Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE OPSTANDING VAN CHRISTUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE OPSTANDING VAN CHRISTUS

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Ja, wat meer is, Die ook opgewekt is.”—Rom. 8:34m.

Met Paschen viert Gods Kerk gedachtenis van het heugelijk feit van de opstanding van Jezus Christus uit de dooden en waarvan de Apostel getuigt, dat die opstanding meer is dan Christus’ sterven. En voorwaar, ware Christus niet opgestaan, dan ware de weg der zaligheid voor schuldigen niet geopend. Indien Christus niet opgewekt is, zoo is uw geloof tevergeefs; zoo zijt gij nog in uwe zonden; zoo zijn dan ook verloren, die in Christus ontslapen zijn. Dan ontbrak elk bewijs, dat de schuld betaald was en de ongerechtigheid verzoend was. Door Zijn lijden en sterven heeft Christus Sions schuld betaald, maar Zijne opstanding uit de dooden is het bewijs, dat Hij betaald heeft, dat door Zijne offerande aan het kruis volkomene voldoening is opgebracht aan Zij nen Vader. Daarom is Zijne opstanding’ meer dan Zijn lijden en sterven; zij is het fundament van den waren Godsdienst en van allen vrede van Gods kinderen.

Gestorven aan het vloekhout des kruises en begraven in den hof van Jozef van Arimathea, kon hij door den dood niet gehouden worden. Jozefs hof kon Hem, Die de Opstanding en het Leven is, niet in den donkeren grafkuil omvangen houden. Gods Heilige zal van geen verderving weten. Die dood geweest is, is weder levend geworden en leeft in alle eeuwigheid. Hij verrees ten derden dage en aan Godzoekende vrouwen is de plaats aangewezen, waar Hij gelegen heeft. De Heere is waarlijk opgestaan, is de blijde tijding van den Paaschmorgen. Dag der blijdschap van Christus, maar die ook de dag der vreugde is Zijns volks.

Gods volk van ouds vierde reeds Pascha, als het bij het bloed van het Paaschlam herdacht de verlossing uit Egypte. Maar die verlossing uit Egypte bij het bloed van het Paaschlam beteekende voor het ware Israël de verlossing van de zonde en het diensthuis van satan door het bloed en de offerande van Christus. Door het geloof heeft Gods volk er van gezongen van ouds: de Steen, Dien de bouwlieden verworpen hadden, is tot een Hoofd des hoeks geworden. Dit is van den Heere geschied en het is wonderlijk in onze oogen.”

Die dag brak aan. De Paaschdag des Nieuwen Testaments, welke spreekt van een verlossing, die eeuwigdurend is. Alle schaduwen zijn gevloden. Alla beloften zijn vervuld. De Leeuw uit den stam van Juda heeft overwonnen en heeft te niet gedaan dengene, die het geweld des doods had, dat is de duivel.

Glorierijke dag, de roem der dagen, waarop de Vader Zijn heilig Kind Jezus heeft opgewekt uit de dooden ten blijke, dat Hij voldaan is en alle gerechtigheid vervuld is. Glorierijke dag, waar Hij, Die de overwinning Israëls is, Zijn afgelegd leven weergenomen heeft. Glorierijke dag, waar Christus de gevangenis verbroken heeft en met Zich draagt de zegeteekenen van Zijne overwinning, de sleutelen van dood en graf ten blijke, dat Hij over dezelve heeft getriumfeerd. Nu deelt Hij in de vreugde Hem voorgesteld en waarom Hij het kruis heeft verdragen en de schande heeft veracht. Nu is Hij met eer en heerlijkheid gekroond en zal niet rusten voor ook al de Zijnen van alle banden en boeien ontslagen in Zijne heerlijkheid en glorie zullen deelen.

Daarom is Christus’ optstanding uit de dooden meer dan Zijn sterven, alhoewel Zijn lijden en dood de verdiende oorzaak der zaligheid zijn. Want ware Hij niet gestorven, er zou van overwinning over den dood en van opstanding ten eeuwigen leven geen sprake hebben kunnen zijn. Maar zoo ook, ware Hij niet opgestaan uit de dooden, nooit zou één der Zijnen uit het zondegraf geroepen zijn geworden en van het oordeel der zonde zijn verlost en over den dood hebben kunnen triumfeeren in de kracht van Christus.

Maar nu, de Heere is waarlijk opgestaan. Het is de heerlijkheid van het Nieuw-Testamentische Pascha. Nu is de verklager der broederen neergeworpen. Nu is de wet verhoogd en verheerlijkt en in de opstanding van Christus gewaarborgd, dat al de vloek van Zijn Kerk is weggenomen. Nu is oneindige rechtvaardigheid bevredigd, en in Zijne optstanding gewaarborgd, dat al degenen, voor wien Christus gestorven is, niet verdoemd kunnen worden, maar in Hem de gerechtigheid voor God geworden zijn, want Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voorons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem. Overgeleverd om onze zonden, is Hij opgewekt om onze rechtvaardig-making. Nu kan en zal het aangezicht eens verzoenden Vaders in Christus liefelijk schijnen over al de voorwerpen Zijner keur en vrije liefde, die verlost en vrijgekocht zijn door het dierbaar bloed eens onbestraffelijken Lams.

Daarom glorierijke dag tot beschaming van Zijne en van Zijns volks vijanden, maar tot blijdschap Zijner kinderen. Immers de Held der hulpe scheen verslagen ; de Zonne der Gerechtigheid scheen verduisterd. Koning Jezus was afgesneden uit het land der levenden Wat verwachting kon er meer zijn van een doode, van een gestorvene. Zijne vijanden juichten en stelden alles in het werk het graf gesloten te houden. Maar alles moet maar dienen tot meerdere heerlijkheid van Christus in Zijne opstanding uit de dooden. Want, Deze, Die waarlijk gestorven was en in het graf was weggelegd, door ‘n zwaren steen gedrukt, door een wacht bewaakt, is als Overwinnaar over dood en graf en alle macht des vijands opgestaan en krachtiglijk bewezen te zijn de Zone Gods naar den Geest der heiligmaking. Hoe welgelukzalig zijn ze, die geroepen zijn tot deze verborgenheid van het Pascha en eten mogen van het Manna, dat verborgen is.

Christus betoont, bij Zijne zegepralende komst uit het graf, de verhevenheid Zijner Majesteit over heuvelen en grafspelonken, waar het aardrijk schudt en beeft en een engel neerdaalt en den steen afwentelt van het graf. De Leeuw uit Juda’s stam opent voor Zichzelven den weg tot Zijne heerlijke verrijzenis met verschrikking van de wachters, welke Hij onder de vijanden stelt tot getuigen van hetgeen zij gezien hebben. Het is de heerlijkheid van Paschen. Sions Koning heerscht over het stof tot eeuwige vertroosting van Zijn erfdeel, dat Hij hier door Zijne kracht opwekt tot een nieuw leven; dat Hij altijd tot een Uithelper zal zijn en ook straks hunne graven zal openen tot heerlijkheid en hunne verderfelijke lichamen tot onverderfelijkheid wederbrengen zal.

Laten dan alle vijanden van Christus en Zijn kerk beven. Allen, die Hem en Zijn Sion gram zijn. De dag van Christus’ opstanding is de dag van eeuwige nederlaag’ van satan en van alle god-deloozen. Hoe geweldig ook de vijand zijnen kop opsteke; hoezeer de wereld zich als in gesloten gelederen verheffe tegen den Heere en tegen Zijnen Gezalfde; hoezeer het getal dergenen, die roekeloos met God en godsdienst spotten, toeneme, geen nood, Christus rijdt op het witte paard Zijner overwinning. Hij zal dien harigen schedel vellen.

‘t Goddelooze volk wordt haast tot asch,
‘t Zal voor Zijn oog vergaan als was,
Dat smelt voor gloênde kolen.

Dat we het toch opmerken. O, medereizigers naar de eeuwigheid, o jongeling en jongedochter, vliedt de paden der ijdelheid; zet u niet neder in het gestoelte der spotters. Kust nog den Zoon, opdat Hij niet toorne en gij op den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Ge mocht nog leeren buigen voor de Majesteit van Christus, die dood geweest en weder levend is geworden en leeft in alle eeuwigheid. Niets zal ons kunnen redden van het verderf dan alleen Hem te kennen en de kracht Zijner opstanding. Dat die in ons verheerlijkt worden mocht.

Bron van vertroosting voor allen, die uit den dood zijn overgegaan tot het leven, in wien de kracht van Christus’ opstanding is verheerlijkt. Hij maakt levend. Hij geeft Zijnen schapen ‘t eeuwige leven. Als het representeerend Hoofd van al de uitverkorenen des Vaders kwam Hij in de wereld. Heeft in hunne plaats in het gericht. gestaan; voor hen heeft hij satan, dood en graf overweldigd en hen gekocht met den duren prijs van Zijn bloed, bearbeidt hen om ze Zijn beeld gelijkvormig te maken.

Daarvan kunnen de vrouwen spreken.

Hoe liefelijk werden hare tranen gedroogd en hare droefheid in blijdschap veranderd. En wat Hij dien vrouwen doet, doet Hij aan al de Zijnen. In het uurtje der minne komt Hij als de levende Borg om ze te trekken uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht en ze uit te voeren uit het gevangenhuis van satan. Hij is de kracht der levendmaking der Zijnen, alsook van elke verlevendiging, van alle wasdom in gena en kennis van Hem. In Hem, in den levenden Borg, ligt dan ook alle heil voor ‘t bedrukte, door onweder voortgedreven volk. De bedroefden worden getroost; de vreesachtigen gesterkt. Neen, de deuren blijven niet gesloten. Hij komt, springende op de bergen en huppelende over de heuvelen om Zijne schapen te zegenen met vrede en te doen ervaren, dat Zijne opstanding meer is dan Zijn lijden en sterven in de zalige toepassing van het door Hem gewrochte heil. O, Hij bereide Zijn vreesachtig volk die zoete Paaschvreugde, opdat zij den lof dss Heeren mogen verbreiden in het smaken van dien vrede in Hem, als de zalige voorsmaak van het zalig hemelleven, waarin Hij is voorgegaan, maar ook al de Zijnen zal doen beërven, want Hij leeft en zal al de Zijnen eeuwig doen leven met Hem.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 april 1957

The Banner of Truth | 18 Pagina's

DE OPSTANDING VAN CHRISTUS

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 april 1957

The Banner of Truth | 18 Pagina's