DE DIEP GEZONKENE BRUIDKERK
1
Wat is uw kerk gezonken Heer,
En legt in duisternis terneer,
Een ieder die moet klagen,
Ik ben zo lauw, ik ben zo dood,
Ik kan nu niet oprecht mijn nood,
Aan onze God opdragen.
2
Wij zijn de wereld zo gelijk,
Wij liggen neder in het slijk
Van ongerechtigheden,
Wij zijn nu niet oprecht bedroefd,
Omdat men Jezus niet behoeft,
O wat een tegenheden,
3
De Heiland die zo vriendlijk noodt,
Indien gij hongert ‘k geef u brood,
Het ware brood des levens,
Indien gij dorst kom maar tot mij,
‘k Geef u te drinken o zo vrij,
En mijne liefde tevens
4
Maar ‘t volk dat ligt in’t donker neer,
Het is zo verre van de Heer,
Zij kunnen haast niet smeeken,
Red mijne ziel uit donkerheid,
Mijn ziele is in magerheid,
Mij doet zoveel onbreken.
5
O waar is toch dien vroegren tijd?
Toen hunne ziel in vettigheid,
De Heer zo mochten prijzen,
Voor Zijne trouw zo zeer betoont,
Zij werden zo met gunst gekroond,
Waar zijn die gunst bewijzen?
Einde.
Al de vrienden in Amerika en Canada Gods zegen voor het jaar 1959, en de Heere mocht doen ervaren de genade van Hem, die in het braambos woont.
Genemuiden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959
The Banner of Truth | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959
The Banner of Truth | 8 Pagina's