als opklimmende uit de woestijn. Waarom klinkt de Bruid op uit de woestijn? Wel omdat ze een trouwe Leidsman heeft, die haar helpt. Wat leert ons dit beeld? Dat we alle moeilijkheden kunnen dragen en alle gevaren kunnen trotseren als Jezus met ons is. Wanneer de Heere met ons is kunnen we het kruis dragen en alle moeiten vergeten, dan is zelfs de woestijn geen woestijn meer. Zonder een trouwe Leidsman zou de Bruid nooit kunnen opklimmen uit de woestijn, nu mag ze opklimmen uit het tranendal. De Leidsman van de Bruid wordt genoemd, haar Liefsten. Wie is Hij, die met deze dierbare naam genoemd wordt? Dat is Christus, de Zone Gods, de Geliefde des Vaders. Toen Christus op aarde was sprak de Vader uit den hemel: “Deze is Mijn Zoon, Mijn geliefde, in Wien Ik Mijn welbehagen heb.” Christus is voor al Zijn kinderen het voorwerp van hun liefde en aanbidding. Dit geldt in bijzondere zin voor de verloste schare die voor Gods troon is en hun klederen wit mochten wassen in het bloed des Lams. Maar ook de strijdende Kerk op aarde kent haar Koning en Verlosser, want Hij regeert haar door Zijn Woord en Geest. Christus bedient Zijn volk uit het vrije van Zijn welbehagen, het is daarom geen wonder dat hun hart naar Hem uitgaat. Wanneer ze iets van Zijn goddelijke liefde mogen genieten kunnen ze niet zwijgen, dan noemen ze Hem met de schoonste en tederste namen. Christus is zo schoon en heerlijk voor hen, dat de taal te arm is om Zijn naam naar waarde uit te drukken. De Bruid noemt Christus haar Liefste, dat was de taal van haar hart, haar beleving.

Het gebeurt dikwijls dat Gods kinderen Christus niet durven noemen “haar Liefste.” Ze belijden met hun ganse hart, dat Hij de Koning Israëls is en dat Hem de heerlijkste naam toekomt, maar ze durven niet noemen: Mijn Liefste. En geen wonder, Christus moet Zichzelf aan onze ziel weggeschonken hebben, voordat we Hem mijn Liefste kunnen noemen. Duizenden mensen nemen Christus aan met hun verstand, dat geeft ons meer schade dan voordeel. Een kind des Heeren is bevreesd om zich iets toe te eigenen, wat hem niet toekomt.

Er wordt in het hart van ieder kind des Heeren een betrekking geboren op Christus, reeds als de liefde Gods in de ziel uitgestort wordt. Weet u waar dit zo duidedijk en schoon in uitkomt? Dat de ziel tot God leert vluchten en Christus begeert als haar Leidsman. Daarom mag ze naderen uit al het aards gedruis tot de voetbank Zijner voeten, ze klimt op uit de woestijn en leunt liefelijk op haar Liefste.

De Bruid rust op Christus, ze gevoelt zich veilig in Zijn nabijheid, ze geniet Zijn zalige tegenwoordigheid, ze leunt op haar Liefste. Oude mensen gebruiken dikwijls een wandelstok om op te leunen. Ieder mens zoekt in zijn leven steun en sterkte, de een verwacht zijn steun van dit en de ander van dat. Gelukkig als we onze steun en kracht zoeken bij Hem, Die alleen sterkte geven kan.

De Bruid leunde op Christus, haar Liefste, ze verwachtte alles van haar Bruidegom. Ze mocht al haar zorgen aan Hem bekend maken, ze leunen en vertrouwen op Hem met haar ganse hart.

Ze leunde niet alleen maar op de arm van haar Bruidegom, neen het is veel rijker, ze leunt op Zijn ganse persoon. Ze verwachte het niet alleen van Christus’ krachtige arm, maar ook van Zijn goddelijke majesteit en heerlijkheid. Ze gaf zich geheel aan Hem over naar lichaam en ziel, ze mocht geloven dat Christus voor haar zorgen zou.

Wat een goddelijke weldaad is het als onze ziel op Christus mag leunen, dan verwachten we alles van Hem. Het wordt ervaren, dat de ziel op Christus mag leunen als God en mens in enigheid des persoons. Het is van onschatbare waarde en buitengewone betekenis, dat Christus mens is geworden. Hij is den booederen in alles gelijk geworden uitgenomen de zonde.

De Kerk leert op Christus leunen als profeet, priester en koning. Wat zou het groot zijn, als we Christus dagelijks nodig hadden in Zijn ambtelijke bediening. Dat we op Hem mochten leunen als profeet. Bij ons is geen wijsheid, we zijn blinden en dwazen in onszelf. Hij geeft onderwijs aan onwetenden en licht aan blinden en dwalenden, Christus is de grote leeraar der gerechtigheid.

Och dat we op Christus leerden leunen als de grote Hogepriester, die altijd leeft om voor Zijn volk te bidden. Hij verzoent Zijn volk met God en reinigt hen met Zijn dierbaar bloed. Het is zo noodzakelijk om dagelijks te vluchten tot de fontein van Jezus’ bloed tot reinigmaking en heiligmaking.

Gelukkig de mens, die op Christus leunt als koning en door Hem bewaard en beveiligd te worden. Zonder de hulp van Zions gezalfde Koning kan de ziel niet strijden en overwinnen. Er zijn zoveel machtige vijanden, dat de ziel zonder Christus bewaring en bescherming zeker in de hand zal vallen van de duivel en de wereld. Mochten we bij Christus leren schuilen en niet trachten in eigen kracht ons pad te bewandelen.

De Bruid leunde niet alleen op Christus, ze leunde liefelijk op Hem. Zalige dierbare tijden, wanneer de ziel liefelijk leunt op Christus. Wat een zieleblijdschap wordt er gesmaakt als Christus Zich in Zijn gunst aan het hart van de Zijnen uitlaat. Dan leunt de ziel liefelijke op Christus en wil nergens anders aan denken dan aan Hem. Hoe schoon en dierbaar wordt Christus voor het geloofsoog van Zijn volk. De Geest des Heeren opent voor de ziel het heiligdom van Christus’ lijden en sterven, alles spreekt van goddelijke liefde. Ja Christus wordt dierbaar in Zijn persoon en in al Zijn graveerselen voor het volk dat door goddelijk licht wordt geleid.

En liefelijk leunt op haar Liefste, mocht dat de beleving van ons hart zijn voor het eerst of bij vernieuwing. Er is geen betere plaats en geen zaliger tijd dan te mogen leunen op Christus. Dan zijn er geen zorgen des levens meer, de ziel mag uitrusten in Gods nabijheid. Van nature proberen we om ons zelf te helpen en ook na ontvangen genade steunen we dikwijls op eigen kracht.

Christus alleen kan rust geven aan het onrustig hart en troost aan het bedroefde gemoed. Vlucht met al uw noden naar God, uw moede hoofd vindt alleen rust aan Christus’ Middelaarshart.

Laat ons toch nooit denken, dat we zelf ons pad kunnen bewandelen en het leunen op Christus niet meer nodig hebben, want dan is onze val nabij. Wanneer we van onze hulpeloosheid overtuigd zijn zullen we onze sterkte bij Christus zoeken. Ons levenspad is moeilijk en zwaar als we het alleen moeten bewandelen, het wordt gemakkelijk en licht als we mogen leunen op Christus. Dan is de weg niet lang meer en ons pad niet donker. Dan is het krius dat God ons oplegt niet te zwaar, want Christus draagt het dan voor onze ziel.

Liefelijk leunen op Christus, dat was de zalige beleving van de Bruid.

Is dat onze zielservaring geworden, mogen we leunen op Christus?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1957

The Banner of Truth | 16 Pagina's

LEUNEN OP CHRISTUS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1957

The Banner of Truth | 16 Pagina's