Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WONDEREN GODS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WONDEREN GODS

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

“De tong der stommen zal juichen, want in de woestijn zullen wateren uitbarsten en beken in de wildernis. Jes: 35:6b.

Dit is het wonder van Gods vrijmachtig welbehagen in Christus. De tong der stommen zal juichen. Een stom mens is een zeer beklagenswaardig schepsel; want hij is niet in staat zijn gedachten door de spraak aan zijn medemensen bekend te maken. Alleen door de mond des Heeren kan een stomme spreken en juichen.

Tijdens de omwandeling van de Heere Jezus op aarde genas Hij stommen, zoals blijkt uit Matth. 9:32 en 33.

Wat een wonder: “En als de duivel uitgeworpen was sprak de stomme.” En de schare verwonderde zich zeggende: “Er is nooit desgelijks in Israel gezien.”

Ook in Matth. 12:22, wordt ons gesproken van een wonderlijke genezing. En Matth. 15:30 en 31 verhaalt ons: “En vele scharen zijn tot Hem gekomen, hebbende bij zich kreupelen, blinden, stommen, lammen en vele anderen, en wierpen ze voor de voeten van Jezus, en Hij genas dezelve.”

De Heere Jezus is machtig om kranken en gebondenen door de kracht van Zijn bloed te genezen en van banden te verlossen. Doch ook in noch diepere zin wordt het woord: “De tong der stommen zal juichen,” vervuld.

In de staat der rechtheid sprak Adam, ter verheerlijking Gods en tot stichting van zijn naaste. Hij had God lief boven alles, tot verheerlijking van zijn deugden.

Vrij en moedwillig viel hij echter God af en de duivel toe. Door de zonde-val is de mens van nature stom.

O, dat wij het eens recht mochten inleven.
Wij zijn God kwijt. Wij spreken en geloven het niet.
Wij zijn niet in staat ter ere van God te spreken.

Ja hij spreekt tot eigen eer, ter ere van de wereld en de duivel. Wat is de mens gelukkig die de zaligmakende overtuiging van de hemel ontvangt, dat hij aan de weet komt dat hij stom is. Dan wordt hij het onderwerp van vrije genade, en hij krijgt een ogenblik dat hij gaat zuchten, “Ik ben God kwijt.”

Hij wordt geplaatst voor de spiegel van Gods Heilige wet, het is alles schuld. Werkt de Heere door, dan wordt hij stom voor Gods heilig recht. Hij moet naar de hel ... het is voor hem verloren … zwijgende gaat hij over de wereld.

Hij wordt gebracht naar het Paradijs … geen hoop. Totdat hij neerzinkt voor Gods recht en dat er een mogelijkheid geboren word voor zulk een doemwaardig zondaar.

Alle gronden ontvallen hem, hij komt aan het einde van zijn werk … dan het eeuwige wonder: de Heere Jezus wordt geopenbaard. Dan mogen ze met hart en tong juichen van de genade Gods. De Heere groot maken voor de wonderlijke verlossing, voor zijnen goedertierenheid in de Zoon geopenbaard.

Maar nu is een geopenbaarde Jezua nog geen toegepaste Jezus.

Een bedekte schuld is nog geen vergeven schuld.
Een onderhandeling is nog geen afhandeling.

Nu is er een volk op de aarde, een arm en ellendig volk. geen vreemdelingen van de genade Gods, die het niet kunnen ontkennen dat ze getuigd hebben van de verkiezende liefde Gods. O, dat eenzijdige vrije werk des Heeren, dat van eeuwigheid gegrond is in het welbehagen Gods.

Maar ze zijn van bekeerd onbekeerd geworden, ze zijn in de woestijn gekomen, in de huilende wildernis.

Is dat uw legering? Wat komt onze tekst te getuigen? “Want in de woestijn zullen wateren uitbarsten en beken in de wildernis.” Een woestijn wordt gevormd door onvruchtbaar zand. De gloeiende woestijn zon verbrandt de grond. Er is geen water tot lafenis van de dorst.

Gevaarlijke zandstormen verblinden het gezicht en leveren gevaar voor de woestijnreizigers op.

Dit is nu de bevinding van Gods oprechte volk in de doorleiding van het genade leven. Een leven van sterven, een leven van omkomen, de Heere maakt een afgesneden zaak. Vergeet niet de beken in de wildernis, welke zijn de beloften en de vertroostingen Gods gegeven enkel voor Gods kinderen.

Is dit geen harde leer? Ja, het is een leer die ingaat tegen onze eigen gemaakte godsdienst.

Gelijk toch de dorstige niet gebaat is met zijn dorst, maar water behoeft tot stilling daarvan, zo is de ware dorstigen ziel in de wildernis met niets te bevredigen dan met Christus. Het is een eeuwige waarheid, de Heere heeft het bewezen aan het volk van Israel in de woestijn, dat Hij op wonderlijke wijze juichenstof heeft gegeven toen er geen druppel water in de woestijn was, toen door zijn soevereiniteit de wateren uitbarsten in de woestijn uit de rotsen, opdat het volk zou worden gedrenkt. Pinksterfeest, het feit van de uitstorting des Heiligen Geestes, getuigde van de rijkdom van de wateren des Geestes die afdaalden van de Hemel. Maar die nu onderwerpelijk met een geopenbaarde schuld op de aarde in de woestijn zuchtende is in zijn gemis, kan het maar niet bezien.

Ze hebben hun hart leren kennen als een drakenwoning, waarin de duivel, de zonde, en de wereld wonen.

Een huilende wildernis, een onvruchtbare bodem en geen genade planten te bezien. Dan wordt het eeuwig dorsten in de woestijn waardig worden. Maar dat de zaligheid nu alleen in Christus is, dat is het geheim in de wildernis. Gelukkig volk die dit in een weg van verloren gaan onder het recht in de bewustheid hebben leren kennen.

Dan zullen de stommen zekerlijk juichen.

Al drinkende uit de beken van Gods liefde leren Gods kinderen drinken, en ze worden gedrenkt. O, wat is het volk gelukkig, die niet alleen mogen getuigen van schuldvergeving, maar ook van de verzegeling des Heiligen Geestes.

Arm is de mens zonder Christus, Hij is stom. En als hij zo zal sterven, dan is het voor eeuwig verloren. Veracht de eis van het woord des Heeren niet.

Mild en breed word uw steeds de algemene roeping voor gehouden en de Levensfontein is vol, voor een waarlijk dorstige ziel naar God. Gelukkig is de mens die het bevindelijk mag zuchten:

“O, Heer, wanneer komt die dag,
Dat ik toch bij U zal wezen,
En zien Uw aanschijn geprezen.” Ps. 42:1b.

Die zuchters worden op Godstijd juichers. Tholen.


CORRECTIE

De advertensie in de Banner of Truth van October was niet correct. Volgens is de correct advertensie en adres voor het koopen van dit nieuw gedrukte boekje —

VERSCHENEN

Bij Ds. W.C. Lamain

“Van Duisternis en Licht”

Zes (6) predikaties vrije stoffen

De prijs is $3.50

Verkrijgbaar by:

Mr. Clarence Bleeker

1233 Leffingwell Ave. N.E.

Grand Rapids, Mich. 49505


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 november 1972

The Banner of Truth | 1 Pagina's

WONDEREN GODS

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 november 1972

The Banner of Truth | 1 Pagina's