PINKSTEROPENBARING

Pinksterfeest kan er niet zijn zonder Pinkster-Geest. Nu niet en nooit. Die Geest moet ook komen in ons hart. Een hart zonder den Heiligen Geest is een hart zonder leven, zonder genade, zonder Christus. Wij kunnen dan veel schijnen, maar wij zijn niets; wij kunnen dan de naam hebben dat wij leven, maar wij zijn dood; wij zijn dan naamchristenen!

Als de Heilige Geest komt wonon in ons hart, dan wordt het anders. Dan gaan wij uitzien naar het heerlijke vreugdefeest door de Pinkster-Geest. Het Pinkster feest is het feest van vervulling, daarom ook van vernieuwing en van de ware gemeenschap. Pinksteren was een oogstfeest. Het oude verbond kende het feest der weken of der eerstelingen, dat zeven volle weken na het Paasfeest werd gevierd. Dan moesten twee beweeg-broden den Heere worden gebracht. Op het Paasfeest werden de eerste garve den Heere bewogen, waarmee heel de oogst den Heere werd overgegeven; op Pinksteren was de oogst binnen en werden de eerste broden gebakken van het nieuwe koorn, den Heere bewogn, en daarom beweeg broden genoemd.

Wat onder het oude verbond werd afgescha-duwd werd onder het nieuwe verbond vervuld. En in het oude verbond was de schaduwen dienst niet alleen een onderpand, maar ook in beginsel gegeven wat op de grote Pinksterdag te Jeruzalem is geschied. Het Pinksterfeest is vervuld. Reeds was die vervulling in Christus. Hij heeft het offer der volkomen voldoening gebracht. Die voor Zijn uitverkoren Kerk. Hij is opgestaan en opgevaren. Het reukwerk klimt op voor Zijn Vaders aangezicht. Pinksteren volgt niet alleen op Pasen, maar Pinksteren is vrucht van Pasen en Hemelvaart. Pinksteren is bekroning op Pasen. Ja Pinksteren spreekt van het volbrengen der Wet, van het volbrachte Offer. Pinksteren zegt ons, dat de Heilige Geest is komen wonen in het lichaam van Christus. De persoon des Geestes is zelf gekomen.

Zullen wij de vreugde kennen van dit feest, dan moeten wij persoonlijk vervuld zijn. Van nature is ons hart een woonstede van de duivel. Wij zien en geloven het niet. Zijt gij reeds ontdekt aan de woonstede des satans? Wij huppelen allen om het altaar van het eigen “ik”. Ja, in die woonstede is nog wel godsdienst, wordt wel met Pinksteren uit de Bijbel gelezen. Er wordt nog wel gesproken over hel en hemel, ook nog wel Psalmen gezongen en bekeeringsgeschiedenissen vertelt, maar alles zonder de Heilige Geest. Algemene werkingen des Geestes kunnen zo ver gaan. De zaligmakende werkingen des Geestes overtuigt en ondekt. Dan moeten wij zondaar voor God worden. O, dan worden wij ontledigt, en komen waarlijk in ons Godsgemis. Dan zien wij dat God rechtvaardig is, en het ongenoegzame buiten Christus.

Die Geest openbaart Christus in de ziel. Die Geest geeft een onderscheiding, dat een toevallen voor het recht, geen verloren gaan is onder het recht. Wij leven in tijden dat velen hun vrijmaking bekomen door gevolgtrekkingen, die zij zelf maken. Het ware geloof volgt echter in al zijn oefeningen steeds God’s daden. God’s werk is in Gods volk afhankelijk van de bediening des Heilige Geestes. En Die Geest maakt vrij van de wet, vrij van Mozes. Hij vervult in de harten van Gods kinderen al de beloften, die in Christus ja en amen zijn. O, wat een rijkdom, een vrije kerk. In Christus is ze vrij, gezet in de hemel. En met de uitstorting des Heilige Geestes is ze vrijgesteld in haar harte in de volle toepassing der zaak.

O, hoe moest Gods volk in de bange strijd gesterkt worden uit de zekerheid der beloften in Christus. De weg tot de vervulling is zo zwaar. Want Gods oprechte volk heeft vele bestrijders. En tegen al de bestrijders staat Gods volk machteloos. Wij weten het wel, het juichende christendom kan altijd geloven. Maar Gods bekommerde volk moet zo veel zeggen, zal het wel waarheid wezen? Veel moeten zij klagen over de duisternis in hun leven. Zelfs geen gedachten dat het Pinksterfeest is.

Ja, het hart is zo hard, en de zonden zijn zo veel. Dan weer de strijd zal het wel oprecht met mij zijn, er zijn zo velen die van krachtdadige omzetting kunnen spreken, en bij hen is het zo een bestreden zaak. Want de schuld staat nog open. O, zeggen die zuchters, hoe zal ik ooit met God verzoend worden. Ik moet met al wat ik ervaren mocht, de vrijspraak des Vaders hebben. Hun bevindingen kunnen het gemis niet vervullen.

Wonder van het Pinksterfeest. De discipelen hadden de belofte van de uitstorting des Heilige Geestes ontvangen en waren met die belofte werkzaam in bidden en smeken. Hun ziel kleefde de Heere aan. Dat is de weg tot de vervulling en tot de vrijmaking in Christus. Kinderen Gods, gij zijt allen niet even ver geleid, maar de Heere mocht een verzuchting geven voor de ware vervulling. Dan wordt het een geweld doen. Vrije souvereine genade van de hemel.

Och, wat is het vold van God gelukkig die in bewustheid Pinksteren hebben leren kennen. Och, of de vrucht van het Pinksterfeest in veler harten moge gegeven worden. Voor het gericht Gods, zal de Heere eens in het licht stellen hoe het met u en met mij is. Vreselijk zal het wezen als het zal blijken, dat wij slechts een gedaante van Godzaligheid hebben. Onderzoeken wij ons daarom nauw.

Maar wat een gelukkig volk is Gods uitvorkoren volk. De belofte des vaders is vervuld en het volk van God is gegeven een Voorspraak in den hemel. O, het volk van God zal niet beschaamd worden. Zonder de PinksterGeest hebben ze niets, kunnen zij niets verstaan. Maar door Gods Geest roemen zij in het vrije Godswerk. O, wat een uitzien bij ogenblikken om verlost te zijn van het lichaam der zonde, en den Heere volmaakt groot te maken voor de grote werken Gods. En dat om het eeuwig welbehagen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen