Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EEN MOEDER IN ISRAEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EEN MOEDER IN ISRAEL

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Rijssen, 7 April 1941

Eerwaarde leraar en beminde in de Heere, met uw echtgenote en kinderen: Vrede van Hem die is, die was, en die komen zal, wiens Naam is Vredevorst — “Door al Uw deugden aangespoord, hebt Gij Uw Woord, en trouw verheven” was de taal van de dichter, die hij bij ervaring geleerd had. Wat is Gods volk toch gelukkig, al moeten ze ook door de bange wereldweeen heen en de zware oordelen en Godsgerichten meemaken; al is het Richterlijke voor hen weggenomen, toch is het Vaderlijk oordeel zwaar. De Heere rekent hier met Zijn volk af en gedoogt geenszins hun zonden.

Och, Ds., daar is op aarde geen bitterder ding dan de zonde, en nu is het de tijd dat het oordeel is begonnen van Gods huis. O, wat ziet het er desolaat uit in de Kerke Gods. Samenleving wordt er bijna niet meer gevonden; veel de een boven de ander staan; en dat zoete leven, gelijk de mirten in de diepte, wordt weinig gevonden. Och, dat ons hoofd water ware, en ons oog een springader van tranen, om dag en nacht te bewenen de breuke der dochteren mijns volks.

En nu hebtu, Ds., in onze zeer zware dagen een beroep ontvangen naar onze gemeente. Och, als de Heere u nog eens beliefde te gebruiken als een instrumentje om de vervallen hutte Davids nog eens weer op te bouwen, o, wat zou dat groot zijn, en ’s Heeren driemaal heilige Naam zou er in verheerlijkt worden. Ouderling L. heeft ons uw brief voorgelezen, waar we hartelijk mee verenigd waren. Wij hopen te smeken dat de Heere u mag leren naar Zijn wil te handelen, opdat u in Zijn Waarheid mag wandelen. Wij weten in dezen ’s Heeren weg niet. Hij regeert, en Zijn raad zal bestaan, en Hij zal al Zijn welbehagen doen.

O, daar (heb ik) verleden week zo in geleefd en was daar zo blij mee. De Heere werkt door, ook al zit alles vast in de wereld en is er voor ons mensen geen doorkomen aan. Hij, de Jehova, voert Zijn raad uit en in ’t eind zal straks Zijn Naam eeuwig de eer ontvangen. Wat zijn ze gelukkig die de God Jacobs tot hun hulpe hebben en wier verwachting van de Heere (hun) God is. Zij zullen er nooit beschaamd mede uitkomen. ‘Hij die Uw Naam in waarheid kent, zal Heer’, op U, in zijn ellend’, vertrouwen, wijl Gij nooit liet zuchten, hen, die gelovig tot U vluchten. Zien we op onze gemeente, och, dan hadden we zo hard een leraar nodig, maar zien we op uw standplaats, och, dat was ook wat. En zo, geliefde leraar, zien we samen maar van alle mensenkinderen af, en dat onze onderhandeling en onze vraagbaak maar alleen de Heere Heere zij. (Dat) is ten alle tijde alleen nodig, maar (vooral) in onze dagen, waar het roepen vermeerdert: “Hier is de Christus en daar is Hij!” Ach, daar zegt de Heere in Zijn lieve Woord (van): “Geloof ze niet, en ga niet uit.”

U hebt, met ons, door genade geleerd, dat elk door zijn eigen geloof leven moet. Wat is het hier toch maar: “Strijdt om in te gaan door de enge poort.” Er moet hier veel strijd gestreden, veel leed geleden, en veel gebed gebeden (worden). Een dienstknecht (is) niet meerder dan zijn heer.

We dachten juist deze dagen nog over dat Tabor, waar Mozes en Elias met de Heere Jezus spraken over Zijn uitgang, enz., maar o geliefde (leraar), toen moest het nog diep de hof in en lag daar dat Gethsemane en dat Golgotha nog te doorworstelen. Wat een lessen daarin geleerd worden en oefeningen door Gods lieve Geest. Maar o, als de ziele dan zo gelukkig mag zijn aan de hand van die Kinderleider te mogen gaan, o, dan wordt er onuitsprekelijk veel zoetigheid en zaligheid en kracht en lijdzaamheid en een blijde toekomst in gesmaakt, al is dan het pad ook door de zee, “u zullen, als op Mozes’ bee, geen golven overstromen.” (Ik heb) die Derde Persoon in ’t aanbiddelijk Wezen zo dierbaar in Zijn arbeid en leiding ontmoet verleden week enige nachten. En dan lagen we maar te luisteren naar dat zoete werk. (Als ik alles) van ’t begin af (zou moeten schrijven dan) zou de brief te lang worden, want we moeten naar bed. (We) zijn veertien dagen weer ziek geweest. De eerste nacht (was ik) veel in zoete ontdkkingn, veel licht over vele zaken. Ds., daar is niets dat Gode meer verheerlijkt, maar ook (niets dat) meer profijtelijk is voor het zieleleven, dan diepe, zaligmakende ontdekking. Wij voor ons zeiden verleden week: “In de weg van dankbaarheid en heiligmaking is ontdekking, opbouwing; want dan wast de ziele op in haar Hoofd, Jezus Christus.

O, dat zalige niets worden en verdwijnen in Hem, die zoete Plaatsbekleder aan ’s Vaders rechterhand. Och, dan zijn toch al onze woorden niet toereikende om dat uit te drukken, maar (ik) mocht al maar als leerlinge op die schoolbank zitten en zat maar onderaan. O, daar is het zo goed; daar heb je geen last van vallen, want je zit vlak aan de grond. Was u hier, (dan) zouden we ’t u van stuk tot stuk trachten te vertellen. Maar (we) werden de tweede nacht wakker gemaakt met de vraag en (het) antwoord (van) Zondag 1: “Welke is uw enige troost, enz.”, en (toen) verklaarde die lieve Geest die vraag en (dat) antwoord en paste het ook toe in onze ziel. O, zoete troost, o enige troost, beide in leven en in sterven. U ziet het maar van woord tot woord na.

O, wat dat weer voor ons was, temidden van zware druk en kruis (nadat) de Heere ons voor twee jaar leerde (en) Hij ons leidde door de afgronden. Maar Ds., met zulk een Leidsman dan kan het ook door de afgronden. Daniel kon er mee in de leeuwenkuil en de jongelingen. in de gloeiende oven.

Toen die vraag en (dat) antwoord verklaard en toegepast was, stelde die lieve Geest een gebedje op in onze ziel, en dat was dit: “Heer’, ai maak mij Uwe wegen, door Uw Woord en Geest bekend, enz.” Zie, geliefde (leraar), dat sloot aan bij het laatste: “om Hem voortaan te leven, mij van harte willig en bereid maakt.” O, dat dierbare onderwijs, door Woord en Geest!

We breken af, Ds., we hopen van ganser harte (dat) u alleen maar een Gode welbehaaglijke keuze mag doen. Wij leggen u dan maar voor de Heere neder. Hij bereide u, als die grote Pottenbakker, als leem in Zijn heilige Godshanden. Hij zal over ons brengen wat over ons bescheiden is. “In de grootste smarten blijven onze harten in de Heer’ gerust.” Wil u … onze hartelijke groeten doen, en allen die de Heere in onverderfelijkheid liefhebben. Van (de) kerkeraad de hartelijke groeten en van mijn huisgenoten, vooral van broer Jan. Wees dan met uw echtgenote en kinderen de Allerhoogste opgedragen door uw zeer onwaardige zielsvriendin.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1959

The Banner of Truth | 8 Pagina's

EEN MOEDER IN ISRAEL

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1959

The Banner of Truth | 8 Pagina's