Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

SCHRIFT OVERDENKING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SCHRIFT OVERDENKING

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Jezus tot haar kerende zeide: Gij dochters van Jeruzalem, weent niet over Mij maar weent over uzelven en over uwe kinderen. Lucas 23:28

Deze tekstwoorden wijzen ons naar de uitgang van de Heere Jezus van Jeruzalem naar Golgotha. Deze weg heeft Jezus in de diepe staat van Zijn vernedering lijdend betreden. Onschuldig veroordeeld is Hij uit Jeruzalem geworpen. Onschuldig door de stadhouder der Romeinen, Pontius Pilatus als rechter veroordeeld, opdat Hij naar de Raad Gods al de Zijnen van het strenge oordeel Gods dat over hen gaan zou, bevrijde.

Als een misdadiger, uitgeworpen, Zijn kruis dragende, en omstuwd door een grote menigte, die enkele ogenblikken tevoren geroepen had “Kruist Hem”, betrad Christus Zijn lijdensgang.

Onder de menigte toeschouwers bevonden zich ook vrouwen, wellicht met kinderen op de arm en deze, ontroerd bij de aanblik van dit treurige schouwspel weenden. Was dit medelijden van deze dochters van Jeruzalem, Jezus beweenende, niet een verkwikking voor Hem, temidden van al de spot en verguizing en bittere smaad en smart, die Hij moest lijden? Integendeel, wat ook blijkt uit het antwoord tot hen. Het was juist een verzwaring van Zijn lijden, zovele droppels die Zijn lijdensbeker vulden. Dit wenen, dit medelijden, deze droefheid sproot voort uit de snode miskenning van Hem. In dit wenen kwam openbaar het miskennen van Hem als de van God gegeven Middelaar, Die als de plaatsbekledende Borg gehoorzaam tot de vervloekte, smadelijke en smartelijke dood des Kruises, gerred stond om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen. Dat was alleen mogelijk door verzoening en voldoening Zichzelf opofferend, opdat de Zijnen Goddelijke genade, gerechtigheid en het eeuwige leven zouden worden geschonken.

Dit wenen was een list om door die tranen Hem te bewegen tot zelfbeklag, zodat Hij achterwaarts zou wijken, om Hem af te houden van het werk, waartoe Hij van eeuwigheid was verordineerd. Deze dochters van Jeruzalem verstonden met hun wenen niets van het lijden, noch van de lijdensweg welke Christus borgtochtelijk betrad. Doet of deed u als Jeruzalems dochters weleer, wenend om de pijn van de lijdende Heer?

Simson werd verleid door de tranen van Delila, maar de meedere Simson is staande gebleven, niettegenstaande de tranen der vrouwen, die mede Zijn lijdensbeker hebben gevuld.

Oppervlakig gezien zijn de tranen beter dan de spot en de haat tegenover het lijden van de Middelaar, maar in wezen is zowel het een als het ander een verwerpen van Hem en Diens werk. Hij die geen medelijden wil of kan dulden is en blijft de medelijdende Hogepriester. Hij die geen ontferming nodig heeft is vol ontferming en daarom klinkt uit Zijn mond de waarschuwende prediking tot de vrouwen en u die dit leest: “Weent niet over Mij, maar over uzelven en over uwe kinderen!”

Wenen!... Is niet de hele wereld een tranendal; de mens komt schreiend ter wereld en wat is de oorzaak van al die tranen, van al dat wenen? Is het niet in de meeste gevallen vanwege de gevolgen der zonde, die zo smartelijk zijn?

Waar wordt het wenen over de zonde zelf gevonden, die innige droefheid omdat we door de zonde in haar godonterende Karakter de Heere grotelijks vertoornd hebben? Waneer we wel eens tranen hebben gestort uit medelijden met de Man der smarten en geen droefheid kennen om onze eigen schuld, moge ook deze waarschuwende prediking tot de vrouwen ter harte genomen worden.

Het lijden van Jezus predikt ons het ontzettend Godsgericht over de zonde. De zonde heeft scheiding gemaakt tussen God en ons, zowel de erfzonde als de dadelijke zonde.

De Waarheid en de gerechtigheid Gods eisen naar Gods rechtvaardig oordeel de tijdelijke en eeuwige straf naar ziel en lichaam van de zondaar.

Deze straf heeft nu de Borg en Middelaar gedragen, waar de Heere aller ongerechtigheid op Hem heeft doen aanlopen. En dat gedurende de ganse tijd Zijns levens, maar inzonderheid op het eind van Zijn leven en in Zijn kruisdood, om door lijdelijke en dadelijke gehoorzaamheid een kwijtschelding van de schuld en straf en een recht ten eeuwigen leven te verwerven en aan te brengen voor al degenen voor wie Hij van eeuwigheid Borg is geworden, bij de Vader.

Het lijden predikt ons de onbegrijpelijke liefde en barmhartigheid Gods, zodat overtreders en misdadigers nog behouden kunnen en zullen worden. Zou het ons dan niet noodzakelijk moeten zijn te wenen over onze overtredingen en ongerechtigheden, die de Middelaar zo nameloos bitter zijn geweest?

Dat wenen omdat we gezondigd hebben; de Heere roept door Zijn Woord: Ween over uzelf! Wij weten niet wat de prediking zo vol liefde en medelijden, zo vol ernst en waarschuwing toenmaals heeft uitgewerkt. Nu komt de prediking tot u die dit leest.

Op de vraag of we wel eens geweend hebben is maar een antwoord om dat de tranen van elk mens op aarde worden gevoegd bij het tranendal dat de hele wereld is. Nu de vraag, hebben we wel eens geweend over onzelf? Nog niet? Hoe noodzakelijk dan te leeren kennen de smart over uw zonden en schuld, opdat de prediking van de Man der smarten niet eenmaal uw oordeel zal verzwaren.

Smeek de Heere: Leer mij door genade kennen die ware droefheid naar U, welke een onberou-welijke bekering werkt.

Welk een vrije genade te leren wenen over uzelf en over uw kinderen, en dat gedurig. Zeker dit is geen voorwaarde tot de zaligheid, maar vrucht voortvloeiende uit de gezegende Middelaars verdiensten van Hem, Die sprak: Zalig zijn ze die treuren, want zij zullen vertroost worden, zoals de dichter van de oude dag mocht ervaren:

Hij zal de armen en de kleenen
Genadig zijn en goed.
Degenen die schreien en wenen
Werd Hij vriendlijk en zoet.

W.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 maart 1975

The Banner of Truth | 20 Pagina's

SCHRIFT OVERDENKING

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 maart 1975

The Banner of Truth | 20 Pagina's