Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

OPWEKKING TOT HEMELSGEZINDHEID

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OPWEKKING TOT HEMELSGEZINDHEID

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zo zoekt de dingen die boven zijn, waar Christus is, zittende aan de rechterhand Gods. Colossenzen 3:1.

De opwekking van Christus is van grote betekenis en werpt voor de gemeente Gods een veelzijdige vrucht af, maar voor Zijn vijanden betekent zij de ondergang, hetzij het geloofd wordt of dat er mee gespot wordt. Immers, levendmaking, rechtvaardigmaking, heiligmaking en heerlijkmaking, het zijn alle weldaden die weliswaar verworven zijn door het lijden en sterven van Jezus Christus, maar die zonder de opwekking van Christus niet zouden kunnen worden toegepast. Gods volk heeft een levende Verlosser nodig. Dit geldt voor allen die zalig zullen worden, ook voor de christenen die te Colosse zijn in de dagen van de gevangenschap van Paulus te Rome. Nimmer hebben zij Paulus zelf ontmoet; wel hebben zij van hun geliefde Epafras veel van hem gehoord. Daarom hebben zij Paulus lief, vanwege de rijke genade die God aan hem verheerlijkte. Die liefde is wederkerig, want Paulus heeft ook de Colossenzen lief, al kent hij ze niet.

Hij schrijft hun dat hij God dankt, altijd voor hen biddende, vanwege hun geloof in de Heere Jezus en hun liefde tot al de heiligen. Ook schrijft hij hun over zijn zorg over hen en zijn strijd voor hen, vanwege de wettische leraren die allerwege de gemeenten proberen te verwoesten. Hij waarschuwt hen zeer ernstig voor de dwaalleraars en raadt hen aan te zoeken de dingen die Boven zijn, om daarmee het bewijs te leveren dat ze waarlijk met Christus zijn opkewekt uit het graf der zonde en gebracht zijn tot een nieuw geestelijk leven. Dit met Christus opgewekt zijn is verbonden aan het sterven met Christus, want indien wij dan met Hem gestorven zijn, zo geloven wij dat wij ook met Hem zullen leven. De geloofsvereniging met Christus doet de mens sterven aan de wereld en de zonde en aan alles buiten Christus, dus ook aan eigen zin en wil, eigenwaarde en eigengerechtigheid. Dat wordt allemaal voor zo iemand de dood; doch Christus wordt het leven en het sterven wordt gewin. Hieraan kan men weten of men met Hem opgewekt is. Het vereist een zeer nauwkeurig zelfonderzoek, waarvoor de eerlijkmakende genade van de Heilige Geest nodig is. En indien men dan waarlijk met Hem opgewekt is, moet dat blijken uit de vrucht, namelijk het zoeken van de dingen die Boven zijn en niet de dingen die op aarde zijn.

Maar wat is eigenlijk de betekenis van het zoeken der dingen die Boven zijn? Welke dingen zijn dat dan? Zoeken betekent dat men hetgeen men mist hartelijk begeert, en men zal met meer ernst en inspanning zoeken, naarmate men een grotere waarde ziet in hetgeen men mist. Hoe meer waarde dus toegekend wordt aan de dingen die Boven zijn, des te intenser zal men die dingen zoeken. Dat zoeken zal alleen door de leiding des Heiligen Geestes op de juiste wijze geschieden, te weten in de weg der genademiddelen en niet door eigenwillige godsdienst. Zonder de Geest van Christus zal men het begeerde goed zoeken op een verkeerde plaats. Het zoeken zal bestaan in een biddend leven, omdat de macht van de zonde en de wereld zo groot en sterk is. Maar het zal ook gepaard gaan met herhaalde geloofsoefeningen, naar de mate en trappen des geloofs. Het zoeken is een strijden tegen de zonde, een verdragen van verzoekingen, een volharden als een loper in de loopbaan. Het is niet alleen een denken aan, maar ook een spreken over de dingen die Boven zijn.

De dingen die Boven zijn zijn heerlijke dingen, gelijk de Schrift spreekt van gouden straten en paarlen poorten, om de heerlijkheid des hemels in menselijke bewoordingen voor te stellen. Het zijn liefelijke dingen, want de Heere zal daar wezen tot een eeuwig licht, zodat de zon en de maan niet nodig zullen zijn, Het zijn onvergankelijke dingen, die niet zullen verderven door mot of roest, naar het woord van Jezus in de bergrede. Het zijn heilige dingen, waarover we met diepe eerbied stamelen. Daar is de heiligheid Gods; als men daarnaar zoekt zal oefening in de heiligmaking het gevolg zijn. Daar is de rechtvaardigheid Gods, en die te zoeken wil zeggen de gerechtigheid Gods lief te hebben en de gerechtigheid van Christus te omhelzen als de enige grondslag van de zalig heid. De majesteit Gods openbaart zich ook wel op de aarde, maar veel meer Boven en daarnaar te verlangen houdt in een welgevallen te hebben in diepe vernedering onzerzijds. De genade Gods zal Boven eerst recht bewonderd worden, en zoekt men dat dan zal het hier op aarde reeds steeds groter wonder worden. De liefde Gods zal Boven de gezaligden vervullen met hemelse, heilige wederliefde; dat te zoeken wil zeggen hier op deze koude, liefdeloze wereld te verkeren als een vreemdeling, zoekende een beter en blijvend Vaderland. Daar zal de verloste zondaar eeuwig leven in de zalige gemeenschap met zijn gezegende Verlosser. Gewis een zaak die waardig is gezocht te worden met inspanning van alle zielsvermogens. Immers, is de gemeenschap met Christus hier in de sterfelijkheid reeds een zalig voorrecht, wat zal dat dan eenmaal zijn in de heerlijkheir, waar geen zweem van geestelijke duisternis meer zijn zal. Ook de gemeenschap met de gezaligden en de heilige engelen behoort tot de dingen die Boven zijn. Dat te zoeken is niets anders dan een loslaten van hetgeen ons aan dit aardse leven bindt.

Gods volk heeft hun domicilie Boven, waar Christus is, zittende aan de rechterhand Gods. Hun Zaligmaker leeft daar in de hoogste gelukzaligheid en heerlijkheid en oefent heerschappij in de plaats der eer. Nu alles door Hem volbracht is zit Hij daar als in rust, opdat de ware godzaligen zullen rusten in Hem en in Zijn volbracht werk. Wel zag Stefanus Hem staande aan de rechterhand Gods, als gereed om de Zijnen in de zware strijd te hulp te snellen en de vijanden te verdelgen, maar het werk der betaling van Zions schuld is afgedaan. Christus is nu gezeten aan des Vaders rechterhand, om van daar Zijn gemeente te regeren en te beschermen, om Zijn volk daar als hun gezegend Hoofd te vertegenwoordigen en om op te treden als hun Voorspraak bij de Vader.

Het zoeken van de dingen die Boven zijn wil — alles samengevat — zeggen, hemelsgezind te zijn en niet meer aardsgezind. Het is te leven bij de dingen die Boven zijn en niet bij die op de aarde zijn. Paulus wekt er toe op, omdat hij weet dat de Colossenzen dat nodig hebben, en niet alleen zij maar al het volk des Heeren van alle tijden. Telkens zinkt het geloofsleven in en komt de verdorvenheid des harten dat volk weer parten spelen en heeft de geschapenheid weer te veel waarde om alles los te laten en alleen het oog te hebben op de hemelse dingen. De allerheiligsten hebben, zolang zij in dit leven zijn, maar een klein beginsel van die nieuwe gehoorzaamheid; laat dan staan de velen die slechts kleine genade hebben en nog zwak zijn in het geloof. Ook neemt de aarde met haar volheid en dit leven met de vele problemen het volk des Heeren zo in beslag, dat het wel een wonder mag heten als men nog eens zoeken mag de dingen die Boven zijn, vooral in de donkere en geesteloze tijden die wij thans beleven, daar de Geest des Heeren Zich in Zijn bediening zeer ver terugtrekt. Het gaat helaas in de gedachten, in de gesprekken en in de gebeden veel meer over aardse dan over hemelse dingen. Vandaar dat sombere en neerslachtige bij velen van Gods volk en dat gemis aan doorbrekend licht en doortrekkende genade. De duistere bevatting die velen hebben van het leven des geloofs en de aard en kracht van evangelische boetvaardigheid en gehoorzaamheid, vloeit voort uit een aardsgezind en eigen-lievend leven.

Hoe zou dus Paulus’ opwekking ter harte moeten worden genomen, ook door degenen die met Christus opgewekt zijn; vooral echter door hen die hun leven hebben in de aardse dingen en die de hemelse dingen nimmer zoeken, omdat zij er geen waarde in zien. Het korte gebruik van de aardse dingen is zeer spoedig afgelopen en als men dan aan het eind des levens niets anders heeft dan wat aardse dingen, die ons niet de minste troost kunnen bieden, is men diep te beklagen. En wil men dat ongelukkig lot aanvaarden voor enige jaren van ijdelheid en geestledigheid, dan ligt de volle verantwoordelijkheid voor de mens, vooral voor degene die leeft onder de zuivere waarheid Gods.

Dat het liefelijk heden der genade recht mocht worden aangewend, om te zoeken en te bedenken de dingen die Boven zijn en niet die op de aarde zijn, want de dingen die men ziet zijn tijdelijk, maar de dingen die men niet ziet zijn eeuwig. De Heere geve ons licht in de zaken en doe ons bedenken wat tot onze eeuwige vrede dient, eer het voor eeuwig te laat is. Want als kaf gaat de dag voorbij; het wordt snellijk afgesneden en wij vliegen daarheen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1958

The Banner of Truth | 8 Pagina's

OPWEKKING TOT HEMELSGEZINDHEID

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1958

The Banner of Truth | 8 Pagina's